Hoofdstuk 23

227 18 0
                                    

'Kristie!' hoor ik iemand fluisteren. 'Kristie word wakker! Dalijk is het te laat!' hoor ik weer. Ik open mijn ogen en tref mezelf op de grond. 'Kristie hij komt!' sist Gio. Ik ga rechtop zitten en kijk rond. Het gekraak van een deur die open gaat galmt door de gang. Hij opent mijn cel en hurkt voor me neer. 'Je gaat met mij mee' sist hij. Hij pakt mijn arm vast en sleurt me mee de trap op. We komen uit in een kamer. Hij duwt me naar binnen. 'Vermoord me dan' zeg ik terwijl ik opsta. Zijn kille lach vult de kamer. 'Nee, dat is te makkelijk. We gaan ergens heen waar niemand je kan vinden' zegt hij grijnzend. Ik loop naar het raam. 'Waag het' sist hij. Ik trek aan het gordijn waardoor het naar beneden valt. Ik scheur het en bind het op mijn hand. 'Ik heb mijn pols gekneusd' zeg ik simpel. 'We gaan' zegt hij streng. Hij pakt me weer bij mijn arm beet en neemt me mee. 'Wat gebeurt er met Gio?' vraag ik simpel. 'We dumpen hem ergens onderweg' zegt hij grijnend.

Ik en Gio worden in een busje gegooid. De deuren worden dichtgegooid en het busje begint te rijden. 'Waar gaan we heen?' vraagt Gio. Ik haal mijn schouders op. 'Ze dumpen jou halverwege. Ga naar het zuiden. neem contact op met Max en vlucht naar Azië' vertel ik. In de achterbak van het busje, waar wij dus zitten, begint iets te rammelen. Ik kijk rond en zie een tang liggen. 'Gio zijn jouw handen vastgebonden?' vraag ik. 'Ja, met handboeien' zegt hij. Ik kruip naar het voorwerp wat een tang blijkt te zijn. Ik kijk naar de deuren. Er zit donker glas in. 'Gio we gaan weg' meld ik. Ik knip met de tang mijn handboeien los en die van Gio. 'Bedek je hoofd' zeg ik. Met al mijn kracht gooi ik de tang door het glas. 'Spring!' schreeuw ik. Gio duikt door de ruit en rolt over de grond. Ik spring hem achterna en we rennen weg. Het busje komt tot stilstand en mensen beginnen te schieten. We rennen het bos in. Snel kijk ik achterom. Ik vang nog snel een glimp van de baas.

'We rusten hier even' meld ik. We stoppen met rennen. Gio laat zich tegen een boom vallen. 'We gaan naar het zuiden zoals ik zei. We nemen contact op met Max Jullie vluchten naar Azië. Ik blijf hier' vertel ik. Hij kijkt me vragend aan. 'Waarom ga jij niet meer?' vraagt hij. 'Ik ga de baas vermoorden.'

We lopen langs een weg. In de verte staat een telefooncel. 'Bel Max' beveel ik. 'Ik heb geen geld' zegt hij. 'Als je een beetje schut kan je al bellen' vertel ik. Hij knikt en trekt een sprintje naar de telefooncel. Hij begint eraan te schudden en uiteindelijk hoor ik hem praten. Ik kom bij de telefooncel wanneer Gio net ophangt. 'Hij is hier een paar kilometer vandaan' zegt hij. Ik knik en we vervolgen onze weg.

'Kris!' hoor ik iemand roepen. Een auto komt langs ons rijden. 'Hebben jullie een lift nodig?' vraagt Max met een grijns. Ik stap in gevolgd door Gio. 'Ik dacht dat je dit wel wilde gebruiken' zegt Max terwijl hij een paar messen aan me geeft. Ik knik naar hem en pak de messen aan. 'We gaan naar mijn tijdelijk onderkomen' zegt max grijnzend. Hij geef flink gas en de auto schiet vooruit.

We stoppen voor een enorm huis. 'Is dit van jou?' vraagt Gio verbaast. Max knikt trots en loopt naar binnen. 'Pak je spullen jullie gaan weg' meld ik zodra we binnen zijn. Max kijkt me raar aan. 'Jullie gaan naar Azië. ik blijf hier en vermoord de baas' vertel ik. 'Jij bent echt onzelfzuchtig' zucht hij. Ik knik en loop verder het huis in. 'Waar zijn je wapens?' vraag ik. Max wijst naar een deur. Ik loop naar binnen en vind een groot wapenarsenaal. 'Neem zoveel mee als mogelijk' zeg ik. Zelf pak ik een handpistool en wat messen. 'Max, heb je een snelle auto?' vraag ik. Hij knikt trots. 'Jullie nemen die auto. Vertrek en kom niet meer terug. Nooit' zeg ik nadrukkelijk. Ze knikken langzaam. 'Zijn mijn ouders nog in Frankrijk?' vraag ik aan Max. Hij knikt. We lopen de kamer uit. 'Mag ik de autosleutels van de truck?' vraag ik. Max pakt de sleutels uit mijn jaszak en geeft ze aan mij. 'Tot ziens' mompel ik. Ik ren naar buiten door de regen, naar de truck.

Het begint te waaien en onweren. Ik ben drie uur verder en zit nog steeds in de auto. Zonder nog contact te hebben met Max of Gio. De straatlantaren verlichten de wegen. De wegen die ik ga naar hel

A shadow can kill you.Where stories live. Discover now