Proloog

41 3 0
                                    

Het deed pijn. Naar hem kijken deed pijn. De flitsen van zijn camera verblinden mijn ogen, en ik liet het toe. ''Brandy, zeg cheese!'' Ik zag zijn lippen onder de camera uit een lach vormen, het deed me niks meer.

Het is niet alsof ik boos was, ik was niet eens blij of verdrietig. Ik voelde niks behalve de stilte van mijn verborgen pijn, in een pakketje van gevoelloosheid verpakt. Op dat moment had ik geen enkel nut. Hij probeerde, en probeerde, en probeerde. Niks. Alles waar ik aan kon denken was; Waarom is het zo gelopen? Waarom? ''Brandy, kom op. Geef me een goede shot,'' Zijn handen lieten de camera lichtjes bungelen en zijn ogen verschenen. Zijn schitterde blauwe ogen. God, wat deed dat pijn. Mijn ogen waren ooit zo, de tijd voor hem. Nu zijn ze levenloos, leeg. Het is moeilijk om jezelf te herinneren dat er een tijd was dat hij niet in je leven was, want tegen de tijd dat je jezelf dat realiseert is het te laat. Niks kan dan meer stoppen wat je voelt, en op een bepaald punt wil je dat ook niet. Maar wat blijft er dan nog van jezelf over? Verpand je je ziel voor een stukje van zijn hart? Heb jij dat gedaan? Ik namelijk wel. Was het het waard? Geen idee.

Iedereen vertelt mij dat dit nog maar het begin is. Maar voor mij voelt het als het einde.

''Goed dan, morgen dezelfde tijd,'' Zijn stem rinkelde door mijn oren maar het was zo koud, hij toonde net zoveel emotie als dat ik deed. Hij legde zijn hand op mijn schouder en zijn koude vingers stuurde rillingen over mijn lichaam. Al snel hoorde ik het geluid van de metalen deur dichtslaan, en stond ik daar alleen in het donkere warenhuis. Ik voelde mezelf ongewoonlijk gemakkelijk voor iemand die net in de steek werd gelaten door haar beste vriend. Ik liep rond, en keek naar de betonnen witte muren. Ik wilde al mijn gevoel eruit rammen, en de muur indeuken. Ik wilde gewoon het gevoel hebben dat ik verandering in iets kon brengen want daar ben ik totaal in gefaald. Ik liep naar mijn leren jas die op de grond lag, en zakte erbij neer. Het rook zelfs nog naar hem. Mijn handen vonden de weg over het jasje en er ontsnapte een traan uit mijn ogen die het perfecte leer verpestte. Ja, dat is wat ik deed. Ik verpest alles wat mooi is voor mezelf. ''Hallo?'' Een mannelijke stem luidde door het warenhuis, en ik veegde snel mijn tranen weg. ''Is er iemand hier?'' Hij klonk niet bedreigend.. ''J-Ja?'' Ik praatte zachtjes, en ineens kwam een blonde jongen in zicht. ''Waar zit je?'' Een klein lachje ontsnapte uit zijn mond en ik draaide mezelf om. ''Hier,'' Ik stond op en hij stopte met lopen en keek me simpelweg in stilte aan. ''Wat doe jij hier?'' Ik plaatste mijn hand om mijn arm en beet op mijn lip. ''Ik had hier een fotoshoot, jij?'' Hij keek iedere keer achterom en pakte daarna mijn hand, me mee trekkend naar de achterdeur. ''Wat the fuck denk jij dat je aan het doen bent?'' Ik rukte mezelf los en hij keek me ineens wat serieuzer aan. ''Je moet hier nu niet zijn, kom op!'' Hij pakte me bij m'n pols en ik rukte mezelf weer los. ''Wie the hell ben jij?'' Hij zuchtte, en keek me geirriteerd aan. ''God man, hoezo een koppig kind,'' Ik haalde mijn wenkbrauw in sarcasme omhoog. ''Kind? Jij bent vast niet veel ouder dan mij,'' Ik kruisde mijn armen over elkaar heen en hij stopte. ''Kijk, het is hier gevaarlijk, je moet hier nu weg,'' Zijn ogen gaven me een serieuze blik, en ik gaf er een terug. ''Hoe heet je?'' Hij negeerde mijn vraag en pakte me stevig vast bij m'n arm. ''Ga weg, snel,''

''Luke? Gast waar ben je?'' Ineens roamde er nog een stem door het warenhuis heen, en de jongen begon te vloeken. ''Godverdomme,'' Hij beet op z'n lip en duwde me achter een container. ''Hou je klep dicht, blijf daar zitten, koste wat het kost. Oke?'' Hij knikte voor bevestiging en ik gaf een angstig knikje terug. ''Trek jezelf in, en zorg dat ze je niet zien,'' Ik deed wat me verteld werd en trok mezelf in. De jongen met de zwarte skinny jeans verdween al snel achter de palen, en ik zat daar maar angtvallig te spieken naar wat er aan het gebeuren was.

''Dus wanneer gaat het gebeuren?'' De andere jongen keek Luke aan en ik zag hem terugdeinsen. ''Colin, ik denk niet dat ik het kan,'' Ineens werd er een pistool getrokken en op Luke gericht. ''Je zult wel moeten oke? King had gezegd dat het gebeurd moest worden, en jij gaat daarvoor zorgen, got it?'' Zijn stem klonk pissed off als hell, en Luke keek als een bang van het pistool naar hem terug. ''Goed, ik laat je Maandag weten hoe het loopt,'' Luke haalde zijn handen uit de lucht, en de jongen die blijkbaar Colin heet knikte tevreden gesteld. ''Goed, zie je maandag hier om dezelfde tijd,'' het viel stil terwijl Luke wachtte tot C olin weg was. Nadat ik de bons van de metalen deur dicht hoorde klappen kwam Luke aangerend.

''Goed gedaan, maar je moet nu echt gaan,'' Hij pakte mijn hand vast, en ik rukte hem wéér los. ''Waarom moet je nou zo koppig doen?'' Hij keek me aan met een pruil lip en ik liet een glimlach zien. ''Waarom leer jij niet van je fouten?'' Hij keek me verward aan en ik deed mijn leren jack aan, waarna ik naar buiten liep.

''Wacht nou!'' Ik stopte op het geluid van zijn stem, en al snel stond hij weer naast me.

''Wat is je naam nou?'' Hij gaf me een lieve glimlach, maar van wat ik net zag was hij alles behalve te vertrouwen.

''Jessy,'' Ik gaf hem een hand, en liet hem achter met mijn valse identiteit. Maakt het uit? Nee, ik zie hem toch nooit meer. Op dit moment wil ik gewoon naar huis, en mezelf voorbereiden op de shoot van morgen.

Ik liep de straat op, met de verzonken hoop dat mijn en Niall's vriendschap ooit weer vastgelijmd kon worden. Was er maar superlijm voor zoiets he? Snel verzonk ik in mijn gedachtes en vond ik mijn weg terug naar huis, wat me ook aan hem deed denken.

Waarom?

Niall was de enige die me de weg naar huis wilde leiden.


Angel With A Broken WingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu