Hoofdstuk 20

1.4K 42 0
                                    

Milo pov

Ik voel warme dekens over me heen. De stof voelt heerlijk aan over mijn huid. Ik wurm mezelf meer in de grip van Matthyas zijn armen. We zijn beide naakt. Ik weet precies waarom. De seks van gister is nog helder in mijn gedachten. Gister avond kwamen we terug, waarna Matthyas me gelijk mee naar boven trok. Me op bed duwde. Me uitkleedde en boven me ging hangen, en me de beste seks die ik ooit had gehad te beloven. En dat deed hij. Ik was uitgeput. Hij sloot me in zijn armen onder de dekens en aaide en kuste me over mijn hoofd tot ik in slaap viel. Ik probeer niet te denken aan het moment dat dit stopt, want het stopt ongetwijfeld een keer. Er komt een moment dat dit stopt. Want Matthyas en ik zijn nogsteeds niets meer dan seks partners. Iemand die je even op belt voor je eigen behoeftes, en daarna weer alleen laat. Je geeft niet zo zeer om gevoelens voor elkaar. Überhaupt geen gevoelens.

Maar ik heb hoop. Dit weekend had, dankzij dat ik langer bleef en hem overtuigde om iets met me te gaan doen, ons dichterbij elkaar gebracht. Mijn gevoelens voor hem zijn alleen maar sterker geworden. Ik hou nog meer van hem dan ik al deed. Zolang ik maar bij hem kan zijn voel ik me gelukkig. Op dit soort momenten kan ik me niets bedenken dat ik liever zou willen. En ik heb hoop dat hij zich er ook zo over is gaan voelen. En misschien 'ons' een kans wil geven. Dat er echt een ons komt. Dat we een manier gaan zoeken hoe dit kan werken. Want ik wil dat het werkt.

Ik hoor zijn ademhaling versnellen, en langzaam beweegt hij. Ik draai me om zodat ik hem aan kan kijken. Langzaam opent hij zijn ogen. Zijn ogen wennen aan het licht, voor hij me aankijkt. 'Hoi' zegt hij toonloos. 'Hey' zeg ik met een zachte glimlach. Hij haalt zijn armen om me vandaan en gaat rechtop zitten. Dan laat hij zichzelf uit bed glijden. 'Ik breng je zo naar huis oké?' Zegt hij waarna hij kleding uit de kast trekt en weg loopt. Ik hoor de badkamer deur openen en sluiten, en een paar seconden later gaat de douche aan. Verbaast kijk ik hem na. Ik had verwacht dat dit moment zou komen, maar zo snel al? Na hoe we gister met elkaar waren? Een beetje gekwetst zoek ik mijn kleding bij elkaar en trek het aan. Ik douche thuis wel, denk ik. Hier douchen heeft niet zoveel zin meer, het zal toch zonder Matthyas zijn.

Op de bank scroll ik een beetje op mijn telefoon. Er zijn een heel aantal appjes in een aantal groepsapps maar ik heb niet heel veel zin om het te lezen. Ik heb eigenlijk nergens zin in. Of eigenlijk ook wel. Waarom kan ik alleen maar gelukkig worden van dingen die onmogelijk zijn? Ik hoor Matthyas de trap aflopen. Hij komt de woonkamer ingelopen. 'Kom je?' Vraagt hij. Ik ga staan en loop langs hem naar de voordeur. 'Milo?' Zegt hij dan. Ik kijk naar hem. 'Is er iets?' Vraagt hij. Is er iets? Ja, natuurlijk is er iets. Begrijpt hij dan niet dat de manier waarop hij dingen doet mijn hart breekt? Of zou hij nogsteeds denken dat ik ook niets voor hem voel. Ik blijf hem even aankijken. 'Je doet...' begin ik. 'Nee laat maar, het is niets' zeg ik. 'Ik doe wat?' Vraagt hij terwijl hij me vaag aankijkt. 'Je doet afstandelijk' zeg ik. 'Je doet anders dan gister...'.

Matthyas blijft stil. Hij kijkt nadenkend omlaag terwijl zijn boven tanden zijn lip bijna kapot bijten. 'Ik zie niet helemaal wat ik verkeerd doe, je zou vandaag naar huis gaan toch? Dus l dan breng ik je naar huis. Ik ben je niets schuldig ofzo?' Zegt hij dan statig. Ik draai me om naar de voordeur. 'Nee, dat is waar, je hebt gelijk' zeg ik. Ik weet niet goed wat ik moet. Het voelt onrechtvaardig, maar hij heeft meer dan gelijk, we hebben gezegd dat we alleen voor de seks zouden afspreken, alles wat daar bij komt is een leuke extra, maar het hoeft niet.
Daar heeft hij meer dan gelijk in. En daar kan ik ook niets over zeggen. Ik kan er niet boos over zijn.

Ik open de deur en loop naar de auto. Matthyas komt achter me aan. Zijn vertrouwde petje weer op. Een winterjas over zijn hoodie, ingepakt alsof hij op wintersport gaat. Ik ga zitten en kijk uit het raam terwijl we wegrijden. De hele reis wacht en hoop ik op zijn hand. Zijn hand die hij op mijn been legt, of waarmee hij de mijne vast pakt. Waarmee hij zonder woorden toch zoveel vertelt. Waar hij ondanks zijn afstandelijkere gedrag toch elke keer zijn gevoel mee laat merken. Maar zijn hand blijft de hele reis over de stoel leuning liggen. Pijnlijk duidelijk word dat het niet meer gebeurd als we mijn straat in rijden. Matthyas rijdt door tot de hoek en stopt. Ik kijk hem aan. 'Tot morgen Milo' zegt hij kalm. Het is moeilijk af te lezen wat hij denkt nu. Hij is niet boos, of verdrietig, ook niet blij. Ik weet het niet. Ik knik en stap uit. 'Tot morgen Meneer het Lam' zeg ik toonloos en ik doe de deur dicht. Zonder nog om te kijken loop ik naar huis. Ik ben bloed chagrijnig wanneer ik binnen kom en loop zonder een woord te verspillen aan iemand in huis naar mijn kamer. Ik merk al snel dat ik niet boos ben op hem. Ik ben boos op mezelf. Boos dat ik het zo ver heb laten komen om iets voor hem te voelen. Als ik dat nooit had gedaan was ik nu blij geweest. Dan had het me niet veel gescheeld en had ik wel gezien of er nog een keer kwam. Maar nu, nu mis ik hem. Ik mis alles aan hem. Verslagen lig ik op mijn rug op bed. Vechtend tegen tranen die ik de situatie niet waard vind. Steeds terug denkend aan de afgelopen dagen. Dagen die misschien wel de mooiste van mijn leven waren. Dagen die ik nooit meer ga herbeleven. Op dat moment had ik het niet eens door, maar ik heb me nog nooit zo gelukkig gevoeld als toen.

Hij kust meWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu