De anderen

3 1 0
                                    

Mira, Maxiem en Katja zaten in de taxi. De chauffeur was chagrijnig en sprak vrijwel geen Engels. Toen Katja een paar keer hard nieste, maakte hij een geïrriteerd geluid. Katja veegde haar neus af en zei: 'Oké, geen fooi voor hem.'
Mira grinnikte. De taxi stopte voor de deur van het station. 'We bellen zo wel een andere voor de terugweg,' zei Katja. 'Laat hem maar weer weggaan. Ik wil niet nog een keer bij hem in de auto.'
De anderen waren het er mee eens. Maxiem betaalde de man en ze stapten uit. De taxi reed met gierende banden weg. 'Ik bel Lev wel even om te zeggen dat we er zijn,' zei Maxiem. De manier waarop hij Levs naam uitsprak was zo schattig. Katja's moeder was fan van de Beatles, en zei altijd dat het vier hetero mannen waren die toch verliefd op elkaar waren. Dat was met Maxiem en Lev ook een beetje zo. Katja voelde zich vereerd dat ze daar getuige van mocht zijn. Maxiem hield zijn telefoon aan zijn oor. 'Hé,' Leffie!' zei hij na even gewacht te hebben. 'Hé, wij staan nu voor de deur van het station hoor.'
Hij luisterde even. 'O, oké. Weten jullie al op welk perron jullie gaan aankomen?'
Weer luisterde hij even. 'Top,' zei hij toen.
Katja trok Maxiems telefoon uit zijn handen, hield 'm aan haar eigen oor en riep: 'Hé, Lev!'
'Hé!' hoorde ze de stem van Lev lachen.
'Hoe is ie?' vroeg ze.
'Goed hoor. Vakantie! Met jou?'
'Goed. Zijn jullie er bijna?'
'We hebben een beetje vertraging. We zijn er over een kwartiertje.'
Katja knikte, besefte zich dat Lev dat niet kon zien en zei snel: 'Oké.'
'Hoe is het daar?' vroeg Lev.
'Super leuk! Het hotel is ook echt mooi. En het heeft een heel groot zwembad.'
Maxiem gebaarde naar Katja dat ze het gesprek af moest ronden. 'Hé, Leffie,' zei ze. 'Max is helemaal doorgedraaid en die staat woedend zijn telefoon uit m'n handen te rukken, dus ik geef je even terug aan hem voor dit nog eens mijn laatste telefoongesprek is, maar ik zie jullie zo. Doe iedereen de groetjes.'
Lev lachte hard. Katja gaf de telefoon terug aan een grijnzende Maxiem. Die nam afscheid van Lev en hing op. Hij stopte de telefoon terug in zijn zak. 'En nou meekomen, de Haen!' riep hij zogenaamd woest.
Iedereen lachte. Met zijn drieën liepen ze het station binnen. 'Het is Perron 7A,' zei Maxiem.
Katja vond het allemaal best. Ze zou gewoon achter hem aanlopen tot hij het gevonden had. Dat bleek niet lang te duren en zij, Maxiem en Mira namen plaats op een bankje op het perron. Na een tijdje kwam er een trein aanrijden. 'Is dit 'm?' vroeg Katja.
'Ja, zei Maxiem en hij stond op.
Mira en Katja deden hetzelfde. De trein minderde vaart en stopte. De deuren gingen open. De drie muzikanten probeerden alledrie hun vrienden te spotten tussen alle mensen. Het was Katja die het lukte. 'Ik zie ze!' riep ze.
'Waar?' vroeg Maxiem.
