Hoofdstuk 8

2.4K 90 31
                                    


Vandaag komt de dokter weer. Ik ben al een tijdje wakker, de vogels hebben me ontwaakt met hun vrolijke melodieën. Ik lig rustig in bed, door het raam naar buiten aan het staren. De vogels doen een dans en tjilpen een lied. Genietend kijk ik naar de prachtige beestjes, tot ik ruw onderbroken word. De Bèta duwt de deur open en loopt de kamer in. 'De dokter komt zo' herinnert hij me. Ik knik, dat had ik net zelf ook al bedacht.

Vlak na de Bèta komt de dokter de kamer binnen. 'Hallo!' zegt ze vrolijk. Glimlachend knik ik naar haar. 'Ik ga je wonden weer controleren. Bèta, wilt u alvast het verband verwijderen?' 'Natuurlijk', reageert de Bèta. Voorzichtig pakt hij de uiteinden van het verband, hij wikkelt het verband los. Voorzichtig haalt de dokter een paar resten bloed van mijn armen en benen af. 'Je wonden zijn zeer goed geheeld, alleen je kaak is nog steeds blauw en je arm staat vol met littekens; die wonden willen niet helen. De oorzaak waarom weet ik niet.' Vertelt de dokter me met een spijtige blik. 'Als weerwolf zijnde, hadden die wonden veel sneller moeten helen. Er is iets dat het helingsproces verhindert, iets sterkers dan zilver.'

Voorzichtig raakt de Bèta een van de sneeën aan. Ik huiver, het voelt alsof het mes opnieuw in mijn vlees gestoken word. De wond scheurt zich verder uit, tot bijna twee keer de originele lengte. Gepijnigd rolt er een traan langs mijn wang. De snee ligt weer open en begint hevig te bloeden. De Bèta lijkt in paniek te raken en zelfs de dokter ziet er overrompeld uit. Snel haalt de dokter een doek uit haar tas en legt die op mijn arm. Al snel begint de doek donkerrood te kleuren. 'Ik ben bang dat ik de wond moet hechten, anders verlies je teveel bloed.' De Bèta gromt, maar meer naar zichzelf. 'Ik had je wonden niet aan moeten raken. Het spijt me.' Zegt hij gepijnigd, zijn ogen gesloten. Ik let niet op hem, mijn aandacht is gericht op de dokter. Ze haalt ontsmettingsmiddel, garen en een naald uit haar tas. Eerst zorgt ze ervoor dat alles klaar staat, daarna ontsmet ze de wond en op weerwolven snelheid steekt ze de naald in mijn vlees. Zo snel mogelijk hecht ze de wond zodat bacteriën zich niet kunnen verspreiden.

De deur gaat open en de Bèta staat in de deuropening, blijkbaar was hij weg gegaan. 'Ik had niet zo'n zin om te zien hoe een wond werd gehecht.' Verklaart hij zichzelf, een tikkeltje beschaamd. De dokter lacht. De Bèta ziet er klaarblijkelijk de lol niet van in. Ik eerst wel, tot ik er aan herinnerd word dat de wonden door hem zijn veroorzaakt. Hij, mijn mate, heeft de sneeën op mijn arm gemaakt. Hij keek bloeddorstig toe, terwijl ik op de grond lag, niet in staat om iets er tegen te kunnen doen en vervolgens loopt hij weg, omdat hij het zogenaamd niet fijn vind om toe te kijken hoe de wonden, de wonden die hij veroorzaakt heeft, gehecht worden. Luna is ziedend en staat op het punt om mijn lichaam over te nemen, maar ze houd zich in, wetend dat zodra ze mijn lichaam overneemt, alle wonden en de hechting opnieuw open zullen barsten. Ik doe niks, aangezien ik weet dat ik in de problemen zit als ik boos word op de Bèta. Hij domineert me, zodra ik boos op hem word, zal ik gestraft worden.

'Sorry, ik denk dat ik maar ga. Ik zou graag wat meer informatie opzoeken over je wonden. Ik kan er met mijn hoofd niet bij hoe deze wonden langer blijven dan de wonden waar zilver in zat. Ik ga uitzoeken wat sterker is dan zilver.' Snel loopt de dokter de kamer uit. Mij achterlatend met de Bèta. Ik kijk naar mijn dekens.

Na een tijdje zucht de Bèta. Licht verbaasd kijk ik op. 'Welke kleur hebben mijn ogen?' vraagt hij me. Zijn vraag verward me. 'Heb je me ooit wel in mijn ogen aangekeken?' vraagt hij me. Langzaam schud ik mijn hoofd, weer naar beneden kijkend. Ik heb geen idee hoe zijn gezicht er uit ziet, laat staan zijn ogen. Meestal kijk ik net naast zijn hoofd. Oogcontact vermijdend. 'Kijk me aan!' beveelt hij me. Ik kijk hem in zijn ogen aan, zijn bruine ogen. Flashbacks van toen ik nog een dom en onschuldig kind was spelen zich opnieuw voor mijn ogen af. Mijn lichaam gespannen en alert. Ik voel hoe mijn ademhaling zich versnelt terwijl ik zie hoe mijn jongere ik gestraft wordt, toen ik jonger was, heb ik vaak dingen gedaan waar de Alpha, Bèta of Gamma niet van gediend waren, waaronder een van hen aankijken. De messen, zwepen, dolken, zwaarden, knotsen, knuppels, klauwen, vele wonden en zilver verschijnen voor mijn ogen. Het bloed gutst uit de wonden. Ik knijp mijn ogen dicht in een poging de beelden tegen te gaan, maar het heeft geen zin. De beelden blijven maar komen. Ik voel me benauwd, duizelig en heb het gevoel dat mijn hoofd elk moment kan exploderen. Tussen de beelden door zie ik het gezicht van de Bèta. Hij ziet er bezorgd uit. Ik voel me steeds lichter worden in mijn hoofd en begint te vervagen.

'Diana? Word wakker!' 'Hallo? Diana!' 'Word wakker!' Verschillende stemmen laten me bijkomen. Ik herinner de beelden en zie hoe de kamer om me heen begint te draaien. Ik voel hoe ik steeds misselijker en duizeliger word. Ik voel hoe mijn eten naar boven komt en draai me op mijn zij. 'Diana, je bent wakker!' roept Bèta Luke. Ik geef over en zie hoe het laminaat bedekt word met mijn braaksel. Ik draai me terug in bed. 'Gaat het wel? Kan ik iets voor je doen?' Ik reageer niet. Proberend de beelden uit mijn hoofd te krijgen en gewoon te gaan slapen. 'Diana! Nee, niet wegvallen! Blijf bij me!' Roept de Bèta hysterisch. Geïrriteerd kijk ik de Bèta aan. 'Ik wou gewoon gaan slapen.' 'Owh' en daarmee verlaat hij de kamer. Eindelijk, rust.

Werewolf PainWhere stories live. Discover now