Hoofdstuk 7

632 53 13
                                    

Grindpoot opende zijn ogen. Hij keek om zich heen. Hij was in een groot bos. Niet in het donderclan bos. Een vuur rode kater kwam op hem aflopen. "Wie ben jij?" Vroeg Grindpoot. Vreemd genoeg was Grindpoot niet bang voor de kater, wat hij anders waarschijnlijk wel was. De rode kater negeerde Grindpoots vraag. "Pas op voor Zandpoot." Zei hij. "En als je iets verdachts ziet van Zandpoot." ,Vervolgde de rode kater, "Dan moet je dat niet melden bij iemand. Niemand zult je geloven als je ze verteld dat Zandpoot verdacht doet." De rode kater keek naar Grindpoot. "Maar wat moet ik dan doen?" Vroeg Grindpoot. Maar de rode kater was al verdwenen tussen de bomen. Grindpoot liep door. Hij kwam bij een meer. Het zag er prachtig uit. Was Maanpoot maar hier... Dacht hij. Tussen de bomen, een beetje verderop, zag Grindpoot een grijze jonge poes lopen. Maanpoot! Dacht Grindpoot. Maanpoot keek verward om zich heen. Grindpoot twijfelde geen seconde en rende op Maandpoot af. Eindelijk kunnen ik en Maanpoot alleen zijn. Dacht Grindpoot. Hij kwam glijdend tot stilstand voor Maanpoot. "Waar zijn we?" Vroeg Maanpoot. Haar ogen waren nog mooier dan in het woud. "Weet ik niet." Antwoordde Grindpoot. Hij keek omhoog, naar de maan. "Kijk naar de maan, Maanpoot." Miauwde Grindpoot. "Is hij niet prachtig?" Maanpoot keek naar de maan en toen naar Grindpoot. "Hij is wel mooi, maar ik maak me best wel zorgen waar we zijn. Wat als we hier niet mogen komen?" Grindpoot keek teleurgesteld naar de grond. Hij had gehoopt dat deze avond romantisch zou zijn, maar Maanpoot maakt zich alleen maar zorgen over waar ze waren. "Maar het is hier zo mooi..." Miauwde Grindpoot. Maanpoot staarde naar de overkant van het meer. "Wie is dat?" Vroeg ze. Grindpoot volgde haar blik. Het was de rode kater. De rode kater liep langs het meer naar hun toe. Het leek wel of hij vloog, hij ging ook heel snel. "Jullie moeten hier nu weg." Zei de rode kater. Nu herkende Grindpoot zijn stem. Het was de stem in zijn hoofd! Wie ben jij? Vroeg Grindpoot zich af, maar Maanpoot was hem voor. "Wie ben jij?" Vroeg ze. "Jullie moeten terug naar het Donderclan kamp." Zei de rode kater. "Morgen hebben jullie training." De grond verdween onder de voeten van Grindpoot. Hij opende zijn ogen. Hij was in het leerlingen hol. Maanpoot keek naar Grindpoot. Ze leek verward. De zon scheen door de ingang van het hol. Graspoot werd wakker. "Goedemorgen" miauwde Grindpoot. Grindpoot liep het hol uit. Hij vroeg zich nog steeds af wie die kat was. Het was de stem in zijn hoofd, maar was hij van de sterrenclan? En wat is zijn naam? En moest hij doen wat de kat tegen hem zei? Grindpoot besloot het later te ontdekken. Hij liep naar Uilklauw, die zich aan het wassen was naast Rotspels. "Zullen we gaan?" Vroeg Uilklauw. "Oke" antwoorde Grindpoot en ze liepen samen het kamp uit.

Warrior Cats Blauwe Ogen (#1)Où les histoires vivent. Découvrez maintenant