▪46

220 19 1
                                    

Catharina

Ik lig stilletjes tegen de muur aan. Te bang om te bewegen. Ik weet niet hoe laat het is, maar voor mijn gevoel lig ik hier nu een dag. Petrus is sinds de laatste keer niet meer gekomen. Ik verga van de honger. Maar dat lijkt hem niet te deren.

Ik voel mezelf met de minuut zwakker worden. Het lukt me nog net om te staan. Stap voor stap schuivel ik richting de deur. Ik wil weg uit dit hell hol. Maar er is geen uitweg. Deze deur laat me niet verder. Mijn ogen beginnen de jeuken, tranen lopen over mijn wangen.

Dit zal toch niet mijn einde worden. Ik heb ergere situaties meegemaakt. Mijn doodsoorzaak, verhongering, dat kan toch niet waar zijn?

Ik vouw mijn handen samen en blaas warme lucht naar binnen. Dit is allemaal mijn fout. Ik had nooit zo'n dwaze beslissing moeten maken om met een vreemde mee te gaan. Dit zijn de consequenties die ik zal moeten aanvaarden. Maar dat doe ik niet. Ik weiger om nog langer hier te verblijven. Er moet toch een manier zijn om te kunnen ontsnappen. Maar wat.

James is nog steeds niet opkomen dagen. En mijn hoop wordt met de minuut minder. Hij heeft nog drie dagen, het lijkt lang als je erover nadenkt. Meer dan 48 uur. De minuten gaan langzaam voorbij als je alleen bent. Maar in de werkelijkheid gaat het veel sneller.

Een zucht verlaat mijn mond. Het ademhalen in deze kleine en benauwde kamer gaat steeds zwaarder. De lucht die ik inadem is ongezond. Ik laat een droge hoest horen. De ziektebassillen verspreiden zich. Het zal niet lang duren voordat ik ernstig ziek raak.

Ik kan alleen maar bidden en hoop houden dat iemand mij zal verlossen uit mijn leiden. Het maakt niet uit wie het is. Als ik maar kan terugkeren naar mijn ouders.

Aan de andere kant van de deur klinkt gemompel. Na een paar stille seconden, vliegt de deur open. Ik kijk nieuwsgierig toe hoe Petrus met een bord eten de kamer binnen loopt. Hij loopt met langzame, intimiderende stappen naar me toe. Ik kruip iets dichter naar achteren totdat mijn rug contact maakt met de muur.

"Goedemorgen Prinses" hij hurkt door zijn knieën. Op ooghoogte blijft hij voor me zitten. Het bord met pap zet hij naast zich neer. Ik observeer het bord met de vloeibare suptantie.

"Niet zo spreekzaam zie ik" zijn hand glijd rond mijn kin, ik kijk hem afwachtend aan.

"Ga alsjeblieft weg" zeg ik zacht.

Hij plaats zijn hand achter zijn oor, "Wat? Zei je iets" zegt hij op een kinderlijke toon.

Ik rol geërgerd met mijn ogen, wat een dwaas. Dit is hem niet onopgemerkt gebleven. Zijn hand verplaatst zich naar mijn nek. Ik voel zijn nagels in mijn huid steken wanneer hij een lichte druk op zijn hand zet.

Met grote ogen kijk ik hem aan. Deze man spoort niet. Hij is gewoon helemaal in de war! Welke man wurgt er nou een onschuldige vrouw.

"Doe dat nooit meer" gromt hij tussen zijn kiezen door.

Ik knik snel, praten lukt niet. Daar is mijn keel te droog voor. Hij moet me nu los laten. Nog lager en ik verlies mijn bewust zijn.

Ik klem mijn handen rond zijn arm in poging om hem van me af te duwen. Maar hij is te sterk. Ik begin vlekken te zien. Mijn lichaam begint zwak aan te voelen. Ik krijg het gevoel alsof ik weg zal zakken. Maar net op dat moment laat hij me los.

Ik hap naar adem als een vis op het droge. Petrus staat op en verlaat zonder verder nog wat te zeggen de kamer.

Ik sluit mijn ogen en laat me onderuit zakken tegen de muur. De pap in het bord ligt omver en ik ben echt niet van plan om het van de grond af te eten.

Naast me klinkt een zacht gepiep. Ik draai mijn hoofd naar het geluid en zie dan een dikke rat. Een ijzige gil verlaat mijn lippen.

Haal me hier weg, alsjeblieft..

INSIDE: The Forbidden Love [COMPLEET] Where stories live. Discover now