2. Pretty Good

46 6 2
                                    

17 januari maandag 7:05
De wekker piept ongeduldig, mijn vingers zoeken naar het knopje om deze herrie op te laten houden. Als ik het gevonden heb druk ik erop en het geluid houdt op. Ik draai om en kreun. Ik moest weer naar school. Ik wilde me eigenlijk ziek melden want ik voel me niet lekker maar ik zit in het examen jaar dus dat lijkt me niet erg slim. Ik weet niet welke psychopaat dit aandoet aan een 16 jarige tiener maar goed. Ik trek snel een donkerblauwe broek met gaten en een grijze sweater aan. Ik pak mijn tas die naast mijn deur staat en snel de trap af. Ik haal mijn hand door mijn zwarte haren en loop naar de keuken. Ik pas er net in. Ik wil wat brood pakken alleen het is op. Ik zucht. Ik sluip ookal is er niemand. Mijn moeder is werken en er is verder niemand. Maar ik denk dat het een gewoonte is geworden om te sluipen. Ik duw tegen de deur en loop de frisse winterlucht in. Er verlaten kleine wolkjes mijn hoofd en het sneeuwt zacht. Ik houd mijn hoofd naar beneden en kijk hoe sneeuwvlokken op mijn schoenen vallen. Terwijl ik door de straten sjok zie ik hoe de lantaarnpalen langzaam uit gaan. Ik kijk op mijn telefoon. Nog maar een kwartiertje lopen. Ik ben dus over de helft. Terwijl ik langs loop zie ik een groepje jongens ze staan bij elkaar, praten wat en als ik goed kijk zie ik dat ze allemaal een pistool bij zich hebben. 1 man die eruit ziet alsof hij baas is herken ik. Zij zijn dus 'The White Snakes' waar ik over heb gehoord. Ze zijn een misdadigers bende en blijkbaar zijn ze hier. Ik besluit ze niet aan te kijken tenzij ik een nieuwe naam wil worden in hun lijst met doden. En ik denk dat ze niet bang zijn om een kind van 16 neer te schieten. Nee dat weet ik wel zeker. Ik kijk weer naar beneden en loop snel door. Ze lijken me niet gezien te hebben, of het boeit ze niet omdat ze weten dat ik te bang zal zijn om het iemand te vertellen. En dan hebben ze gelijk. Snel loop ik door zodat ik niet te laat op school zal zijn.

Ik ben net binnen voor de bel en ik weet door te rennen optijd het lokaal te bereiken.
De les verloopt zoals altijd weer saai. De leraar lult maar door en mijn klasgenoten kletsen er door heen en dan moeten we weer een preek aanhoren. En ik? Ik zit alleen bij het raam, kijkend naar buiten en mijn gedachtes op een rijtje te zetten. En ja ik zit alleen, ik heb geen vrienden. Niet dat ik geen vrienden kan maken maar ik sluit me af voor iedereen zodat ze niet meegesleurd worden in mijn ellende. Dus daarom zit ik alleen. Ik word opgeschrikt door een hoog geluid en allemaal stoelen die worden geschoven. Blijkbaar is de les uit. Ik loop naar de kantine hopend dat er een plek vrij is. Jayden, mijn vroegere beste vriend komt naast me zitten. We waren hele goede vrienden tot groep 7. Toen begon mijn moeder te drinken. Ik sloot me volledig af en sindsdien probeert hij weer vrienden te worden. Tevergeefs. Jayden zet naast me zijn tanden in een broodje. Hij kijkt me aan maar ik kijk weg. Als ik recht voor me kijk staat er een rode appel voor mijn neus. Ik kijk naar Jayden en hij trekt een brede grijns. "Eet dan" zegt hij lachend terwijl hij verder eet. Ik lach even naar hem en neem een hap. Het smaakt goed en het vult mijn maag. We praten wat. Eerst was ik wat kortaf maar toen besefte ik dat een vriend misschien goed voor me was. Tot nu toe begon de dag best wel goed. Nu alleen hopen dat het zo bleef.

The Wrong SideWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu