3

256 15 1
                                    

'Ik was vergeten dat jij hier altijd zat,' zegt Maurits en hij haalt zijn hand door zijn lichtbruine, krullende haar.
Gewoon perfect haar. Ik schud die gedachte van me af en focus me weer op het gesprek dat gaande is.
'Altijd? Nou ik vind het een beetje raar dat ze precies hier zit als wij hier heen willen gaan,' hoor ik Elin tegen Maurits zeggen.
Zij pakt zijn hand vast en kijkt mij gemeen aan. Chips! Ik ben helemaal vergeten dat zij hierheen zouden gaan. Het is gewoon een oude gewoonte dat ik hier heen ga. Vroeger deed ik dat ook altijd. Maar dan ook echt altijd, zoals Maurits al zei. Meestal na school. Ook al was het winter ik nam gewoon een warm kleedje mee en deed een lekkere warme muts op. En in de zomer als het te heet was, deed ik gewoon mijn voeten in het water van de fontein wat lekker afkoelde.
'Jullie moeten vast nog wennen dat ik terug ben. Voorheen was ik hier inderdaad altijd te vinden. Maar ik ga wel,' Zeg ik.
Ik doe mijn boekenlegger in het boek. Ik heb namelijk geen zin in gedoe en ik wil ontsnappen aan deze ongemakkelijke sfeer tussen ons drieën. Ik ga thuis wel lezen.
'Nee, blijf maar! Wij gaan wel ergens anders heen. Jij was ten slotte hier als eerste,' xegt Maurits mijn blik ontwijkend.
Ik zie aan zijn gezicht dat hij dit ook pittig ongemakkelijk vindt.
'Zij heeft ons vast horen praten tijdens het bowlen. Ze is zeker nog niet over jou heen. Vandaar dat ze hier is! Ze wilt zorgen dat we uit elkaar gaan door onze speciale plek af te pakken.'
'Ik heb anders ook een vriendje gehad na Maurits hoor!' floept uit mijn mond.
Oké, dat is niet waar. Maar het is ook niet helemaal fout. Waarom heb ik dat nou gezegd? Ik had mijn mond moeten houden. Als Elin erachter komt dat het niet zo is, zit ik behoorlijk in de puree. Het is stil dus ik maak daar maar gebruik van.
'Ik ga al,' zeg ik en ik loop weg naar mijn fiets.
Hun speciale plek? Het is mijn speciale plek!
'Blijf maar,' hoor ik Mau nog zeggen, maar ik heb nu al geen zin meer om hier te blijven.
Ik pak mijn fiets en fiets weg. Ik hoor Elin nog wat mopperen maar ik trek me er niets van aan. Dat verwende kreng ook en wat een blinde kip is Maurits. Is hij dan echt vergeten wat er vroeger gebeurd is? En het ergste van allemaal: ik weet niet eens waarom het gebeurd is.
Ik dacht dat het hier veranderd was nadat ik weg ben gegaan. Namelijk; Hailey en Lynn zijn vriendinnen geworden na een gezworen vijandschap- geen idee hoe dat goed is gekomen tussen die twee- , Jade en Daan hebben eindelijk hun gevoelens aan elkaar verteld, Dean is aardig geworden en iedereen is qua lengte en uiterlijk anders. Maar ik weet nu wel één ding na deze gebeurtenis: Elin is als enige niet veranderd! Zij is nog steeds gemeen.
Maar waarom heb ik nou gezegd dat ik een vriendje had? Dat was echt een dom idee. Ik had bijna wat met Tobias, een vriend toen ik in Limburg woonde. Van frustratie knijp ik hard in de stuur van mijn fiets. Als Elin hier achterkomt, gaat ze me erg hard uitlachen. En wat denkt Mau ervan? Waarom Lana? Waarom moest je dat nou perse zeggen? Ik kon het gewoon niet laten, die stomme Elin! Alles is haar schuld. Ik weet nog precies wanneer ik wist dat ik hem leuk vond. Op een gegeven moment waren we beste vrienden en toen werd het meer.

