Chapter two

145 17 11
                                    

De volgende dag ben ik om zes uur wakker. Ik heb amper geslapen, hooguit drie uur. Steeds schrok ik weer wakker en moest Aaron me kalmeren. Als ik zie dat hij in een diepe slaap is besluit ik hem niet wakker te maken. Door mij heeft hij al weinig uur geslapen. Het is zaterdag, wat betekent dat Aaron niet hoeft te werken. Ik moet maandag beginnen met mijn nieuwe baan.

Ik ga overeind zitten. Met mijn pyjama nog aan loop ik naar de badkamer. Snel poets ik mijn tanden en gooi een plons water in mijn gezicht. Honger heb ik absoluut niet. In de keuken aangekomen zet ik een kop thee voor wanneer Aaron wakker wordt.

Ik loop terug naar de slaapkamer en pak mijn telefoon van de lader. Op het moment dat ik mijn telefoon aan zet zie ik dat Aaron wakker wordt.

"Hey," glimlacht hij. Hij wrijft in zijn ogen.

"Ik heb thee voor je gezet," antwoord ik.

"Groene?" grijnst hij.

"Natuurlijk groene! Ik ken jou zo onderhand wel!" lach ik. Hij gaat overeind zitten.

"Heb je al iets gegeten?" vraagt hij terwijl hij zich uitrekt.

"Ik heb niet echt honger," beken ik, "ik eet later wel iets, oké?"

"Als je maar iets eet is het goed, niet waar? Misschien kun je maar beter weer langs meneer Payne," mompelt hij. Meneer Payne, als in mijn oude psycholoog.

"Ik weet het nog niet, Aaron."

"De nachtmerries zijn terug, en dat is heel logisch. Wat je hebt meegemaakt is niet zomaar iets," zegt hij, "meneer Payne hielp je de vorige keer ook heel goed."

Dat is waar, absoluut. Maar het feit dat de man die Hannah heeft neergeschoten naast ons woont is niet te bestrijden met de hulp van meneer Payne. Ik kan dit appartement niet laten schieten door Harry.

Ik wil zo graag antwoorden. Hoe kun je iemand zo erg haten dat je hem of haar doodschiet?

"Weet je wat? Ik ga lekkere broodjes halen voor ons en jij gaat relaxen, oké?" zegt Aaron.

"Ik heb geen rust nodi-"

"Dat heb je wel. Ik ben rond half twaalf terug!" roept hij. Ik zucht maar hij is de deur al uit.

Ik kijk op de klok. Half elf. Doet hij een uur over alleen broodjes halen? Nou, oké dan. Plotseling hoor ik het geluid van de deurbel. Dat is vast mijn moeder. Ze wou het appartement graag zien wanneer het ingericht was. Ik loop naar de deur en open het. Een vreemde vrouw van rond mijn leeftijd staat op de deurmat. Haar donkere haren zijn opgestoken in een slordige knot. Ze heeft een lange rok met daarop aan een croc top.

"Hallo," glimlacht ze, "ik ben Erica en ik woon hiernaast. Ik zag dat je had aangebeld, dus nu bel ik bij jou aan..." Ik trek een wenkbrauw op. Ze zag dat ik had aangebeld? Maar dat is vreemd, waarom deed ze dan niet open? Ik besluit verder geen vragen te stellen.

"Oh. Ik wou me gewoon even voorstellen hoor, niks bijzonders. Wil je anders even binnen komen?" vraag ik. Ze knikt.

Al snel zijn we in gesprek over van alles. Ik vind Erica echt super aardig. Ze woont alleen want zij en haar man zijn een half jaar geleden gescheiden. Ze heeft een dochtertje van drie, maar die is nu bij haar vader. Voor de rest werkt ze als bibliothecaresse.

"Maar Erica," begin ik, "ken jij de man die op nummer 138 woont goed?"

"Naast jou bedoel je?" vraagt ze. Ik knik.

"Jammer genoeg wel," antwoordt ze, "hij is gek. Soms loopt hij zomaar naar ons huis en loopt tientallen keren heen en weer voor de deur. Af en toe loopt hij te huilen op de stoep. Het is me maar een rare. Mijn man en ik hebben zelfs bewakingscamera's opgehangen voor de deur. Dat is dan ook de reden dat ik wist dat je langs was geweest."

Ai ajuns la finalul capitolelor publicate.

⏰ Ultima actualizare: Jul 13, 2015 ⏰

Adaugă această povestire la Biblioteca ta pentru a primi notificări despre capitolele noi!

massacreUnde poveștirile trăiesc. Descoperă acum