31. Ongure zaken

32 7 0
                                    

De vrouw kwam binnen met een zilverkleurig dienblad en zette zorgvuldig drie kopjes koffie op tafel, een kannetje melk en een schaaltje suikerklontjes. En daarnaast nog een zilverkleurig bakje met lepeltjes. Bedaard ging ze in de fauteuil tegen over Manon en Esther zitten en keek het tweetal strak aan.
Esther voelde zich ongemakkelijk en deed quasi nonchalant wat melk en suiker in haar koffie en begon, met het hete kopje in haar hand, driftig te roeren.

"Nou ik zou zeggen, kom ter zake," zei de vrouw, "wat is er zo dringend dat u bij mij aan de deur bent gekomen?"
Manon schraapte haar keel. "Zoals ik u al vertelde komen wij van SaMeCo, u kent SaMeCo toch?"
"Dat zou u moeten weten," zei de vrouw kort, "wat wilt u mij komen vertellen?"
Manon begon zich ook een beetje ongemakkelijk te voelen en keek Esther aan.
"We komen in verband met een onderzoek naar geneeskrachtige stenen," verzon Esther vlug.

Direct zette de vrouw haar kop koffie neer en zei met een nerveuse stem; "Daar weet ik niets van af. Ik denk echt dat u de verkeerde voor u heeft, mag ik u dringend verzoeken nu te vertrekken alstublieft." Ze stond op en gebaarde naar de deur.
Vertwijfeld stonden Esther en Manon op. Dit werd niks. Het was duidelijk dat de vrouw iets te verbergen had, maar ze wilde er niets over kwijt. Zouden ze nu zonder enig resultaat weer terug naar huis moeten gaan? Het leek er wel op. Dan was dit hele bezoek voor niks geweest.

Net voordat de vrouw de buitendeur open wilde trekken om het tweetal uit te laten bedacht Esther zich iets. "Als u zich bedenkt kunt u altijd nog contact met me opnemen. Ik woon hier niet ver vandaan. Magnoliastraat 7b, ik ben er pas komen wonen."
De hand van de vrouw zakte en liet de voordeur los. "Magnoliastraat zei u? Dat... ken ik wel," sprak ze aarzelend. "Bevalt het daar een beetje?"

Wat een rare vraag, de vrouw werd steeds vager vond Esther. Ze kon er geen pijl op trekken. Esther speelde haar laatste kaart uit. "Oh kent u dan misschien de oude bewoners ervan? Ze zijn een boek vergeten tijdens de verhuizing, er zaten belangrijke documenten in."

"Kom dan toch nog maar even binnen," zei de vrouw opeens.

Ze namen weer plaats op de bank, er viel een korte stilte maar tenslotte sprak de vrouw aarzelend. "Ik was die laatste bewoner. Dat boek is van mij."
Manon en Esther keken elkaar met grote ogen aan.
"Dus dan bent u ook degene die dat papier in het boek heeft achter gelaten?" vroeg Manon.
"Dat klopt." De vrouw was nog steeds aan het aftasten hoeveel het tweetal er dan vanaf wist.
"Wist u dat er een kelder in het huis is?" vroeg Esther.

Nu begon het de vrouw te dagen dat ze de kelder haden gevonden. En dat ze wisten over de kettingen.
"Zijn jullie echt van SaMeCo?" vroeg ze zenuwachtig.
"Nee," zei Esther, "eerlijk gezegd niet. We vonden uw briefje in dat boek en hebben het ontcijferd. Zodoende kwamen we uit bij u. Brem2 stond er op."
De vrouw slaakte een zucht. "Weet u, eigenlijk durf ik u niet veel te vertellen, maar ik vrees dat ik geen andere keus heb. U moet goed begrijpen dat het voor mij erg gevaarlijk is."
"Vertelt u eens rustig wat u op uw hart heeft," zei Esther kalm, maar ze voelde haar hart driftig kloppen van de spanning.

De vrouw boog zich naar voren en begon te praten. "Mijn naam is Janine. Ik heb zeker drie jaar in de Magnoliastraat gewoont. Toen ik mijn diploma behaalde ben ik op zoek gegaan naar werk en via internet vond ik een mooie baan. Thuiswerk welteverstaan, maar dat kwam me mooi uit. Ik heb een ziekte waardoor ik niet lang kan staan en thuis werken leek me wel ideaal."
Ze nam een slok van haar koffie, maar je zag dat ze tijdens het slikken eigenlijk een brok in haar keel wegslikte. Ze was duidelijk gespannen.
"Het leek ideaal. Ik zou gaan werken voor een medisch bedrijf dat geneeskrachtige stenen bewerkte tot kettingen. Ik zou dan die kettingen moeten gaan maken thuis. Ze wezen me een huis toe en betaalden zelfs de hele verhuizing. Zodoende kwam ik in de Magnoliastraat terecht."

"Wat vreemd dat u voor thuiswerk speciaal moest gaan verhuizen, dat is niet echt gebruikelijk," bracht Manon in.
"Nee," zei Janine, "zeker niet. Ik kwam er pas later achter waarom." Ze keek de twee strak aan.
"Het werd steeds vreemder. Ik had geen contact met het bedrijf zelf, in de zin van echte mensen, alles ging via email. Ze wezen me op die geheime kelder, daar moesten die stenen gemaakt worden. Maar dat was niet het enige..."

Janine stopte met praten. Ze aarzelde om verder te vertellen. Even viel er een ongemakkelijke stilte.
Esther doorbrak de stilte. "We weten het al. De stenen zijn geimpregneerd."
Janine keek verbaasd op en zei aarzelend: "Hoe? Hoe weten jullie dat?"
Esther zei niets maar keek Janine strak aan.
"Het is waar," zei Janine, beschaamd naar de grond kijkend. "Ik moest ze daar in die kelder impregneren met dat poeder. Eerst dacht ik nog dat dat voor de gezondheid was of zo, maar dat bleek al snel heel iets anders te zijn. Ik moest tijdens mijn werk een speciaal pak aan, en een gezichtsmasker. Ik begreep er niets van."
"U weet wat het poeder doet?" vroeg Manon.

"Ja, daar ben ik inmiddels wel achter. Ik heb het gemeld via de email aan mijn bedrijf, ik dacht dat het misschien een fout was. Maar mijn leidinggevende sommeerde me dringend om me niet te bemoeien met zaken die me niet aangaan. Ik zei dat ik dan naar de politie zou stappen."
Esther en Manon veerden op. "En? Wat zeiden ze?"
Janine beet even op haar lip en zuchte. "Als ik dat zou doen zou ik binnenkort met een blok cement aan mijn been in de Remmervaart gevonden worden. Daarna was ik te bang om me nog te verzetten."
"Ik begrijp het," zei Esther.
"Zoals u weet," zei Janine, "zit er troep op die stenen. Het maakt mensen ziek, dat heb ik zelf ook gemerkt. Welke plannen ze ermee hebben weet ik niet, maar wat ik wel weet is dat ik hier niet mee kan leven. Toen mijn buren de af en aanleveringen aan de deur vreemd begonnen te vinden heeft het bedrijf me hierheen verhuist. Ik heb de wanhoopsdaad maar gedaan, door dat briefje in dat boek te leggen. In de hoop dat iemand het zou vinden en naar de politie zou stappen of iets. Ikzelf kan dat niet doen zoals u begrijpt."

Manon stond op en sloeg een arm om Janine heen. "U heeft het juiste gedaan. We zullen er alles aan doen om dit te stoppen. Heeft u misschien de naam van uw bedrijf? Is dat SaMeCo?"
"Nou ja, SaMeCo is enkel een schuilnaam voor dit bedrijfje. Ik krijg mijn opdrachten via Saroma," zei Janine, "ik heb alleen een email adres."

Esther en Manon keken elkaar aan. "Saroma zei u? Dan weet ik genoeg," zei Esther.

De Geheime CodeTempat cerita menjadi hidup. Temukan sekarang