Deel 11

369 10 3
                                    

Ik laat me op Matthy's bed vallen en pak mijn telefoon. Op mijn achtergrond zie ik een foto van Tobias en mij. Ik sluit mijn ogen en leg mijn telefoon weg. Ik draai me op mijn zei en open mijn ogen weer.

Mijn blik valt op een foto van Matthy en Carolijn. Er rolt een traan over mijn wang. 'Waarom doe ik dit voor jou?' Vraag ik mezelf zachtjes.

Mijn hele leven word ik al gepest door mijn broers. En Matthy is de ergste. Hij verlinkt me altijd, hij wilt altijd alles weten en hij weet altijd alles beter. En toch verziek ik mijn eigen leven, zodat ik dat van hem kan redden.

Ik denk terug aan Tobias. Hoe hij als zo'n hopeloos ventje in het ziekenhuis bed lag. Er rolt een traan over mijn wang. Ik mis hem. Ik wou dat hij hier was. Dan zou hij zijn warme armen om me heen slaan en me stevig vast zou houden.

Ik voel mijn ademhaling rustiger worden. Ik word een beetje slaperig en het voelt alsof mijn droom uitkomt. Ik voel twee warme armen om me heen. Met moeite open ik mijn ogen en meteen veranderd mijn droom in een nachtmerrie.

Als ik zie dat Matthy zijn armen om me heen heeft geslagen, spring ik meteen op. 'Matthy, ga toch weg! Laat me gewoon een keer met rust!' Schreeuw ik.

zonder iets te zeggen staat hij op, maar hij loopt niet de kamer uit. Hij loopt naar zijn kleding kast. Een paar seconden later worden er wat kleding stukken in mijn gezicht gegooid. Ik raap de kleren op en bekijk ze. Een bankzitters broekje en een trui.

'Wat moet ik hiermee?' Vraag ik. 'Aandoen.' Zegt hij. Ik heb geen zin in een discussie, dus ik trekt de kleren maar gewoon aan. 'Ik zal even buiten de kamer wachten.' Zegt Matthy onzeker als ik me ineens begin om te kleden. 'Hoezo. Je bent toch gewoon mijn broer?' Vraag ik. Hij kijkt me even met een verdrietige blik aan. Dan loopt hij naar zijn kleding kast en pakt ook een outfit.

Zijn blik is wel terecht. Het is best triest dat wij elkaar gewoon niet vertrouwen ondanks dat we familie zijn. Al mijn vrienden hebben allemaal leuke familie foto's in de woonkamer hangen. Alle familie foto's bij mij thuis zijn foto's zonder mij of foto's waarbij ik geplaagd word door mijn broers. Mijn favoriete foto is de foto waarbij Matthy en Jesse mij optillen. Matthy houdt mijn benen vast en Jesse mijn armen.

Matthy klopt op zijn bed. Met tegenzin ga ik bij hem zitten. Ik zit met mijn rug naar hem toe. 'Ik wil je echt helpen Myra, maar ik kan je niet helpen als je mij de waarheid niet verteld.' Zegt hij zacht. Ik zucht. 'Sommige dingen hoef jij gewoon niet te weten.' Antwoord ik.

'Schaam je je voor Tobias?' Ik kijk hem verbaasd aan. 'Wat bedoel je daar nou weer mee?' Vraag ik. 'Hoelang heb je al een relatie met hem?' Vraagt hij. Ik zucht. 'Een half jaar.' 'En je was gewoon van plan op ons nooit over hem te vertellen. We zijn je familie.' Zegt Matthy. 'Zo voelen jullie niet.' Zeg ik zacht. Er rolt een traan over mijn wang.

Het is stil. 'Waarom heb je ons niet over Tobias verteld?' Vraagt Matthy voorzichtig. 'Ik was bang.' Zeg ik. 'Waarvoor?' Vraagt hij. 'Ik was bang dat papa en mama boos zouden worden.' Antwoord ik zacht. Er rollen nog meer tranen over mijn wangen. 'Ik kan echt niks goed doen bij hun.' Zeg ik zacht snikkend.

Ik laat mijn hoofd in mijn handen vallen en begin hard te snikken. Ik voel twee warme armen om me heen. Ik leun tegen Matthy aan. 'Ssstt, het komt goed. Maak je geen zorgen om papa en mama.' Hoor ik hem fluisteren.

Ineens laat hij me los. Hij staat op van zijn bed en loopt naar de deur van zijn kamer toe. Hij opent de deur en rent snel zijn kamer uit. Een minuutje later komt hij weer binnen. Hij sluit de deur en hij sluit zijn gordijnen. Dan doet hij zijn licht uit en slaat hij zijn bed open.

Matthy gaat in zijn bed zitten en opent dan zijn armen. Ik kijk hem vaag aan. Ik vind het al verschrikkelijk om hem überhaupt een knuffel te geven.

'Kom op. Ik ben je grote broer.' Zegt hij. 'Vertrouw me nou gewoon.' Zegt hij. 'Dat is verrekte lastig Matthyas.' Antwoord ik terwijl er weer een traan over mijn wang loopt. 'Ik had je ook gewoon bewusteloos op dat feest kunnen laten liggen hoor.' Zegt hij. Ik lach. 'Dan had je gezeik gehad met papa en -.' Ik word afgekapt door Matthy.

'Ik had je ook thuis kunnen brengen, dan had je nu huisarrest. Dan had je je leuke vriendje helemaal niet gezien.' Zegt hij. 'Ik had je ook niet naar Tobias kunnen brengen, maar ik heb het toch gedaan.' Zegt hij. 'Ik ben speciaal voor jou heen en weer gereden naar het politiebureau, toen naar het ziekenhuis en daarna weer naar het politiebureau. Ik heb al een week geen video's gemaakt of geüpload, omdat ik jou belangrijker vind. En nog steeds vertrouw je mij niet.' Zegt hij.

Ik staar naar mijn handen. 'Ik weet hoe het voelt om de liefde van je leven als een hopeloos figuur in het ziekenhuis te zien liggen.' Zegt hij. Ik jij hem verbaasd aan. 'Hoe bedoel je?' Vraag ik.

'Toen ik zo oud was als jou, belandde mijn vriendinnetje ook in het ziekenhuis. Ze was bijna alles vergeten. Het brak mijn hart toen ze zei dat ze niet wist wie ik was.' Ik denk weer aan Tobias. Wat als hij mij ook is vergeten.

'Ik hoop echt niet dat Tobias jou ook vergeet. Dat verdien je niet.' Zegt hij. 'Jullie zijn leuk samen en jullie geven om elkaar. Anders zou hij nu niet in het ziekenhuis liggen.' Zegt Matthy. Er rollen weer een paar tranen over mijn wangen.

'Ik ben er voor je Myra.' Zegt Matthy terwijl hij zijn armen weer opent. Ik heb geen zin meer om te vechten. Ik ben op. Ik klim naar hem toe en laat me in zijn armen vallen. Hij houdt me stevig vast. Ik huil, heel veel. Alles komt eruit. Alle verdriet, alle frustraties.

Na een tijdje gaat hij voorzichtig liggen. Ik lig tussen zijn benen, mijn hoofd op zijn borst kast. Zijn armen zitten nog strak om me heen. En voor ik het weet val ik in een diepe slaap.

Het zusje van... // bankzittersNơi câu chuyện tồn tại. Hãy khám phá bây giờ