Hoofdstuk 9 ✨

16 3 0
                                    

Megan

"Ik dacht, het duurt zo lang, je bent vast verdwaald", hoor ik opeens achter me als ik bordjes pak voor de lunch. Als ik me omdraai zie ik Sean in de deuropening staan. Daarnet had ik niet echt zin om naar hem te kijken, maar nu moet ik wel. Had ik al gezegd dat hij nog even knap is als vroeger?

Om zeker te weten dat hij er staat knipper ik even met mijn ogen, maar ook na twee keer knipperen is hij niet verdwenen. Een kleine glimlach siert automatisch om mijn lippen, terwijl ik hard mijn best doe niet aan Agnes te denken.

"De broodjes waren op, ze moesten nieuwe maken."

"Aha. Ik had zeker je brood gestolen", grapt hij.

"Klopt. Ze zei al dat je was langs geweest", zeg ik maar zodra ik dat zeg heb ik spijt.

"Oh, hadden jullie het over mij?" Hij grijnst tevreden. "Ik ben blijkbaar het favoriete onderwerp." Meteen schud ik mijn hoofd. Wel het favoriete onderwerp van je verloofde.

"Ik slaap trouwens in de kamer van George en Hope." Het verbaasd me dat hij dat durft, want ik ben een pussy die liever niet slaapt in de kamer waar iemand overleden is. "Het verbaasd me dat je die niet had geclaimd. Die is het grootst."

"Weet ik, maar ik vond het geen fijn idee daar te slapen aangezien opa daar is overleden en oma nu ook weg is en ze waarschijnlijk daar...", zeg ik en ik slik mijn woorden op tijd in, maar volgens mij weet hij heel goed waar ik op doelde. "En zo ben ik wat dichterbij mijn vader."

"Dat snap ik wel. Heb je nu al last van heimwee?"

"Normaal niet, nu wel", grijns ik. Zijn gezicht betrekt.

"Ben ik zo erg?"

"Jep."

"Bedankt!", roept hij en quasi boos doet hij een poging om me te raken met een kussen maar ik kan nog net weg duiken.

"Als ik zeg dat ik je haat meen ik het."

"Dus je haat me alleen maar omdat ik met Agnes zoende die zomer?"

"Je zoent niet alleen met haar", zeg ik. Omdat ik benieuwd ben naar zijn reactie, kijk ik hem aan. Zijn ogen beginnen te twinkelen als hij haar naam hoort en ik hoor mijn hart diep van binnen nogmaals breken. Ik hoopte dat hij zal zeggen dat het niet zo was, maar dat was natuurlijk valse hoop. Waarom zegt hij niet dat hij met haar gaat trouwen?

"Klopt..." zenuwachtig haalt hij een hand door zijn haar. Omdat ik klaar ben met dit gesprek draai ik me om en neem ik hongerig een hapje van mijn kaasbroodje. Die zijn inmiddels al wel koud geworden, maar dat maakt niet uit.

"Ik ga trouwens zo naar de paarden, even kijken en misschien nog rijden", zeg ik met volle mond tussen het eten door.

"Ah, natuurlijk, paardenmeisje! Ik wou dat ik kon rijden, maar ja. Ik moet mijn tijd ergens anders zien te doden, denk ik."

"Ik kan het je wel leren hoor."

"Je haat me toch?" vraagt hij verbaasd, en terecht. Ik grinnik. "Niet genoeg dat ik jou niet op een paard wilt zien."

"Als je morgen nog wilt, dan is dat prima."

Ik glimlachte. In stilte at ik mijn broodjes verderop. Nadat ik klaar was, waste ik mijn handen en legde ik het gebruikte bordje en bestek in de gootsteen. Zoals ik al zei, oma haat de moderne techniek, dus ook geen vaatwasser voor haar.

"Dit bordje was ik zo wel af. Ik ga zo even bij de paarden kijken."

"Prima. Nog altijd vegetariër?"

"Zeker weten."

"Nog altijd een moeilijke eter dus. Ik ga denk ik zo even naar de supermarkt. Dat red ik denk ik nog wel. Daarna ga ik koken."

"Weet je je zelf te redden als je het huis in de fik steekt?"

"Tuurlijk."

"Trouwens, dat ik nu weer met je praat betekent nog niet dat ik je weer mag. We hebben een wapenstilstand omdat ik nu te moe ben om oorlog te voeren."

"Hmm-hmm."

"Ik meen het", zeg ik hem en daarna loop ik de deur uit. Ben benieuwd wat voor paarden het zijn.

Helemaal achterin de achtertuin zie ik twee stallen en een weide met twee paarden erin staan. Eén is zwart, een arabier gok ik en de ander is een tinker.

Ze hebben een inloop stal waar ze kunnen afkoelen als het te warm is en kunnen schuilen als het regent, maar dat gebeurt eigenlijk niet zoveel.

Een glimlach verschijnt op mijn lippen als één van de paardjes nieuwsgierig naar me toe komt lopen. Ik bewonder de elegantie van die zwarte arabier. "Hey meisje, wat is je naam?" vraag ik, alsof ik verwacht dat ze antwoord geeft. Natuurlijk niet.

"Hebben jullie al eten gehad?" Mijn ogen zoeken de ruimte rond om te kijken of er ergen voer ligt. Dan besluit ik naar het schuurtje naast de stallen te lopen, want misschien ligt daar wel iets.

Na goed zoeken heb ik de voertonnen gevonden. Wanneer ik de deksel van het voer heb gedraaid, zie ik dat er een briefje in ligt. Nieuwsgierig pak ik het op en begin ik te lezen.

Lieve Megan,

Heel erg bedankt dat je naar Georgia wilt komen. Ik weet dat je hier graag komt, daarom heb ik jou gevraagd.

Als het goed is ben je nu samen met Sean. Je zou je vast afvragen waarom hij hier ook is. Of verward zijn. Dat snap ik heel goed.

Waarom jullie nu samen zijn kan ik jullie nog niet vertellen. Pas later. Als ik weer terug ben. Ach, ik heb er zo geen zin in hé. Het idee dat ik de hele dag op dat ziekenhuisbed moet liggen... Geeft me de rillingen.

En nu even over de paarden. Want daar wilde ik het eigenlijk over hebben en niet over Sean. Het is vast een verrassing dat ik weer paarden heb gekocht hé? Ik miste de paarden om me heen, dus ik had iemand gezocht die op ze kon rijden zodat ik toch niet zo alleen kon zijn.

Dat meisje is alleen nu op vakantie, maar gelukkig kon Sean voor ze zorgen! Of jij ook, nu je weet dat er paarden zijn want ik geloof dat je dat ook wel mist.

De zwarte merrie is Adore You en de Tinker luister naar de naam Oki. Op de achterkant vind je informatie over het voer, en bij de andere spullen die dat meisje allemaal heeft gekocht (ik heb wel betaald) zie je nog een brief met informatie.

Megan, weet dat ik je mis en je sinds die zomer ook heb gemist. Ik kan niet wachten je weer te zien.

Je liefste oma, Hope.

The hate between usOù les histoires vivent. Découvrez maintenant