Hoofdstuk 10

305 11 7
                                    

Met zijn handen in zijn zakken en zijn hoofd gebogen, liep Simon achter de twee vampiers aan. De namen van de roodharige tweeling was hij vergeten, maar als hij ze had onthouden, had hij de jongens toch niet uit elkaar kunnen houden. Mede daarom probeerde hij het ook niet. De andere reden was dat hij hier liever niet zou zijn, niet hier en niet met hen. De avond dat Alec aangevallen was, zat Simon in Hotel Dumort. Natuurlijk had hij dat niet tegen Isabelle gezegd toen ze samen sms'ten, maar hij was op het voorstel van Raphael en Maureen ingegaan. Niet dat hij echt een keuze had gehad of dat je het een  voorstel zou kunnen noemen, maar toch voelde het verkeerd. En doordat hij nu bij die stomme vampierkring hoorde, moest hij ook patrouilleren. Sinds de terugkomst van Sebastian werd er dag en nacht gepatrouilleerd. Al had het, naar Simon's idee, geen zin omdat Sebastian slim genoeg is om zich niet door een stel patrouillerende benedelingen te pakken laten nemen. Ja, alle benedelingen patrouilleerden, zelfs de elven en vampieren, en de Schaduwjagers ook wel eens, maar de meeste zaten in Idris. En Isabelle had hij al helemaal niet meer gezien. Misschien was dat maar goed ook, want hij was geen geweldige leugenaar en hij kon haar dit gedoe niet vertellen, dat hij bij de vampierkring hoorde. Hij wilde haar niet in gevaar brengen, niet verder tenminste en hij had het idee dat ze wel genoeg aan haar hoofd had. Doordat hij zo in gedachten verzonken was, liep hij een paar meter achter de tweeling, maar aangezien hij daar geen enkel probleem mee had, nam hij niet te moeite om sneller te gaan lopen om ze bij te kunnen houden.

Pas toen één van de jongens schreeuwde, keek Simon op. Midden in het steegje stond een demon. Voor zover je het staan kan noemen, want de demon bestond enkel uit zwarte rook. Toch had het blijkbaar iets van een vast substantie, want hij had de vampier die geschreeuwd had vast en gooide hem tegen de muur aan. in de muur verscheen een deuk en een bloedspoor toen de jongen naar beneden gleed en daar bewegingsloos op de grond bleef liggen. Niet voor de eerste keer wenste Simon dat hij het teken van Kaïn nog had. De demon gleed nu op de tweede jongen af, waardoor een figuur erachter zichtbaar werd. Een menselijk oog zou hem niet goed gezien hebben, maar Simon zag hem wel. Een hoekig gezicht dat omlijst werd door witte haren. Lange vingers die om het gevest van een serafijnen dolk gesloten waren en twee diepe zwarte ogen.
Sebastian.
Achteraf bedacht Simon zich dat hij dat had kunnen weten, maar op dat moment was hij meer bezig met de demon die op hem af kwam glijden. De vampier die nog gestaan had, lag in een plas bloed en staarde nietsziend naar boven. Sneller dan je zou verwachten van een hoopje rook, haalde de demon naar Simon uit. Gelukkig kon hij nog net wegduiken, want anders had hij de dode tweeling zeker gevolgd. Alleen kon hij, doordat hij zo bezig was met het demon, het mesje niet ontwijken. Het zilveren lemmet ging dwars door de demon, die dat niet leek te merken, en boorde zich in de schouder van Simon. Een schreeuw van pijn verliet zijn mond en hij trok het mesje eruit. Zo snel mogelijk draaide hij zich om en rende hij weg, hoewel Sebastian en zijn demon hem makkelijk in hadden kunnen halen, deden ze dat niet en toen Simon omkeek, zag hij dat ze allebei weg waren. Het enige bewijs van het gevecht, waren de lijken van de vampiers en het bloed. Even twijfelde Simon, maar uiteindelijk tilde hij de twee op en omdat hij niet wist wat hij anders moest doen, nam hij ze maar mee naar het politiebureau van Luke's roedel.

Een vertrouwde, maar nog steeds stinkende en scherpe geur, dreef Jordans neus binnen toen Simon het bureau binnenstapte en tot zijn verbazing droeg die twee lijken. De een zat onder het bloed en de ander zag eruit alsof hij alle botten in zijn lichaam had gebroken, maar de gelijkenis was nog steeds duidelijk te zien. Ze waren net zo duidelijk een tweeling als dat ze duidelijk vampiers waren. De vraag bleef hoe ze gestorven waren, want door de verwondingen kon dat niet. Terwijl Jordan de twee bekeek, was Simon verder naar binnen gelopen en had hij de jongens op de grond gelegd, of eigenlijk liet hij ze vallen. "Wat moeten ze hier?" vroeg Jordan terwijl hij uit de bureaustoel waar hij tot dan toe in had gezeten, omhoog kwam en de twee van dichtbij bekeek. "Ze zijn vermoord, maar ik weet niet hoe," antwoordde Simon schouderophalend, maar het was duidelijk dat hij er al lang over na had gedacht "Misschien dat Luke, of iemand ander het weet." Dat laatste was half een vraag, die Jordan beantwoordde met: "Ik zal hem wel even halen." waarna hij wegliep, Simon alleen met de lijken achterlatend. Na een minuut of twee had hij Luke gevonden die, zodra hij het nieuws hoorde, begon te vloeken. Samen liepen ze terug naar het voorvertrek waar Simon op één van de bureaustoelen zat te wachten. Toen ze binnenkwamen, sprong hij gelijk op.

Ietwat wantrouwend liep Luke op de lijken af. Vampieren gingen doorgaans niet dood aan verwondingen en dat maakte hem wantrouwend. En waarschijnlijk was het ook iets instinctiefs. Terwijl hij bij de lichamen neerknielde, vroeg hij aan Simon wat er gebeurd was. "Sebastian en een demon vielen ons aan tijdens de patrouille." antwoordde deze. Luke knikte en draaide de tweeling op hun ruggen. Zoiets had hij eigenlijk al verwacht. Dat beantwoordde natuurlijk niet de vroeg hoe ze dood waren gegaan, of waaraan, maar dat was waarschijnlijk iets wat de Stille Broeders beantwoorden konden, of anders onderzoeken. Na een tijdje stond hij op en hij keek even naar Simon "Ben je oké?" vroeg hij en de jongen knikte. "Luke," begon hij, ietwat aarzelend "Waarom denk je dat Sebastian me liet gaan, ik bedoel, hij had me met gemak kunnen vermoorden, maar hij deed het niet."
"Waarschijnlijk dacht hij dat je het teken nog had."
"Dat kan niet, want hij gooide een mes in mijn schouder en er gebeurde niks. Daarbij is hij niet zo stom om dat te doen als ik het teken nog zou hebben."
"Dan denk ik dat hij wilt dat je dit aan iemand zou vertellen. Zo kan hij angst creëren, of in elk geval iets wat er op lijkt."
"Maar waarom ik? Waarom niet een ander? Met mij kan hij Clary pijn doen."
"Misschien omdat jij de enige bent die de lijken mee zou nemen of het überhaupt aan iemand anders dan Raphael of Maureen zou vertellen." zei Luke, het gedeelte waarin hij dacht dat Sebastian Clary niet zo zeer pijn wilde doen, liet hij even achterwegen. De jongen leek hier even over na te denken en knikte daarna en vroeg: "Je weet niet wat ze vermoord heeft, of wel?" "De demon heeft ze vermoord, maar hoe weet ik niet," antwoordde Luke "Maar ik denk dat de Stille Broeders daar wel een antwoord op hebben, of kunnen vinden. Ik ga in elk geval eerst langs het Instituut."
"Oh...Luke, kan je misschien achterwegen laten dat ik tegenwoordig bij die vampierkring hoor?" vroeg Simon. Even keek hij de vampier aan, maar daarna knikte hij. Ooit zou het wel naar boven komen, maar hij snapte best dat Simon niet stond te juichen om het aan iedereen te vertellen. Al kon hij er niet onderuit en hij vroeg zich af of Isabelle het zou waarderen dat hij het verteld had, maar dat was niet zijn probleem. Hoe egoïstisch dat ook klonk.

Sorry, sorry, ik weet dat ik dit weekend zou updaten, maar ik ben mijn kamer aan het schilderen waardoor ik er niet echt tijd voor had. Super veel sorry, maar daardoor heb ik nu wel een extra lang stukje. Tenminste, hij was op papier twee kantjes met mijn kleine priegel handschrift :D. In ieder geval, ik heb ook nog de vraag of iemand nog ideeën heeft en of je die dan even aan mij door kan geven, dan kan ik het verhaal lekker uitrekken. Thx voor het lezen iedereen.

TMI - City Of LiesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu