12. Gemist

514 25 12
                                    

Met mijn vinger teken ik sterretjes op het beslagen raam van de trein. Nog twee uur te gaan totdat ik aangekomen ben bij de studio's. Het canvas steekt uit de booschappen tas. Het canvas voor de opdracht ''Voor iemand van iemand'' Voor Arno van Hansje. 

''Heey'' Melanie staat op me te wachten voor de studio. Ze geeft me een knuffel. ''Opdracht geslaagd?'' Vraagt ze me wijzend naar het canvas. ''Meer dan geslaagd'' Vul ik aan. Ik loop naar binnen. Voordat ik het weet ben ik al aan de beurt. In het begin moest ik weer even wennen aan al die camera's en lichten, maar nu voelt het net zoals vroeger. Wat volgens mijn moeder ook te merken was op televisie. 

''Hoi Jip'' Ik groet Jip voordat ik het podium oploop. De microfoon standaard wordt voor me op de juiste hoogte gesteld. Ik trek mijn jasje goed, schraap mijn keel en knik als teken om te beginnen met opnemen. Ik stel het kunstwerk openbaar en vertel er over. Ik zoek in de zaal naar Arno. Ik kan me er niet te lang op focussen, want ik moet door, maar ik ben er van overtuigd dat hij echt niet aanwezig is. Misschien is hij het wel vergeten of is er een andere reden voor. Hij zal het uiteindelijk wel te zien krijgen. 

In de kleedkamer rust ik uit. Niet alleen fysiek, maar ook mentaal. De opname dagen zijn zwaar, maar ik wil dit doen. Nog geen vijf minuten rust of ik word al geroepen. Het is Melanie. ''Milo'' Ze komt naast me zitten. Haar stem klinkt.. bezorgd? Ik kan het niet helemaal plaatsen. ''Wie was dat op je schilderij. ''Hansje'' Ze kijkt me vragend aan, wat logisch is. Ik begin met het verhaal te vertellen. Over Arno en zijn schilderijen, over zijn vrouw en over hem. ''Milo'' Onderbreekt ze me. ''Ik heb het verhaal al gehoord. Ik wilde er alleen zeker van zijn of ik juist zat'' Ik kijk haar niet begrijpend aan. ''De dochter van Arno heeft me gecontact. Arno is gister opgenomen..'' Mijn ogen groeien. Ik voel een misselijkheid in mijn maag. ''Is het ernstig?'' Het duurt even voordat ze antwoord geeft, maar haar ogen maken het al duidelijk. ''De dokters hebben hem nog een week gegeven..'' 

Ze legt haar hand op de mijne. ''Ik snap dat dit vreselijk is om aan te horen, maar ik wilde het je vertellen en..'' ''En?'' Vraag ik zenuwachtig. ''Arno's laatste wens was om jou nog even te spreken'' Dit keer verdwijnt het misselijke gevoel, maar voor in plek ontstaat er een brok in mijn keel. Die lieve man, die man die ik dit als laatste gun. ''Kunnen we nu naar hem toe?'' ''Je bedoeld echt nu nu?'' Vraagt Melanie na. Ik knik mijn hoofd. ''Ik wil hem zijn laatste wens vervullen en dat het liefst zo snel mogelijk'' Ik zie dat Melanie in overleg is en knikt daarna naar mij. Ze wenkt me en ik volg haar. 

De auto komt tot stilstand. Voor me zie ik een groot gebouw met daarop de letters ''Amsterdam UMC'' We stappen uit en lopen naar binnen. Voor de balie blijven we staan. Een jongeman met donkerbruine ogen en een koptelefoontje op staart naar me totdat ik wat zeg. ''We komen voor Arno..'' De man achter de balie kijkt me vragend aan. ''Sorry ik heb verder geen achternaam voor je'' Zeg ik teleurgesteld. Hier hebben ze natuurlijk niks aan. ''Ik kan jullie niet verder helpen.'' De man achter de balie zet zijn koptelefoon weer op zijn oor en gaat verder met waar hij mee bezig was. Ik kijk teleurgesteld weg. 

''Hey'' Een vrouw rond de vijftig tikt ons aan. Ze kijkt naar het grote canvas die uitsteekt, dan naar mij en dan naar Melanie. ''Jullie komen voor Arno zeker'' ''Ja'' Roepen Melanie en ik in koor. ''De vrouw, die zich voorstelde als Lies, neemt ons mee naar boven, ze vertelt een aantal dingen, maar eerlijk gezegd kan ik mijn aandacht alleen maar focussen op het feit dat we steeds dichter bij Arno in de buurt komen. ''Hier is het'' Lies laat ons voor in de kamer. In de kamer hangt een ziekenhuis geur, maar die focus verdwijnt al snel als ik Arno zie liggen. 

Zijn ogen staan moe, maar zijn glimlach staat breed. Op zijn ziekenhuisbed, waar hij in ligt hangt een naambordje met daarop ''Meneer Veen'' Hij begroet me en schudt me de hand. De hand waaraan allemaal buisjes vast zitten. Ik wil vragen hoe het gaat, maaar natuurlijk weet ik dat het slecht gaat. Arno wijst naar het canvas. Ik knik. ''Voor u'' Zeg ik, terwijl ik het grote canvasdoek tevoorschijn tover. ''Klaar voor'' Hij knikt en vouwt zijn handen in elkaar. Ik draai het doek om en lees de emoties van zijn gezicht. Even is het stil. Een stilte vol emotie. Arno kijkt blij, maar ik zie een traan over zijn gezicht rollen. ''Wat prachtig'' Hij trekt de gevouwen handen naar zijn gezicht toe. Lies aait over zijn arm heen en ik zie ook bij haar een traan vallen. Het enige wat ik kan doen is lachen. Dat ik iemand nog zo blij heb gemaakt. 

''Kijk'' Zegt Arno tegen de dokter die ik net binnen hoorde komen. Ik heb hem nog niet begroet, doordat ik geen enkele emotie van Arno wil missen. In mijn ooghoeken zie ik de dokter naar het schilderij staren, waardoor ik ook naar het schilderij ga staren. ''Het is prachtig meneer Veen'' Hoor ik een lichte mannenstem zeggen. De stem die ik maar al te goed ken. De stem die me binnen een miliseconde naar hem laat kijken. Ik staar recht in zijn ogen. De felblauwe ogen die ik al jaren heb moeten missen. 

Ik ben terug en dit keer een spannend en lang hoofdstuk!!! Geniet nog even van jullie avond en morgen nog even knallen en dan weekend yehesss :) xx

Kwijt, voor altijd?Donde viven las historias. Descúbrelo ahora