7) Frank

700 18 23
                                    

Pov Robbie:

Ik word wakker met een warm lichaam in mijn armen. Even schrik ik, maar zie dan die blonde haren waar ik een paar dagen geleden ook voor ben gevallen. Matthy, hij ligt in mijn armen en ik ben er zeker blij mee. Vannacht was echt geweldig. Zijn armen waren strak om mij heen, zijn hoofd lag rustig op mijn borst en zijn been lag over die van mij heen. Mijn hand gaat door zijn blonde lokken heen. Hij beweegt een klein beetje zodat hij lekkerder ligt. Het laat me zachtjes glimlachen. Ik geef hem een kusje op zijn haar, precies hetzelfde als ik gisteravond deed.

Hoe heb ik het voor elkaar gekregen om hem in mijn armen te krijgen? Ik voel hem langzaam wakker worden. Hij tilt zijn hoofd op en kijkt me aan. "Hey.", zegt hij zachtjes en duidelijk nog niet volledig wakker. "Goedemorgen Matt.", zeg ik terug. Hij laat zijn hoofd weer op mijn borst vallen. Hij is erg moe als ik het zo zie. Ik wrijf met mijn hand over zijn rug heen. "We moeten er wel zo uit. Ik had tegen Milo gezegd dat hij en Koen me om kwart over negen konden ophalen om te ontbijten en het is nu al tien voor negen.", vertel ik de jongen die nog steeds in mijn armen genesteld ligt. "Hm, nog vijf minuutjes.", zegt hij vermoeid. "Oke dan. Speciaal voor jou."

Na vijf minuten moeten we er toch echt uit. Ik haal hem voorzichtig van me af en stap het bed af. Vrijwel meteen mis ik de warmte van zijn lichaam. Ik draai me om en kijk hem kort aan. Zijn ogen zijn nog klein aangezien hij nog niet lang wakker is. "Ik ben moe.", zegt hij waarna een gaap volgt. "Ik weet het, maar je moet er toch echt uit." Ik loop door naar zijn kant van het bed en trek hem omhoog wat hem zacht laat giechelen. "Kan ik misschien kleren van jou lenen? Anders moet ik helemaal terug naar mn hotelkamer.", vraagt hij onzeker. Ik knik meteen en heef hem een stapeltje kleren. "Bedankt!", hij verdwijnt de badkamer in om zich om te kleden. Fuck, Milo en Koen komen ook zo.

Matthy komt de badkamer uit met mijn kleren aan. Ze staan hem zeker goed. Ik bekijk hem van top tot teen. "Mijn kleren staan je goed.", ik zeg het met een kleine grijns op mijn gezicht. Hij geeft me een glimlach terug. "Bedankt."

Opeens word er keihard op de deur gebonkt. Ik schrik op. Downies. "Hey hallo.", zegt Koen wanneer ik de deur opentrek. Hij kijkt achter me langs en ziet Matthy staan die ongemakkelijk knikt. "En ook hallo Matthy.", zegt Koen grijnzend. "Nou komen jullie mee dan? Dan lopen we wel even langs Raoul, dan kunnen we met zn vijven ontbijten.", zegt Milo ons. Ik en Matthy knikken beiden en lopen achter hem aan.

"Dus, wat gaan we doen vandaag?", vraagt Raoul wanneer we aan het ontbijt zitten. Hoe we nu al zo hecht zijn en alles met z'n vijven doen vraag ik me ook af. "We kunnen de stad ingaan vandaag. Even kijken wat ze daar allemaal hebben.", stel ik voor. Iedereen stemt in.

We lopen door de drukke straten van de stad heen. Overal mensen, geluid, winkels, alles. Matthy kan daar zo te zien niet zo goed tegen. Hij had al een keer tegen me verteld dat hij niet goed tegen teveel prikkels kon, dus zo raar is het ook niet. "Gaat het nog?", vraag ik aan hem. "Ja het gaat wel, ik kan gewoon niet zo goed tegen al die drukte, maar het komt wel goed.", vertelt hij me. Ik knik. "Oke, als er wat is moet je het zeggen he?" "Zal ik doen.", zegt hij me met een glimlach.

Ik kijk om me heen naar de mensen, maar één persoon herken ik. Frank, mijn beste vriend van de bassischool. Ook al is het al zo lang geleden, ik herken zijn gezicht uit duizenden. Ik loop naar hem toe. "Frank?", vraag ik. "Robbie, maat wat toevallig!", hij trekt me in een knuffel. We hebben elkaar al letterlijk jaren niet meer gesproken. "Dit zijn Raoul, Milo, Koen en Matthy.", zeg ik wijzend naar de vier jongens die achter me staan. Ze steken kort hun hand op. "En jongens, dit is Frank. Mijn beste vriend van vroeger.", vertel ik de jongens, waarna ik me weer tot Frank keer. "Maar kerel, hoe gaat het ermee?", vraag ik aan hem. "Ja, wel goed eigenlijk!", zegt hij vrolijk. Hij begint te vertellen over zijn leven op het moment. Voor even draai ik me om naar de jongens. Koen, Raoul en Milo zijn druk in gesprek. En Matthy? Hij kijkt naar mij en Frank. De blik op zijn gezicht is moeilijk te plaatsen? Jaloezie? Boosheid? Verdriet? Ik weet het niet. Was ik maar hem. Was ik maar hem en niet mezelf.

"I'm so sick of myself, i'd rather be, rather be, anyone, anyone else. My jealousy, jealousy."

Pov Matthy:

Ik staar naar Frank en Robbie die druk in gesprek zijn. Ze lachen en praten bij. Ik ben eigenlijk best jaloers op Frank. Ik wil in deze positie staan met Robbie. Lachen, praten, lol hebben en alles in die richting. Waarom moet hij het zijn en niet ik?

Ik snap het wel, Robbie vind Frank sowieso toch veel leuker dan mij. Misschien mag hij me sowieso wel niet. Misschien haat hij me wel en doet hij alsof hij me mag. Het zou me niet verbazen als het zo is. Wie wil nou vrienden zijn met mij? Mensenschuwe Matthy, die niks durft, niks kan en niks wilt. Die persoon waar je alleen maar mee omgaat als je vrienden niet kunnen. De back up. Ik ben altijd de tweede keus. Mensen willen mij alleen als iedereen hun verlaat. Ze weten dat ik toch wel alleen ben. Dat ik niemand heb en dat ik yoch wel met ze zou omgaan. Ik kan je vertellen, dat is niet een geheel fijn gevoel.

mi amor || mabbie fanfictionWhere stories live. Discover now