Hoe stel je je hoofdpersoon voor?

609 32 3
                                    

Je hebt je hoofdpersoon helemaal in je hoofd zitten, en wil nu beginnen met schrijven en je hoofdpersoon voorstellen. 

Dit moet je dus niet doen: 

Hallo! Ik ben Roos en ik ben dertien jaar oud. Ik heb krullend, donkerblond haar en bruine ogen met gele vlekjes erin. Ik heb een zus, Nora van vijftien en een broer, Thomas van achttien. 

Geen maar toe; erg leuk om te lezen is het niet. Zorg ervoor dat het in het verhaal vermengt. Dit kun je dus wel doen:

'Roos!' maakte mijn zus Nora wakker door aan mijn krullende, donkerblonde haar te trekken. Ze zeggen altijd dat oudere pubers langer slapen, maar ze is twee jaar ouder en altijd veel eerder wakker. 'Ik moest je wakker maken van mam. Thomas is er!' Ik open mijn bruine ogen en schiet meteen mijn bed uit en begin me aan te kleden. Thomas is achttien en studeert voor aardrijkskunde docent. Hij is een heel harde student, en komt dus bijna nooit langs. Ook al ben ik dertien en zit er dus wel vijf jaar tussen, we hebben een heel hechte band. 

Ook dit is nog niet helemaal goed, maar wel een stuk fijner om te lezen. Eigenlijk moet je het meer verspreiden over het verhaal. Een tip: Heb geduld met het "schetsen"van je hoofdpersoon!

SchrijftipsWhere stories live. Discover now