4: De Krullenman En De Bus

3 0 0
                                    

POV Sonja

Ik vecht tegen de neiging om achteruit te schuifelen. Ik mag niet in het hoekje vast zitten. De bus stopt opnieuw bij een halte. Mensen lopen voorbij, maar de mannen blijven rond me heen staan. Ik weet dat ik niet weg kan, zelfs al houden ze me niet echt vast. Ze zouden mij tegenhouden. De donkere ogen die dreigend naar me staren vertellen genoeg.

Zwijg of het wordt gevaarlijk.

Ik moet mijn hoofd koel houden, niet handelen vanuit emotie. De angst giert door me heen, maar ik haal bewust langzaam adem. Inademen één, twee en weer uitademen één, twee, drie en vier. Ik wil hier weg, maar kan het niet. Het bloed ruist door mijn oren. Ik voel mijn hart bonken in mijn keel. Kalm blijven Sonja. Kalm, kalm, kalm. Enkel kalmte kan me redden. Ik moet elke beweging bewust maken en ervoor zorgen dat ik niets doe waar ik later spijt van zal krijgen.

Bij de volgende halte gaan er wat mensen naast ons staan, aangezien de bus al erg vol begint te worden. De man met korte, zwarte krullen staat tegen me aan, de anderen blijven in hun kringetje rond mij heen. Maar wat nu anders is dan bij de vorige halte, is dat er recht voor mij een tiener is. Het voelt goed om iemand te hebben die tussen mij en de mannen staat. De vrouw met glanzend zwarte huid weet niet dat ze mijn levend schild, bufferruimte is. Haar roze rugzak drukt tegen mijn buik. In mijn ooghoeken zie ik de krullenman, hij lijkt niet naar mij te kijken.
Dan krijg ik een idee. Iets wat fout kan lopen, maar ik echt moet proberen. Mijn smartphone bevindt zich in mijn linker jaszak. De engste man staat rechts van mij.
Ik bevind mij nog in het openbaar vervoer, ik moet de sociale druk als mijn voordeel gebruiken. Het zou opvallen als er iemand mijn telefoon uit mijn handen zou grissen, toch? Ondanks het feit dat ik niet gelovig ben, bid ik alle goden waarvan ik ooit heb gehoord om hulp. Langzaam glijden mijn vingers over de rits. Ik trek het zo langzaam mogelijk naar beneden, in de hoop dat niemand het hoort. Dan voel ik het koude glas. Ik zucht opgelucht. De man draait zijn hoofd meteen, onze blikken raken. Ik voel zijn pupillen in de mijne priemen. Al mijn spieren spannen aan. Wanneer de bus sterk remt en iedereen zijn evenwicht opnieuw zoekt, neem ik het toestel vast. Shit. Ik heb mijn vingerafdruk nodig die van mijn rechterduim. Dit gaat niet lukken, het was een dom idee, ze gaan me pijn doen, ik moet gewoon doen wat ze vragen,...
De gedachten razen door mijn kop. Maar één zinnetje stopt alles.
Wat als ze willen dat ik afstap?
Ik moet alles eraan doen om te vermijden dat ik de bescherming van de onwetende mensen rond me heen kwijt raak.

Ik ontgrendel de smartphone. Daarna verstuur ik razend snel "SOS" naar mijn beste vriend, mijn vader krijgt hetzelfde berichtje. Wanneer mijn telefoon nog steeds niet uit mijn zak getrokken wordt typ ik snel ook nog de woorden "bus" en "mannen". Ik onderdruk de neiging om rond me te kijken wanneer ik nog steeds geen reactie opmerk van de mannen. Vliegensvlug denk ik na. Geluid uit, vader bellen, meteen opleggen. Beste vriend bellen, meteen opleggen, moeder bellen, meteen opleggen. Iemand zal toch wel merken dat ze gebeld werden?
Dan herinner ik mij hoe ik mijn locatie kan versturen. Mijn vader is een IT'er en dit is nu mijn grote voordeel.
Ik zoek het paperclip symbooltje in het tekstvak en druk daarna op locatie. Ik krijg een tekst met uitleg op mijn scherm, dit is niet het juiste moment. Zo snel mogelijk druk ik steeds op doorgaan. Daarna heb ik eindelijk geselecteerd dat ik mijn live-locatie wil delen. Nu vraagt het voor hoe lang ik mijn locatie wil delen, 8uur is het langste mogelijk. Ik hoop dat het niet langer nodig is na 8uur.
Verstuurd.
Mijn vader heeft mijn locatie.

Meteen nadat ik mijn telefoon op slaapstand zet, voel ik hoe de krullenman zijn zware laars op mijn sandalen plaatst. Hij verplaatst zijn gewicht en ik bijt op de binnenkant van mijn wang.
Hij heeft het gezien. Hij weet het.

Wat als hij mij wilt doden?!

Ik dwing mezelf opnieuw om langzaam te ademen.
Ik heb al erg veel gedaan, mijn ouders en beste vriend kunnen mij redden.

Redden. Ik heb redding nodig. Het voelt alsof ik nu pas realiseer in hoeveel gevaar ik mij aan het begeven ben.
Mijn smartphone licht op. Mijn beste vriend belt. Ik druk weg. Een ijzeren hand grijpt het toestel. De krullenman heeft het.

Dat is het moment waar het mij allemaal te veel wordt. Mijn gedachten schreeuwen, maar mijn keel is kurkdroog. Toch voel ik dat mijn speeksel zuurder, of zouter wordt. Ik weet niet of ik bloed proef of maagzuur, maar het maakt ook niet uit. Ik voel de knoop in mijn darmen, mijn maag keert zich om. Ik wil overgeven, maar doe mijn best om alles binnen te houden.
Ik kan de schoenzool van de krullenman voelen snijden in mijn voet, maar het doet verassend weinig pijn.
Met veel moeite lukt het mij om een blik naar buiten te werpen. We zijn mijn halte al lang voorbij.

De bus remt opnieuw. Iets is anders. Is dit een halte? Ik kan niet meer uit het raam kijken.
Iets is anders. Ik kan het voelen. Er hangt een vreemde sfeer in de lucht. Het voertuig staat ondertussen volledig stil, maar de deuren openen niet. Ik zie de vragende blik van de krullenman en het schouderophalen van een van zijn vrienden.
Mijn been begint te trillen. Ik kan de spieren niet ontspannen. Het gaat simpelweg niet.
Na wat als een eeuwigheid voelt, gebeurt er eindelijk weer iets. De busdeur die het dichts bij de chauffeur is opent, ik kan het horen. Mensen schuifelen heen en weer. En dan zie ik het.
Een politie agent wringt zich door de mensenmassa heen.
Oogcontact voelde nog nooit zo goed.

Losse VerhalenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu