- 11: Een kloof tussen mij en Remus -

7 1 0
                                    

De Dragon Wars kwamen steeds dichterbij en ik moest nog veel oefenen. Remus was een goede trainer en hij leerde me veel. Het was wel moeilijk want Lily zou eens bladeren kunnen spuwen. Elke draak heeft een bepaalde kracht waarmee hij of zij mee kan afvuren. Lily is de draak van de natuur en dus kan ze bladeren afvuren.

Ik oefende met zwaarden, bijlen, messen en pijl en boog. Ik gooide met een mes naar de oefenpop. De pop wankelde even en viel daarna op de grond. Er zat een gat in de bruine stof en er kwam stro uit de pop. Remus knielde bij de pop neer. Hij nam hem vast en sleepte hem mee.

"Kan ik helpen?" vroeg ik behulpzaam. 

"Nee, ik doe het wel alleen," zei hij en hij daalde naar beneden, naar het kamp. Ik bleef even achter en keek naar het woud. In een den had een  vrouwelijke uil haar nest gemaakt voor haar keukens. De moeder van de kleine uiltjes vloog naar het gat in de boomstronk. De mama met donkerbruine veren krijste. Ze nam haar keukens mee naar de buitenwereld. Ze kregen vliegles. Er was een keukentje dat niet goed kon vliegen en hij vloog telkens tegen de grond.

Op dat moment kwam mijn mentor terug uit het kamp. Hij had een schietschijf, een rode appel en een pijl en boog mee. Hij zette het paneel op het zachte zand en gaf mij de pijl en boog.

"De bedoeling is dat je in de roos schiet. Veel succes," fluisterde hij in mijn oor.

Ik deed wat de bedoeling was. Ik spande pees en trok hem licht naar achter en schoot de pijl. De pijl prikte in het midden van het bord.

"Goed gedaan," complimenteerde Remus me.

De moeder uil was ondertussen al weggevlogen en de kleintjes piepten angstig in de holte in de boom.

"Nu gaan we een moeilijker proef doen," zei hij en hij zette de rode appel die hij had meegenomen uit het kamp, op zijn hoofd.

Hij wandelde naar achter.

"Je moet nu door de appel  schieten maar zorg er wel voor dat je niet mijn gezicht raakt," zei hij.

Ik was angstig. Ik wilde hem niet pijn doen. Ik wilde de proef eigenlijk niet doen maar als ik die beslissing zou nemen zou ik het gevecht niet kunnen winnen. Dan zou ik gedood worden door Lily . Dan zou ik niet meer kunnen leven. Dan zou alles weg zijn. Ik raapte al mijn moed bijeen en pakte de boog vast. Ik zette de pijl in de boog. Ik trok opnieuw de pees naar achter, keek nog eens naar mijn doelwit en schoot.

De pijl vloog in een boogje naar Remus. Ik deed mijn ogen dicht om niet te zien waar de pijl geraakt was. Ik hoorde Remus kreunen van de pijn en wist wat er gebeurt was. Ik wist dat ik niet op de appel had geschoten maar op Remus. De appel lag op de grond naast de poten van Remus. Ik had de pijl in Remus zijn snuit geschoten.  Zijn neus bloedde en hij keek me kwaad aan. Zijn wenkbrauwen waren gefronst.

"Wat heb je nu weer gedaan?" vroeg hij woedend.

Ik antwoorde niet en staarde hem aan. 

"Ik wil echt jouw mentor niet meer zijn. Je bent zo nutteloos. Je kan precies niets. Alles wat ik gedaan heb voor jou interesseert jou opeens niet meer. Alles wat ik voor jou heb gedaan heeft plots geen belang meer. Je laat het zomaar voorbijgaan. Ik heb je leven gered. Dat weet je precies niet meer. Ik heb je uit de brand in het kamp gered," zei hij.

Er was geen speld tussen zijn tirade te brengen. 

"Ja, maar...," mompelde ik maar hij luisterde niet.

"Ik ga naar het kamp. Je kunt gaan," zei hij en hij liep weg naar het kamp.

 Er kwamen tranen in mijn ogen. Ik keek hem na totdat hij uit het zicht verdween. Daarna vertrok ik ook naar het portaal. Ik liep door het bos. Mijn voeten kenden de weg naar het portaal zo goed dat ze gewoon automatisch leken te gaan. Ik was boos op mezelf omdat ik Remus pijn had gedaan. Letterlijk en figuurlijk. Ik was ook verdrietig omdat hij zo boos op mij was geworden. Er stonden de volgende keer problemen op me te wachten. Ik zou geen mentor meer krijgen. Ik zou hulpeloos in de arena van de Dragon Wars verliezen en dood gaan. Dan zou Remus er niet zijn om me te helpen. Dan zou niemand mij kunnen helpen. 

Ik kwam aan bij het portaal en ik was al gewend dat ik er door mocht. Moana had opdracht gegeven aan de Meermannen dat ik door de poort kon gaan. Ik stapte in de donkerpaarse massa en deed mijn ogen dicht. Remus had me die tip gegeven omdat ik anders blind zou worden. Ik kwam aan op de zolderkamer en keek naar boven. De zon was een flink stuk gezakt naar beneden. Ik stapte uiteindelijk in bed en ging verdrietig slapen. 


Fyrheim (DUTCH)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu