"Die affaire op zolder"

11 2 0
                                    







Ik had me verslapen. Alweer. Ik had nog tien minuten om op school te komen. Het was donker, het was koud, het was december en ik was moe. Ik trok een van mijn gescheurde zwarte skinnyjeans uit mijn koffer – de koffer die ik tot ergernis van mijn tante nog steeds niet had uitgepakt – plukte een willekeurig bandshirt van de stapel gedragen kleding op de grond en sjokte de trap af.

Halverwege bleef ik staan. Er was iets raars aan de hand. Ik draaide me om.

Het hele huis was nog donker. Ik wist dat het me niet zou moeten boeien; dit was niet mijn huis. Ik logeerde bij mijn oom en tante en hun twee kinderen. Bovendien was het de zorg van Avani, de au pair, om Colin en Vanessa uit bed en naar school te krijgen, niet van mij. Toch vond ik het vreemd. Het gaf me een raar gevoel. Waarom zaten de deuren van de kinderkamers nog dicht en brandde er nergens licht? Ze hadden al op school moeten zijn. Normaal was Avani nu alweer bezig met de was of het opmaken van de bedden. Misschien had zij zich ook verslapen. Misschien was ze nog onderweg terug van de school en had ze zo'n haast gehad dat ze niet eens tijd had om de gordijnen open te doen... of de deuren...

Ik haalde mijn schouders op en wandelde naar de keuken, maar ook die was donker. Ik gaf een slaperige mep tegen de lichtknoppen en zag dat er niets op tafel stond. Normaal dekte Avani de tafel voor iedereen en zorgde ze dat er thee klaarstond. Ze was erg zorgzaam en ik had haar er nooit eerder op betrapt een van haar taken te versloffen. Ze was altijd op tijd wakker.

Ik wist dat ik laat was en ik wist dat het niet hoefde, maar toch liep ik weer naar boven. Waarom begreep ik zelf niet goed. Misschien had ik een voorgevoel.

De deur van mijn tantes slaapkamer ging open. Het leek vanzelf te gaan, alsof ik in een spookhuis was, maar ze had daar een koord voor, zodat ze haar bed niet uit hoefde. Mijn tante lag graag tot laat in de ochtend in bed, tussen dikke dekens die kraakten van frisheid door Avani's goede zorgen.

'Avani, ben jij dat eindelijk? Kun je me thee brengen? Ik ben uitgedroogd.'

Een vaag licht van de opkomende winterzon scheen door de voiles voor haar slaapkamerraam. Ze zag me staan en kreeg dezelfde teleurgestelde blik als ik zo vaak bij mijn eigen ouders zag wanneer ik thuiskwam met een nieuwe haarkleur of een extra piercing.

'Oh, Chelsea schat...' groette ze ledig. 'Waar is Avani?'

'Ja, dat weet ik dus ook niet,' antwoordde ik. 'Ik denk dat ze zich verslapen heeft, ik kijk wel even op haar kamer.'

'Oh, nee, lieverd, ze ligt op zolder.'

'Wat?'

'Op zolder, de extra logeerkamer op zolder. Kom, kijk niet zo dom. Loop even naar boven.'

Ik begreep niet waarom Avani op zolder zou slapen en niet op haar eigen slaapkamer, maar liep gedwee naar boven. De deur stond open. De gordijnen voor het raam hulden de kamer in blauwe tinten. Ik klopte voor de vorm op haar deur en keek om de hoek. 'Avani?'

Het voelde alsof ik een emmer ijswater over me heen kreeg.

Daar hing Avani. Stil. Zelfs haar lange, donkere haar bewoog niet. Ze hing aan een dik stuk springtouw om haar nek, vastgeknoopt aan een houten steunbalk onder het dak. Het was alsof de tijd zelf stilstond, zo bewegingloos was de ruimte.

Zodra de tijd weer begon te lopen, sloeg ik mijn handen voor mijn mond om mijn angst te smoren.

'Avani!' Er kwam alleen een hees gefluister uit mijn keel. Ik staarde naar het bleke lichaam van de au pair, niet in staat om in beweging te komen. Mijn benen trilden zo erg dat het leek alsof de vloer bewoog.

Het lijk op zolderWhere stories live. Discover now