Hoofdstuk 22

239 11 12
                                    

De deur van de bibliotheek werd ruw opengetrokken en Lysa, een van de wolven van Luke, stond in de deuropening. De personen in de bibliotheek -Maryse, Luke en Jocelyn- keken gelijk op. Haar blik stond verwilderd "Er zijn overal demonen..." zei ze en net op dat moment kwam een klauw door haar borstkas. Bloed stroomde over haar borst en toen de klauw weer uit haar lichaam getrokken werd, zakte ze op de grond. Verbijsterd staarde iedereen naar het lichaam en de eigenaar van de klauw, een groen geschubde demon met meerdere bekken, kwam langzaam de bibliotheek binnen, maar werd doorboord door een serafijnen dolk. Achter de demon stond Denise, haar dolk nog vast terwijl de demon oploste. "Ze zitten in het hele instituut." zei ze en Maryse was de eerste die iets zei: "Ga naar de ziekenzaal en zorg dat er niemand in kan." Het meisje knikte en was gelijk weg.
Ondertussen had Luke naar Jordan gebeld, die hij zolang hijzelf in het instituut was, verantwoordelijk had gesteld voor de roedel en hij gaf hem opdracht om alle wolven naar het instituut te sturen. Regels of geen regels. Nadat Jordan had gezegd dat hij dat zou doen, hing hij op en hij pakte de serafijnen dolk aan die Jocelyn hem aanreikte. Ook Maryse had een dolk gekregen en met z'n drieën renden ze de gang op. Daar liepen meerdere demonen rond "Hoe zijn die hier gekomen?" vroeg hij en Maryse keek hem even aan "Iemand moet ze binnengelaten hebben...maar wie?" "Denise..." mompelde Jocelyn, maar Maryse schudde haar hoofd "Die moord ze uit."
Meer tijd om er over na te denken, hadden ze niet, want de demonen kregen hen in het oog. Een stuk of vijf vuurrode demonen met enorme staarten glibberden op hen af. Drie zwarte, op vleermuis lijkende, schepsels vlogen op hen af en langs de muur gleed een demon die de meesten als schaduw zouden zien.

Toen de deuren open werden gegooid en net zo hardhandig weer dicht gedaan werden, keek Clary op. Met grote passen kwam Denise op hen afgelopen. In haar handen had ze meerdere Serafijnen dolken en andere wapens, die ze op de grond gooide. "Het instituut wordt aangevallen." zei ze en ze keek even naar hen "Blijf hier als je wilt, maar hulp is wel gewenst." Isabelle en Magnus stonden op en Isabelle pakte wat wapens van de stapel, maar Clary bleef zitten. "Ik let wel op Jace en Alec." Denise knikte "Als je iets nodig hebt, ik ben buiten." zei ze, waarna ze zich omdraaide en naar buiten liep, op de voet gevolgd door Magnus en Isabelle. Clary draaide zich weer om naar Jace en ze ging half op het bed zitten. Voorzichtig streek ze wat haar uit zijn gezicht en ze fronste. Lag het nou aan haar, of was zijn temperatuur gedaald. Opnieuw legde ze een hand op zijn voorhoofd en ze wist het nu zeker. Zijn normaal super hete temperatuur, was bijna normaal. Met grote ogen keek ze naar hem en ze keek naar Alec en deed bij hem hetzelfde. Bij hem was zijn temperaratuur nog normaal, al leek hij ietsje bleker. Voor de zekerheid testte ze zijn pols, maar die was er gewoon nog. Daarna ging ze weer terug naar Jace en ze testte zijn pols, maar die leek juist sterker geworden. Toen merkte ze dat zijn lichaamstempratuur gedaald was tot normaal. Met grote ogen keek ze naar zijn borstkas, die langzaam weer op en neer ging en na een tijdje op normale snelheid was. Langzaam opende zijn gouden ogen zich en hij keek even verward om zich heen, voordat hij overeind kwam. "Waar is Denise?" vroeg hij gelijk en ze voelde zich lichtelijk teleurgesteld, want hij vroeg niet naar haar, niet eens naar Alec of Isabelle, maar naar Denise. "Die houdt de demonen bij de deur tegen." Jace' ogen werden groot en hij keek haar geschrokken aan "Clary, zorg voor wapens. Denise is het lek."

TMI - City Of LiesWhere stories live. Discover now