1

411 8 1
                                    

De uren kruipen voorbij. Ik ontwijk Zeke zo veel mogelijk tijdens de lessen om lastige vragen te vermijden. Uitstel van executie.

In plaats daarvan ga ik naast Uriah, zijn tweelingbroer, zitten. Die kletst urenlang door over zijn voetbalwedstrijd. Ik geloof dat ik zijn verhaal over zijn perfecte doelpunt al vijf keer heb gehoord, maar ik ben allang blij dat hij niets over mijn blauwe plekken zegt of dat ik iets erover moet zeggen.

In de lunchpauze is er echter geen ontkomen aan. Zeke komt direct op me afgelopen en trekt me mee.

Als we buiten staan - waarom trekt hij me mee naar buiten - kijkt hij me afwachtend aan.

'Wat?' vraag ik onnozel.

Hij zucht. 'Hoe kan het in hemelsnaam gebeuren dat je van je fiets valt?'

'Ik lette niet op,' zeg ik schouderophalend. 'Verder weet ik niet wat er is gebeurd. Gat in mijn geheugen of zo.'

'Oké dan,' zegt hij. 'Kom, we gaan lunchen.'

+ + +

Ik zou Zeke nooit uit mezelf als vriend hebben uitgekozen. Maar hij vond mij blijkbaar wel een goede vriend, anders was hij al lang weer weggegaan, zoals hij dat ook deed bij andere jongens.

Het zit zo: ik was een klein, bang brugklassertje. Mijn vader was er weer lekker op los gegaan de avond ervoor. Mijn rug deed zo'n pijn, maar hij had gezegd dat ik het niemand mocht vertellen, anders kreeg ik straf. Straf betekent bij hem altijd nog meer pijn, nog meer angst en nog meer monster. Niet dat ik het wel had verteld als hij me niet had bedreigd, daar ben ik veel te laf voor.

Ik was achterin de klas gaan zitten, bij het raam, en keek toe hoe mijn klasgenoten kennis met elkaar maakten. Ik had het gevoel dat dit de meest loner jaren werden in mijn hele leven.

Toen stapte hij uit de groep en liep naar me toe. Hij vroeg me waarom ik alleen zat en ik haalde mijn schouders op en zei dat er toch niemand zou zijn die vrienden met me zou willen worden. Hij had me toen gevraagd hoe ik heette en ik antwoordde voor de eerste keer met 'Four'. Hij trok even zijn wenkbrauwen op, maar zei er niets over. Hij zei alleen dat hij Zeke heette. Ik vroeg hem waarom hij uit de groep was gestapt. Hij haalde zijn schouders op en zei dat hij ze saai vond. 'Jij bent niet saai,' zei hij toen. 'Jij hebt een coole naam, dus je kan onmogelijk saai zijn.'

Op dat moment had ik heel even op het punt gestaan om hem de betekenis van mijn naam te vertellen, maar mijn vaders dreigementen was ik nog niet vergeten, dus ik hield me in. Maar ik had wel een vriend.

Toen we later het lokaal uit liepen riep hij: 'Hé, Uri, ik heb een coole vriend gevonden!'

Er kwam een jongen op ons aflopen, Uri blijkbaar.

'Kijk, Four, dit is mijn tweelingbroertje Uriah,' zei Zeke toen tegen mij. O, hij heet dus niet Uri maar Uriah, dacht ik toen. 'Uriah, kleine broer van me, dit is Four, mijn vriend.'

'Four?' vroeg Uriah verbaasd. 'Coole naam, maar wel vreemd.'

Ik glimlachte. Natuurlijk vond hij het een vreemde naam.

Sindsdien zijn Zeke en ik onafscheidelijke vrienden. Hij heeft me zelfs zo ver weten te krijgen om op een dubbel date te gaan. Een groot fiasco - het meisje is na vijf minuten heel hard weggerend.

Ik heb toen de middag doorgebracht met een ander meisje, Shauna, nu het vriendinnetje van Zeke. Ze was op de lege plek aan de andere kant van het tafeltje in het café gaan zitten.

'Hoi,' zei ze. 'Jij bent Four, toch?'

Nadat ik had geknikt zei ze dat ze Shauna heette en bij mij in de klas zat. Ik wist toen nog steeds niet wie ze was, ik lette nooit op de meisjes.

If I Met You In 2016 - FourTris✔Where stories live. Discover now