Hoofdstuk 12

75 14 1
                                    

Kim en ik kijken elkaar geschrokken aan. Wat zou er aan de hand zijn? We gaan naar de onderwereld.

We staan voor de school en rennen naar binnen. Als we naar het lokaal van Levi lopen worden we geroepen. 'Amber! Kim!' We stoppen met lopen en draaien ons om. Robin en Thomas komen op ons afgerend. 'Weten jullie wat er aan de hand is?' Vraagt Robin terwijl hij aan het hijgen is. 'Wij hebben ook geen idee. We lopen naar het lokaal van Levi en we bonken op de deur. Als hij open doet lopen we naar binnen. Niet veel later zijn we compleet. 'Fijn dat jullie allemaal zo snel konden komen. Zoals jullie weten knippert her horloge alleen als jullie op missie moeten. Dat is nu dus het geval.' Thomas knijpt zachtjes in mijn hand. Ik kijk naar hem en hij knikt bemoedigend. 'Waar moeten we heen en wat moeten we doen?' Vraagt Liv. 'Jullie moeten naar de dodenwereld. Dat is een wereld waar de vampiers en dhampiers samen komen. Er zijn een aantal diamanten die jullie nodig hebben om de vampiers te verslaan. Jullie zullen een aantal opdrachten moeten doen om de volgende aanwijzingen te krijgen. Jullie hebben jullie krachten en een goede samenwerking nodig. Gaat dat lukken?' 'Ja tuurlijk gaat dat lukken!' Zeggen wij in koor.

Even later staan we op de gang. We zijn allemaal onwijs geschrokken.

Als we zijn bijgekomen gaan we naar de dodenwereld. Daar staat een groot avontuur op ons te wachten.

We komen aan in de dodenwereld. Het ziet er griezelig uit. Levi had gezegd dat we nooit alleen mogen blijven en dat we vaste tweetallen moeten hebben, die tweetallen moeten op elkaar letten. We hebben besloten om een jongen aan een meisje te koppelen. Ik zit bij Thomas (gelukkig!), Kim zit bij Simon, Maud zit bij Bart en Liv bij Robin.
We besluiten om het een beetje te gaan verkennen en ondertussen naar de eerste aanwijzing te gaan zoeken.

We lopen al een tijdje rond in een oud, verlaten dorpje. De ramen zijn kapot, de deuren ingetrapt, overal grafiti, het lijkt wel of iedereen ineens weg moest. We besluiten om in een huisje te gaan kijken. Terwijl iedereen beneden rondneust besluit ik om naar boven te lopen. Ik loop de eerste kamer in die ik zie. 'Aaaaah!' 'Amber!' Roept Thomas. Hij rent de trap op. De anderen rennen geschokt achter hem aan. Als ze de kamer binnen komen waar ik ben schrikken ze. Er hangt een galg met een lijk eraan. Ik zit huilend op de grond. Thomas gaat naast me zitten en pakt me vast. 'Schatje, het komt goed echt!' 'D-dat i-is m-m-mijn o-o-o-oom.' Krijg ik er met moeite uit. Thomas kijkt naar Simon. Hij loopt naar me toe en helpt me overeind. We lopen naar een andere kamer. Ik begrijp niet hoe mijn oom in de dodenwereld kon komen...
Ik kan me niet bewegen. Ik zie dat de lippen van Robin en Bart bewegen en dat ze naar me kijken. Ik hoor ze niet en ik kan niks terug zetten. Na een tijdje tillen ze me op en lopen we het huisje uit. Ik doe mijn ogen dicht. Langzaam val ik in slaap.

'Amber. Amber wakker worden!' Ik doe mijn ogen open maar doe ze al snel weer dicht door het felle licht. Iemand drukt een kus op mijn hoofd. Dat moet Thomas zijn. Voorzichtig doe ik mijn ogen weer open. Liv, Maud, Kim, Simon, Bart, Robin en Thomas hangen allemaal boven me. Ik besef wat er gebeurt is en gelijk moet ik heel hard huilen. Thomas stuurt de anderen weg en gaat naast me liggen. Hij slaat zijn arm beschermend om me heen. 'Rustig schatje, het komt goed, niet bang zijn, ik ben bij je er kan je niks gebeuren.' Ik word rustiger. 'Thom kom is!' Thomas staat op en loopt naar Bart. 'We gaan in het huisje kijken wat er gebeurd is.' Hoor ik Bart zeggen. Ik denk aan wat ik gezien heb en ik begin te hyperventileren. Thomas merkt het en rent naar me toe. Hij gaat weer naast me liggen en slaat weer zijn arm om me heen. 'Schatje, let op mijn ademhaling.' Ik doe wat hij vraagt. Twee minuten later ben ik weer rustig. Voorzichtig staan Thomas en ik op. We lopen naar een bankje en we gaan erop zitten. Niet veel later komen Liv en Robin naar ons toe. 'Amber!' Liv rent op me af en geeft me een knuffel. 'Ze wilde naar je toe en ik mag haar niet alleen laten.' Zegt Robin met een grote grijns op zijn gezicht. Ik lach zwakjes. Thomas en Robin gaan even apart staan om iets te bespreken. Liv komt naast me zitten en begint te vertellen. 'Robin beschermt me zo schattig! Als ik iets wil doen kijkt hij eerst of het wel veilig is. Hij is zo lief!' Als je hartjes kon zien in de ogen van iemand die heel erg verliefd is kon ik ze nu zien in de ogen van Liv. Thomas en Robin komen weer naar ons toe. 'Kom Liv we moeten de anderen helpen.' Zegt Robin. 'Nee ik wil bij Amber blijven.' 'Dan moet het maar zo.' Robin loopt op Liv af en tilt haar op. Hij legt haar over zijn schouder. Liv giert het uit van het lachen. Als ze uit het zicht zijn komt Thomas naast me zitten. 'Wat was er met Robin?' Vraag ik nieuwsgierig. 'Ze denken dat je oom meegenomen is naar de dodenwereld en hier is opgehangen, het kan ook zelfmoord zijn. Of hij was dhampier of vampier en was hier voor een missie.' Ik knik. Ik word misselijk bij de gedachte dat mijn oom zelfmoord heeft gepleegd. Thomas ziet het. 'Gaat het wel lieverd?' Hij kijkt me bezorgd aan. 'Ja, ja het gaat wel.' Ik kruip tegen Thomas aan. Mijn oogleden worden zwaar. 'Ga maar slapen schat, ik maak je wel wakker als we weg gaan.' Ik sluit mijn ogen en even later ben ik in dromenland.

Dhampiers?! (Voltooid)Where stories live. Discover now