Katja moest grinniken om zijn domme gezichtsuitdrukking. 'Kom,' zei ze. Maxiem en Mira volgden haar. Ze zag hoe Lev Mees hielp haar koffer op het perron te krijgen. Dimitri was de eerste die de drie opmerkte. Zijn lichtblauwe ogen in z'n bruine gezicht flitsten van de één naar de ander en hij glimlachte. 'Hé, Diaz Garcia!' riep Katja naar hem. De anderen keken nu ook om 'Hé!' riep iedereen blij. Katja zag dat Donnie zijn baard eindelijk afgeschoren had. Donnie was een klein dik kereltje met donker haar en ogen en een bril. Hij was inmiddels bijna veertig. Hij was heel lief en vriendelijk en hij was altijd in voor een grapje, ten koste van hem, maar het liefste ten koste van Lev. Lev was een lange, magere maar gespierde man met rood-bruine krullen en lieve bruine ogen. Ook hij was inmiddels eind-dertig. Hij was bovengemiddeld grijs voor zijn leeftijd. Bing was niet meer echt dik, maar was dat zeker wel geweest. Hij had rood-blond haar dat met de dag dunner werd. Aan zijn oren hingen lange oorbellen met parels. Volgend jaar zou hij veertig worden. Elisa was een schattig meisje van zestien, met kort, bruin haar, grote tanden en een bril. Dimitri was de afgelopen jaren flink gegroeid. Hij was even oud als Katja en was altijd kleiner geweest, maar torende nu boven haar uit. Hij had een donkere huid, maar lichtbruin haar en knalblauwe ogen. Over zijn voorhoofd liep een litteken, waardoor veel mensen hem Harry Potter noemden. Katja gaf Mees als eerste een knuffel. 'Hoe is het?' vroeg ze opgetogen toen ze elkaar loslieten.
'Goed, met jou?' antwoordde Mees.
'Goed.'
'Echt?'
Mees keek serieus. 'Ja,' antwoordde Katja. 'Zeker nu jij er bent.'
Ze knipoogde. 'Hoe was de reis?' vroeg ze.
'Heet. En lang.'
'Jullie hebben het toch ook in twee dagen gedaan?'
'Ja, maar dan is het nog steeds heet en lang.'
Katja lachte. 'Maar ik had een hele zak groene appels en een hele zak yoghurt rozijntjes meegenomen.'
Katja lachte nog harder. 'Allebei helemaal op,' grijnsde Mees.
Katja schaterde het uit. Toen gaf ze Dimitri een knuffel. 'Hoe is ie, gap?' vroeg ze.
'Ja, goed hoor. Beetje moe.'
'Gelukkig ben ik er om je weer wat energie in te blazen,' grijnsde Katja.
'Alsjeblieft niet!' riep Dimitri uit.
Katja lachte. Iemand stompte haar tegen haar schouder. Ze keek om. Het was Bing. 'Hé,' Pater!' riep ze blij.
Bing spreidde zijn armen en ze gaven elkaar een knuffel. Bing kuste haar in haar nek. 'Hoe is ie?' vroeg hij. 'Goed, met jou,' antwoordde Katja nerveus.
Bing maakte een gebaar. Hij rook naar zweet en (zoals altijd) naar sigaretten. 'Hé!' riep de stem van Mira.
Katja keek om. Zij en Bing gaven elkaar een knuffel. Katja draaide zich om naar Lev. 'Hé, Leffie,' zei ze.
'Hé,' zei Lev lief.
Om zijn lippen lag de lieve glimlach die alleen hij kon hebben. Ze gaven elkaar een knuffel. 'Hoe is ie?' vroeg Katja voor de zoveelste keer.
'Goed,' antwoordde Lev. 'Met jou?'
'Ook goed. Zeker nu jullie er zijn.'
Levs glimlach werd groter. Katja hoorde Donnie achter zich kuchen. Ze draaide zich naar hem toe. 'Hé,' grijnsde ze.
Ook zij gaven elkaar een knuffel. Toen ze elkaar loslieten keek Katja hem aan. 'Ik ben zo blij dat die baard eraf is.'
Donnie lachte. 'Goed, met jou?' grijnsde hij.
'Sorry,' lachte Katja. 'Hoe is ie met jou?'
'Goed hoor, lief.'
'Goeie reis gehad?' vroeg Katja.
'Lang,' antwoordde Donnie. 'En Lev stopte maar niet met zingen.'
Katja schaterde. Staat er een taxi op ons te wachten en moeten we opschieten?' vroeg Donnie.
'Nee,' zei Katja snel. 'Dat was zo'n lulzak. Dus die hebben we betaald en gezegd dat ie mocht ophoeren. We nemen wel een andere, dus we kunnen rustig aan doen.'
Iedereen lachte.

Dé Katja de HaenWhere stories live. Discover now