'Ja mam, ik kom er zo aan!' zeg ik geërgerd door mijn mobiel. 'Ik ben al onderweg.'
'Pas je wel op! Het wordt al donker.'
'Mam, de lantaarnpalen staan nog niet eens aan!'
'Kom maar gewoon snel thuis, oké?'
'Oké!'
Ik hang op. Waarom moet mijn moeder altijd zo ongerust zijn? Ik open Spotify en zit lekker te scrollen door mijn lijst heen. Ahh! Die is leuk! Ik klik op een liedje en hoor de melodie al mijn oor in gaan. Ik ben al bijna bij mijn fiets dus laat ik maar alvast mijn fietssleutel zoeken. Die ligt vast helemaal onderaan in mijn tas zoals altijd. Lopend graai ik in mijn tas in de hoop op een klein sleuteltje te voelen. Dan voel ik een beuk tegen mijn schouder en van schrik laat ik mijn tas vallen.
'Fijn!' roep ik geërgerd.
'Sorry Laan!' hoor ik een stem zeggen.
Bij die stem krijg ik een raar gevoel in mijn buik. Ik kijk op en zie Maurits staan.
'Maakt niet uit. Ik keek ook niet ui,' zeg ik terwijl ik buk om mijn spullen op te ruimen om in mijn tas te doen.
'Ik help je wel,' zegt hij en hij bukt naast mij.
Ik voel zijn adem in mijn nek waardoor er een rilling door me heengaat.
'Heb je het koud?' vraagt Mau bezorgd en ik knik maar. Ik kan moeilijk zeggen dat het door hem komt dat ik rilde.
'Hier.'
Hij doet zijn jas uit waardoor zijn shirt een beetje omhoog gaat waardoor ik zijn buik zie. Jeetje! Die is gespierd! Wacht Lana! Vind ik hem leuk? Die vraagt blijft als vuurwerk steeds door mijn hoofd schieten.
'Krijg jij het dan niet koud?' vraag ik aan hem maar hij schudt zijn hoofd.
Dankbaar neem ik zijn jas aan en trek het aan.
'Hier is je tas!' zegt Mau en hij geeft mijn tas aan mij.
'Dank je voor het helpen,' zeg ik.
'Geen probleem! Daar zijn beste vrienden toch voor?' zegt hij lachend.
Bij die woorden gaat er een steek door me heen. Ik kijk hem recht in zijn ogen aan en dan voel ik het weer. Het rare gevoel in mijn buik.
'Waar ga je heen?' vraagt hij.
'Naar huis,' antwoord ik nog steeds kijkend in zijn ogen.
'Zal ik anders met je meegaan? Ik moet toch die kant op.'
'Is goed,' zeg ik. 'Maar wil je wel dat je gezien word met mij? Ik zie er niet uit met jouw grote jas!'
'Je ziet er geweldig uit zo!' zegt hij lachend.
Ik voel mijn wangen gloeien.
'Laten we maar gaan. Mijn fiets staat daar,' zeg ik en zwijgend lopen we naar mijn fiets.
Mau stopt mijn fietssleutel in mijn fiets en gaat op de fiets zitten.
'Spring maar achterop bij mij, achterop mijn fiets. En ik weet nog niet waar we naar toe gaan maar dat boeit me helemaal niets!' zingt Mau en ik begin te lachen.
'Correctie: het is mijn fiets en we gaan naar mijn huis,' zeg ik lachend.
'Spring nou maar achterop!'
Ik ga achterop zitten en hou me vast aan het zadel.
'Hou maar aan mij vast. We willen toch geen ongelukken?
Ik knik en doet wat hij zegt.
Ik sla mijn armen om zijn buik heen en voel gelijk zijn buikspieren.
'Let's go!' roept hij en weg zijn we.
Paar mensen kijken onderweg ons raar aan. Dat komt omdat we allemaal liedjes zingen. Wel heel erg vals.
'Hier is uw eindbestemming! Dat wordt dan vijf euro alstublieft,' zegt Mau als we bij mijn huis zijn aangekomen.
Hij houdt zijn hand op. Verwacht hij nou echt dat ik hem geld ga geven?
'Ik dacht het even niet,' zeg ik lachend. 'Het is wel mijn fiets.'
'Oké, maar de volgende keer trakteer jij me wel op een rondje Mac.'
'Zien we dan wel,' zeg ik lachend. 'Hier is je jas,' Ik geef de jas aan hem.
'Tot morgen, Laan!' Zegt hij en hij loopt weg.
'Tot morgen!' roep ik nog terug.
Ik doe de voordeur open. Ik kijk hem na. Hij draait zich om en zwaait naar me. Het lijkt wel of mijn hand een eigen wil heeft, want hij gaat omhoog en zwaait terug. Er staat een grote glimlach op mijn gezicht.
'Wie was dat?' vraagt mijn moeder.
'Het is Mau maar. Hij heeft mij thuisgebracht,' zeg ik.
Ik loop naar mijn kamer en ga in mijn hangstoel zitten. Ik denk aan het gevoel dat ik eerder deze dag heb gekregen door hem. Ik zie zinj mooie ogen voor mijn geest en zijn scheve lach. Mau de Later, ik vind je leuk Mijn telefoon gaat.
'Heyy Jade.'
'Lana, ik zag jullie tweetjes in de stad!' zegt ze enthousiast.
'Dus?' vraag ik niet begrijpend.
'Jij kon je ogen niet van hem afhouden!'
Ik slik.
'Je leek net een konijn die in de koplampen van een auto keek verblind door zijn schoonheid,' zegt ze lachend.
'Was het echt zo duidelijk?'
'Duidelijk dat je een oogje op hem hebt? Ja zeker!'
Jade had het niet eens hoeven vragen en ze weet al hoe het zit.
'Het wordt toch niks,' Verzeker ik haar.
'Wie weet..'

Nog steedsNơi câu chuyện tồn tại. Hãy khám phá bây giờ