Wraak I- H8 📌

373 31 0
                                    

Hoe dichter ik bij de menigte en de markt kwam hoe intenser de geur van versgebakken brood en gebak mijn neus binnendrong. Ik was zo goed als elke ochtend de voorbije tien dagen huppelend naar de markt gegaan. Ondanks Joran mij duidelijk had gezegd om te meteen na mijn vestiging in het dorp te "beginnen" met weet ik veel wat had ik hem niet meer gezien nadat hij de mand met linnengoed had gebracht. Ik had de dorpsbewoners leren kennen, anders dan in Mella zag ik nergens angstige gezichten of terugdeinzende kinderen. In tegendeel, iedereen was gastvrij.

Ondanks dat de sfeer vandaag hetzelfde leek te zijn als de andere keren dat ik de markt had bezocht, vielen er mij dingen op die me een raar gevoel gaven. Een onrustig gevoel dat van diep binnenin leek te komen. Ik werd niet meer begroet met dezelfde glimlach. Er was iets veranderd. Of het te maken had met mij, was me nog niet duidelijk. Mijn gehuppel maakte snel plaats voor een voorzichtige stap.

"Vana!"

Joran kwam in de verte samen met Risus aangelopen. Ze waren gehaast. Joran was buiten adem toen hij halt hield bij het stalletje waar ik hem had opgewacht. Hij glimlachte onwennig naar de verkoper en richtte zich tot mij.

"Je hebt vast wel gemerkt dat de sfeer wat anders is momenteel."

Joran krabde aan een plekje vlak onder zijn oor dat al vuurrood zag, een nerveuze trek. Ik knikte bevestigend.

"We hebben bezoek. We zijn het niet gewoon om zo veel nieuwe mensen te verwelkomen. Niet dat we het niet willen, meer dat we wat onwennig zijn."

Joran leek zelf niet volledig op zijn gemak, wat ook te zien was aan Risus die door Jorans gedrag zelf constant op zijn hoede leek te zijn.

"Wie is er dan nog recent aangekomen?"

"Kom, dan laat ik je het zien."

Joran en Risus wandelden verder de markt in. Met mijzelf op hun hielen.

Het werd mij al snel duidelijk wie of eerder wat de onrust had veroorzaakt. Een slank persoon, met getinte huidskleur gewikkeld in een lichtblauwe tuniek ruste op het dak van een van de stalletjes. Hoe dichter we bij hen kwamen, kon ik bepaalde details onderscheiden. Lange puntige oren staken vanonder zwart krullend haar en doordringende blauwe ogen leken helemaal tot in mijn ziel te kunnen kijken. De persoon stond recht en kreeg ons in het oog. Joran straalde autoriteit uit maar ik wist dat het niet oprecht was. Ik was niet meer dan nieuwsgierig naar wie deze bezoeker was.

"Mij naam is Aka."

De stem was zacht, als een melodie. Met een sprong, onuitvoerbaar door een mens, stond die opeens voor ons. Met een diepe, dramatische buiging groette die ons.

"Niemand minder dan de jongere broer van de God van wijn en plezier." Voegde hij er met een knipoog aan toe.

Joran nam het woord.

"Wat doet de broer van de God van plezier in dit kleine dorp? Aan wat hebben wij de eer te danken?"

Aka glimlachte en keek mijn richting uit.

"Je vriendin hier heeft nogal wat lawaai gemaakt enkele dagen terug, de nieuwsgierigheid zelf zijnde kon ik niet anders dan volgen."

In deze situatie leek het mij beter te zwijgen en Joran het woord te laten voeren. Niet omdat ik niet durfde, maar we hadden hier te maken met een halfgod, mijn menselijke interacties waren al verschrikkelijk geweest. Laat staan dat ik nu met een goddelijk wezen moest converseren.

"Nu u curiositeit gestild is hopen wij van u te kunnen vragen opnieuw te vertrekken."

Ik begon te zweten bij Jorans woorden en hoopte dat Aka niet al te lange tenen had. Observerend keek ik naar de jongeman. Veel ouder dan 15 leek hij niet te zijn. Maar hij was ook niet volledig menselijk, en in dat geval kon schijn bedriegen. Zijn mondhoek vertrok. Geërgerd schoot door mijn hoofd.

wraak BEDROGENWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu