hoofdstuk 37

66 2 0
                                    

POV Robbie

Ik hoor opeens allemaal stemmen, maar ik kan mijn ogen niet openen. Ik probeer mijn ogen te openen, maar het kost heel veell moeite. Na een tijdje proberen lukt het me. Er staan 5 mensen naast me te praten over me. Ik probeer mee te luisteren en ik vang wat dingen op. 'We halen hem morgen uit de coma als hij nog niet wakker is'. Hoor ik een mevrouw zeggen. Wacht wat heb ik in coma gelegen? Voor hoelang en waarom willen ze me eruit halen? Ik probeer te bedenken wat er is gebeurd, maar ik kan me niks herinneren. Ik probeer wat te zeggen, maar mijn lippen komen niet van elkaar af. Met veel moeite probeer ik wat te zeggen, maar er komt geen geluid uit. Ik maak een soort mini schreeuwtjes. Ze zijn gelukkig hard genoeg om te horen en op te vallen. De personen die naast me staan kijken naar me een eentje loopt weg met een telefoon aan de oor. Er worden een paar testjes ofzo gedaan en na een tijdje komen een paar jongens en een meisje binnen. Ze komen binnen met tranen in hun ogen, maar waarom? Ze komen naast me zitten en ze willen me een knuffel geven. Ik wijs ze af. 'Wie zijn jullie?' Vraag ik. Ze beginnen te huilen. 'Je vrienden, huisgenoten, beste vriendin van je vriendin'. Zegt een meisje. 'Ik heb geen idee waar je het over hebt'. Zeg ik. Het meisje vliegt in de armen bij een blonde jongen met een soort bobbel in zijn rug. 'Mevrouw wat is er aan de hand?' Vraagt een jongen met bruin haar en een baard. 'Hij heeft een hersenschudding en is nu vergeetachtig. Hij is vergeten wie jullie zijn'. Zegt die mevrouw. 'Is het mogelijk om ons weer te kennen?' Vraagt een roodharige. 'Ja maar het kan wel nog even duren'. Zegt ze. Ze zijn allemaal blij en lopen weg, maar ik snap het nogsteeds niet. Ik val in slaap en na een rare droom wordt ik wakker gemaakt met ontbijt. Het is een of andere gekke pap ofzo. Het ziet er in ieder geval niet smakelijk uit. Ik neem een hap en ga bijna over mijn nek, maar ik kan het niet maken om het uit te kotsen. Ik eet het moeizaam op en ik ga over mijn nek, maar ik kan het nog net inhouden. Dezelfde jongens komen langs alleen het meisje is er niet. 'Matthy' zegt de jongen met die bobbel. 'Raoul' zegt de jongen met de baard. 'Koen' zegt de roodharige jongen. 'Milo' zegt een lange jongen met blond haar. 'Hoi'. Zeg ik en ik til langzaam mijn hand op. 'We waren je beste vrienden en huisgenoten voordat je een ongeluk had'. Zegt Raoul. Ik probeer naar herinneringen te graven, maar ik vind niks.

(Sorry voor weer zo'n kort deel en het is geen excuus, maar ik heb het druk met school en ik heb niet meet zo veel inspiratie dus sorry!)

bankzitters zijn stoeggWhere stories live. Discover now