Hoofdstuk 35

6.5K 374 67
                                    

Hoofdstuk 35


Sarah

We hadden de hele nacht gepraat, tot de kerkklok vijf uur in de ochtend sloeg. Vermoeid waren we naar bed gegaan. Mijn moeder had mij een nachtkus gegeven, iets wat ze nog nooit gedaan had. Het was raar om weer in mijn eigen kamer te zijn. Beelden van de tijd met Samuel schoten door mijn hoofd heen. Ik slikte een brok in mijn keel weg. Zou hij nog leven? Gek genoeg schoten mijn gedachten ook naar Freek. Ik zag hem als mijn beste vriend, al kende ik hem nog maar kort. Ik lag in mijn bed, maar kon de slaap niet te pakken kregen, en dat leek mij eigenlijk ook best wel logisch. Ik draaide van zij naar zij. Ik had geprobeerd op mijn buik te slapen, op mijn rug. Maar het leek wel alsof alles in mij nog steeds alert was. Het was voorbij. Ik hoefde niet meer alert te zijn. Daan ging vast voor velen jaren de cel in. Ik zuchtte. Tegen zeven uur besloot ik op te staan en sloop naar beneden. Ik had geen idee of mijn ouders wel sliepen, of ze net zoals mij ook de slaap niet te pakken konden krijgen. Ik ging op de bank zitten, en een rilling liep over mijn rug heen. Hier was het allemaal begonnen. En ineens walgde ik van dit huis. Hoe kon ik hier wonen? Hier was alle ellende begonnen. Hier had Daan mij voor het eerst verkracht. Ik schudde mijn hoofd en een traan rolde over mijn wang heen. Ik hoorde zacht gestommel op de trap en even later sloeg iemand een arm om mij heen. 'Kan je niet slapen meisje?' Vroeg de tedere stem van mijn moeder. Ik knikte stilletjes. 'Dat begrijp ik. Sarah...', ze zuchtte diep. 'Het spijt mij zo dat wij er nooit echt voor jou waren. Als we dat wel gedaan hadden...', haar stem stierf weg. Ik beet op mijn lip om meer tranen tegen te houden. Ik wist al wat ze ging zeggen. 'Dan was dit misschien wel niet gebeurd', gooide ze er in een adem uit. Ze wendde haar blik van mij af, maar het voorkwam niet dat ik een glinstering in haar oog zag. Ze huilde. Ik knuffelde mijn moeder stevig. Voor het eerst sinds lange tijd weer. De laatste keer dat ik haar knuffelde of zij mij knuffelde, was toen ik nog een klein kind was. Een beverige zucht verliet mijn mond. 'Het komt allemaal goed meisje', stelde mijn moeder mij gerust. 'Ik beloof je dat wij beter op je zullen letten. Dat wij zullen veranderen. We zijn zo 'n slechte ouders geweest', een luide snik ontsnapte uit haar mond. Ik wilde dat ik kon zeggen dat ze dat niet waren geweest. Maar dan zou ik liegen. Ze waren er nooit voor mij. 'Ik en papa gaan naar een soort cursus, ik beloof het je. We gaan ons honderd procent inzetten, en we gaan jou meer steunen.'

Ik knikte langzaam, de overload aan informatie verwerkend. 'Heeft hij jou eigenlijk nog meer dingen aangedaan dan alleen maar ontvoerd?' Een ondertoon in haar stem verraadde dat ze het antwoord al wist. Ik slikte hoorbaar en knikte vervolgens. 'Wat lieverd?' Fluisterde mijn moeder. Ik veegde een traan weg uit mijn ooghoek. 'Hij was ook lief tegen mij', bracht ik er moeizaam uit en stak mijn pols uit. Mijn moeder schrok en sloeg een hand voor haar mond. 'Heeft hij dat gedaan?'

'De hechtingen ja. Maar de wond heb ik zelf gemaakt. Mam, ik was hopeloos', ik slikte. Dit gesprek koste mij meer moeite dan verwacht. Mijn moeder knikte. 'Ben je verliefd op hem?'

Ik keek mijn moeder met grote ogen aan. Dacht ze serieus dat ik gevoelens voor hem had? Ik schudde mijn hoofd. 'Nee zeker niet. En ook nooit gehad.' Mijn moeder gaf mij een knuffel, eentje waardoor de tranen over mijn wangen begonnen te stromen. Ik moest haar warmte al veel te lang missen. 'Ik was zo bang dat je nooit meer terug zou komen', fluisterde ze in mijn haren. Langzaam maakte ik mij los. Mijn moeder glimlachte verdrietig naar mij. 'Ik maak wat ontbijt voor je klaar.'

Ik knikte maar. Ik had geen honger, maar ik wist dat ik wel iets moest eten. Ik moest op krachten komen en ik moest zeker weer een paar kilo aankomen. Mijn moeder verdween in de keuken en ik hoorde haar in de weer gaan met borden en pannen. Even later verscheen ze met twee borden. Ze gaf mij een bord aan en ik keek verrast naar hetgeen wat ik erop aantrof. Ze had pannenkoeken gebakken. Ik keek mijn moeder dankbaar aan en perste er een glimlachje uit. Zwijgend en zo traag als een schildpad aten wij onze pannenkoeken op. De tijd verstreek tergend langzaam, terwijl ik en mijn moeder op de bank zaten. Zwijgend. Mijn vader kwam twee uur later naar beneden, hij zag er afgemat uit. Hij gaf mij een knuffel en verdween daarna. Mijn moeder zei dat hij naar zijn werk vertrok. Mijn vader was altijd al een workaholic geweest. Maar toch had ik ongelovig mijn hoofd geschud. In de middag werd er aangebeld. Mijn moeder stond op van de bank, waar wij al die tijd starend voor ons uit hadden gezeten, en maakte de voordeur open. Ik hoorde voetstappen richting de kamer komen. Twee mannen kwamen binnen, beiden keurig gekleed. Ze gingen tegenover mij zitten en mijn moeder stelde voor om een bakje koffie te zetten. 'Ik ben rechercheur Stevens en dit is mijn partner Jones', de man glimlachte naar mij. Nu pas herkende ik hem van vannacht. Onbewust schoot er een rilling door mij heen. 'Hoe gaat het nu met je Sarah?'

Ik haalde mijn schouders op. Ik had ook werkelijk geen idee. 'Wij zijn hier om je een paar vragen te stellen met betrekking tot het onderzoek...'

Ik knikte. 'Is goed.' Mijn moeder kwam terug met een dienblad vol koffie en zette een mok voor mijn neus neer. De rechercheurs bedankte haar voor de koffie en Stevens richtte zich tot mijn moeder. 'Misschien is het beter als u even weg gaat.' Mijn moeder keek hem verbaasd aan maar verdween toch. Hij wendde zijn blik naar mij en glimlachte. 'Onze eerste vraag is misschien een beetje apart, maar hoe zie jij Daan?'

Ik fronste mijn wenkbrauwen en dacht een tijdje na. Hoe zag ik Daan eigenlijk? Gedachten raasden door mijn hoofd. Ergens had ik medelijden met hem. Ergens vroeg ik mij af hoe hij het zover had laten komen. Ik schudde zuchtend mijn hoofd. 'Ik heb misschien wel medelijden met hem.'

De rechercheurs fronsten beiden hun wenkbrauwen en gaapten mij ongelovig aan. Vervolgens herstelden zij zich weer en Stevens knikte. 'Ik vraag mij af hoe het zover heeft kunnen komen', voegde ik eraan toe. 'Maar ik weet wel dat hij weg mag rotten achter de tralies.'

Jones had zijn notitieboekje erbij gepakt en begon ijverig te pennen. Ik pakte mijn koffiemok en nam voorzichtig een slokje. 'Daan is al op jonge leeftijd in aanraking geweest met justitie. Hij heeft niet de beste opvoeding gehad', zei Stevens en met moeite perste hij er een glimlachje uit. 'Wij moeten alles weten wat daar is gebeurd Sarah.'

Ik keek ze een voor een aan. Alles? Ik slikte. 'Hij heeft mij mishandeld', bracht ik er met veel moeite uit. 'Maar verder niets.' De woorden rolden zo over mijn lippen heen. Stevens fronste zijn wenkbrauwen. 'Wij hebben van Luuk gehoord dat dat anders zat. Hij heeft jou niet verkracht?'

Ik schudde langzaam mijn hoofd. Waar was ik mee bezig? Beschermde ik hem nou? Mijn hoofd begon te trollen en een misselijk gevoel kwam in mij naar boven. Ik beschermde hem. Ik kon er alleen nog niet bij waarom. Stevens knikte bedachtzaam. 'Nou ja, we hebben toch voldoende om hem levenslang achter de tralies te krijgen. Voor moord en ontvoering. En ook voor geweldpleging.'

Mijn oren spitsen zich toen hij het woord ''moord'' uitsprak. 'Moord?' Herhaalde ik hem.

'Samuel is overleden aan de schotwond', zei Jones voorzichtig. Stevens sloeg zijn ogen neer. Mijn wereld stortte in. Samuel was er niet meer. Hij kon mij niet helpen. Ik sloeg mijn armen voor mijn gezicht en een traan rolde naar beneden. 'Sarah?' Hoorde ik de bezorgde stem van een van de rechercheurs. Een hand werd op mijn schouder gelegd. Ik duwde de hand weg. 'Ga weg', siste ik. 'Laat mij met rust.' Zodat ik in mijn eentje kan rouwen, dacht ik erachteraan.


Freek


Ik werd wakker geschud door een enthousiaste Jolene. 'Freek, wakker worden! Oh my god, Freek!' Schreeuwde ze in mijn oor. Ik opende kreunend mijn ogen en wilde mij weer omdraaien, toen Jolene mij tegen hield. 'Ik had net de politie aan de telefoon, ze hebben Sarah. Ze is vrij Freek!' Schreeuwde ze opnieuw in mijn oor. Ik wreef in mijn ogen en verwerkte het nieuws wat ik zojuist had gehoord. 'Is ze, echt vrij?'

Jolene knikte. 'Oh en ze willen jou graag nog spreken. Of je aangifte tegen hem wil doen vanwege geweldpleging.'

Ik knikte. 'We moeten naar haar toe', schoot er ineens door mij heen. 'We gaan naar Sarah.' Ik wilde snel opstaan maar Jolene hield mij tegen. 'Te snel opstaan is niet goed. En we gaan nu niet naar haar toe. De politie heeft mij geadviseerd haar even de rust te gunnen.' Ze glimlachte naar mij. 'We gaan volgende week wel naar haar toe.'

Ik kon het nog steeds moeilijk geloven. 'Ze is weer terug. De politie heeft haar op tijd gehaald.' Ik kon niet wachten om haar te zien, maar ik begreep wel dat ze de rust nodig had. En nu maar hopen dat Daan levenslang de gevangenis in ging.


——-

Oh jeeh. Hoe gaat Sarah straks reageren op Freek?

Sarah, part twoWhere stories live. Discover now