Hoofdstuk 8

49 5 0
                                    

Where have you gone? 

The beach is so cold in winter here.

And were have I gone, I woke in Montauk with you near.

Losing your memory - Ryan Star

Cassidy

Een klein glimlachje brak door op mijn gezicht. Ik rook de wind, de bomen, het zand. Het rook vertrouwd. De blauwe lucht stak af tegen het ruwe zand, en als er water was geweest zou dit het perfecte strand zijn geweest. 

Ik  trok mijn schoenen uit en liep naar de boom die het dichts bij me stond. Mijn voet klemde zich om de stam en behendig klom ik naar boven. De beestjes krioelde onder me, maar het kon me niks schelen. Ik was thuis. Bijna.

Elke dag als het warm was kwam ik hier met mijn ouders. We bouwden zandkastelen, klommen in bomen, dansten in het rond en lagen naar de lucht te staren. Nu was het koud, en het zand had mijn voeten nat gemaakt. Ik wreef met mijn handen over mijn armen, in een poging mijzelf iets warmer te maken. Ik opende mijn mond en begon te zingen:

De een zegt: jongen alles went.

De ander zegt dat je in de hemel bent.

Ik weet het niet, in ieder geval

Weet ik dat ik je nooit vergeten zal.

Mama, waar ben je nou?

Mama, ik hou van jou.

Het was altijd mijn lievelingsliedje van kinderen voor kinderen, al wist ik toen nog niet waar het over ging. Toen mijn ouders stierven, en ik oud genoeg was om de tekst te begrijpen, zong ik het liedje nooit meer. Maar nu stroomde de tekst uit me, en kon ik niet meer ophouden met zingen.

Dacian

Mijn benen bewogen, zonder dat ik wist wat ik deed. Ik bleef maar lopen, tot ik opeens een bekende stem hoorde. Mama, waar ben je nou? Mama, ik hou van jou.

Ik bleef staan en keek om me heen. Ik stond op een zandvlakte, met twee bomen. Ik bukte, pakte een dennenappel en gooide ermee. Een schreeuw ontsnapte vanuit mijn lippen.  Een geritsel klonk toen ik mijn mond hield, en verward keek ik op. Het geluid kwam vanuit de boom die een paar meter verderop stond. Ik trok en sprintje en stond binnen een paar seconden voor de boom. Ik pakte de laagste tak en hees mezelf op. Ik zag een blonde pluk langs vliegen, en snel keek ik omhoog. Recht in haar gezicht. 

"Cassidy?" Ze sloeg een angstig kreetje en deinsde achteruit. "Ik heb niks gedaan. Ik heb niks gedaan. Alsjeblieft, ik ben onschuldig. Ik heb niks gedaan. Ik heb niks gedaan. Ik heb niks gedaan. Ik heb niks gedaan. Ik heb niks geda..." Ze bleef maar door gaan tot ze steeds zachter ging fluisteren en haar stem stokte. Haar mond trilde en haar pupillen waren groot. Ik kreeg het idee dat ze gek was.

"Rustig Cass. Ik geloof je." Ik knikte en forceerde een glimlach. Zo snel als ik kon klom ik naar boven en sloeg me armen om me heen. "Ik doe je niets, ik beloof het." Eerst verstijfde ze en begon ze nee te schudden, maar na een paar minuten ontspande haar spieren een beetje. Ze schommelde heen en weer, en tranen maakte haar wangen nattig. Ik drukte mijn mond tegen haar achterhoofd en fluisterde in haar haren. "Het komt allemaal goed."

Ze lachte vreugdeloos, en draaide haar om. Ze keek me aan alsof ik degene was die me net als een gek had gedragen. "Weet je hoe vaak dat tegen me is gezegd. Alles komt goed, maak je geen zorgen, het wordt beter. Bullshit, Dees. Het wordt niet beter, alles blijft een grote rotzooi."

Verbaast keek ik haar aan. Ik wist dat dit meisje beschadigt was, maar dit had ik niet van haar verwacht. Ik opende mijn mond om te vragen waarom ze dat dacht, maar ze legde haar wijsvinger op mijn lippen. Een tinteling verspreide zich over mijn mond. 

"Mijn ouders zijn dood. Verkeersongeluk. Ik was elf en kon het gewoon niet aan. Ik kwam op de psychische afdeling. Ze vertelden me dat alles goed kwam, maar dat gebeurde niet. Ik was wees, ik had geen vrienden en uiteindelijk werd ik Killer." Cassidy veegde haar tranen weg en haalde haar neus op.

"Het komt niet meer goed."


Mijn kloppend hartWhere stories live. Discover now