Meneer

86 3 2
                                    

Nancy komt steeds terug naar de sigarenwinkel in de hoop dat ze de man weer tegen zal komen. Maar hij komt niet meer. Nancy is hopeloos. Ze wil niet opgeven. Toch ziet ze geen mogelijkheid om haar vriendin nog te kunnen redden. Tenzij ze zichzelf red. Nancy heeft geen zin meer. Nergens meer in. De ouders van Lily en van Lucy mogen Lily van haar zo snel mogelijk meenemen. Helaas doen ze dat niet. Nancy zit met het meisje opgescheept. Vreemd dat ik eerst nooit last van haar had denkt Nancy. Ze vind het verschikkelijk worden dat ze Lily de hele tijd bezig moet houden. 'Lily, ik ga even naar de stad. Blijf jij hier?' vraagt Nancy. Lily schudt haar hoofd. 'Nee, ik ga mee!' zegt ze. Nancy zucht. 'Lily, dat is niet handig nu. Blijf jij hier maar en maak een tekening voor als je zus terugkomt.' 'Komt ze terug?' vraagt Lily. Nancy is even stil en denkt na. 'Ja, natuurlijk komt ze terug.' Ze draait zich om en loopt weg.

Het sneeuwt. Nancy heeft zich dik ingepakt. Ze denkt diep na. Waarom zouden ze zoveel jongens vasthouden? En waar kende ze die man toch van? Nancy blijft staan. Ze weet het weer. Het was dezelfde man als de man die op een dag, toen Lucy er nog was, in het restaurant zat! Ze heeft hem toen een kopje koffie gebracht! Nee, Lucy heeft het kopje koffie gebracht verbeterd ze zichzelf. Ze heeft zelfs nog even met hem staan praten. Ze loopt de supermarkt binnen. Voor de zoveelste keer vind ze het verschrikkelijk dat haar vriendin er niet is om mee te praten. Daar gaat het juist om Nancy! Als ze er wél was geweest, was er ook niets geweest om over te praten! denkt ze. Nancy pakt een karretje en rijdt hem de winkel door. Diep in gedachte gooit ze er een aantal spullen in. Appels, hagelslag, pindakaas, melk, brood... Dan ziet ze vanuit haar ooghoeken een lange jas en een hoed. Ze draait zich vliegensvlug om. 'Meneer!' roept ze uit. Ze rent op de man af. Die draait zich om. Nancy schrikt. Het is niet dezelfde man als in de sigarenwinkel. Ze vloekt. Hoeveel mensen met hoeden en lange jassen zijn er in deze omgeving? Zoveel zouden het er nooit moeten zijn! 'Meneer, weet u waar Lucy is?' De man kijkt haar vragend aan. 'Hoe zou ik dat moeten weten?' vraagt hij. 'Ik kén haar niet eens!' Nancy negeert de vragende blikken van de andere mensen. 'U werkt voor ene... Valérie? Nee dat was het niet... Va.. va... Valencice! U werkt voor Valencice!' De man zet dreigend een stap naar voren. 'Wees voorzichtig met wat je zegt, dame. Ik weet plaatsen waar jij niet graag zou willen komen. Dus doe je best en houd je koest.' Nancy staart hem met open mond aan. 'Dus ik had gelijk? U weet waar Lucy is?' De man kijkt haar aan. 'Ik kén haar niet eens,' herhaalt hij. Dan draait hij zich om en loopt weg.

DreamWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu