Hoofdstuk 3

197 14 14
                                    

Regenpoot kwam glijdend tot stilstand. Hij zag Modderplons met een dunne, witte poes vechten. Meteen sprong Regenpoot zijn mentor tehulp. Hij sprong bovenop de dikke, zachte staart van de poes en beet er hard in. De poes draaide zich woest en verbaasd om en Modderpoel sprong op haar rug. De witte poes kon zijn gewicht niet houden en viel op haar buik. Regenpoot haalde uit en maakte een kras net boven haar oog. Modderplons sloeg met zijn klauwen naar de oor van zijn aanvaller, waarvan het puntje er vanaf vloog. Daarna sprong Modderplons van de witte poes af, die meteen wegrende.

Zilverstroom was in gevecht met een lapjespoes. Regenpoot stond op het punt om haar te helpen, maar toen werd hij met zijn neus in het gras geduwd door een andere vijand. Regenpoot krabbelde overeind en draaide zich snel naar zijn tegenstander toe. Het was een pikzwarte poes met een opvallende, roze neus. Ze ontblootte haar tanden, die wit licht leken te geven. Regenpoot dacht dat hij bloed op haar tanden zag. Ze had een groot litteken op haar wang. Zou dit de leider van de groep zijn? De zwarte poes schoot naar voren en haalde Regenpoot snel onderuit. Voordat Regenpoot kom reageren had de poes haar met tegen de grond gedrukt. Modderplons sprong op de poes af om haar van Regenpoot af te duwen, maar de poes sprong optijd weg en liet Modderplons struikelen. Regenpoot sprong snel omhoog. De zwarte poes keek Regenpoot even aan. Daarna draaide ze zich naar Modderplons toe en haalde uit. Met haar klauwen maakte de zwarte vijand een kras op Modderplons' wang. Modderplons haalde zelf ook uit. De poes dook weg, maar Modderplons kon nog net haar oor raken. Het oor van de zwarte poes bloedde hevig, en Regenpoot greep zijn kans. Hij beet in de staart van de poes. De poes leek het amper te merken, draaide zich om en schoot naar voren, in de richting van Regenpoot's voorpoot. Ze zette haar tanden in de poot. Regenpoot schudde wild met zijn poot, maar de poes hield stevig vast. Uiteindelijk liet ze los, maar meteen daarna krabte ze Regenpoot over zijn neus.

Opeens zag Regenpoot en grijze flits. Grasvoet had de zwarte poes weggeduwd. Ze lag nu een staartlengte van Grasvoet af. "Wie ben je?" Gromde Grasvoet. De zwarte poes stond op. "Ik ben Duistertand" gromde de poes. Een clannaam? Maar ze ruikt niet naar clan! "Waar kom je vandaan?" Vroeg Zilverstroom, die naast haar zoon ging staan. "Gaat je niks aan" snauwde Duistertand. Ze keek om haar heen. Regenpoot volgde haar blik. Er was geen andere vijand over, alleen Duistertand nog. Dat leek Duistertand ook te merken. "Kijk voortaan achter je, we komen terug en de volgende keer gaan jullie eraan!" Dreeg ze. Voordat iemand iets kon zeggen sprintte ze weg. Ze zou Duisterrenner moeten heten! Dacht Regenpoot terwijl ze de poes nakeek. Binnen een paar seconden was ze in de mist verdwenen.

"Waar is de Windclan? Zonpoot zei dat er Windclankatten waren" miauwde Ijstand. "Toen die zwerfkatten kwamen, gingen ze er vandoor" miauwde Uilklauw. "Is iedereen oké?" Vroeg Bladneus. Hij had zelf een tandafdruk in zijn achterpoot en hij miste een pluk haar op zijn rug. "Ja!" Snorde Grasvoet blij. "Goed, laten we dan terug gaan!" Stelde Modderplons voor. Zilversteen knikte. Liever niet, ik wil niet terug naar Doornpoot... dacht Regenpoot, maar toch volgde hij zijn clangenoten.

"Bladneus, kan je mijn buik bekijken, het doet een beetje pijn" miauwde Ijstand halverwege de reis. "Ja, mijn wond op mijn wang moet verzorgd worden!" Riep Modderplons. "Oke, ik bekijk Ijstand's buik, de wonden doe ik in het kamp. De rest kan alvast verder lopen als ze willen" miauwde Bladneus. "Niks daarvan," miauwde Zilversteen, "die zwerfkatten kunnen overal zijn!" "Daar heb je gelijk in!" Miauwde Bladneus.

Ijstand ging op haar rug liggen. Bladneus drukte op haar buik. "Doet dit pijn?" Vroeg hij. "Nee, maar soms voel ik opeens een soort steek" legde Ijstand uit. Bladneus knikte. Hij glimlachte. "Je bent zwanger!" Riep hij uit. "Wat?!" Gilde Ijstand. Ze keek naar Grasvoet, die zelf ook verbaasd keek. "We krijgen kittens?" Vroeg Grasvoet alsof hij Bladneus niet had gehoord. "Ja!" Snorde de medicijnkat. Ijstand stond weer op.

"Maar- waar blijft Doornpoot nu?" Vroeg Regenpoot. Die kan niet meer in de kraamkamer opgesloten zitten, Ijstand heeft die nu nodig. De krijger staarde hem aan alsof hij het hele moment had verpest. Mosster zou meestal iets bedenken, maar die ging niks meer voor de Donderclan doen. "We bedenken wel wat" miauwde Bladneus. "We kunnen een nieuw hol-gevangenis ding maken" stelde Modderplons voor. Zilverstroom keek vriendelijk naar de jonge krijger, maar het was duidelijk dat ze het niet echt een goed idee vond. Maar wat konden ze anders doen.

"Ik heb al namen bedacht!" Riep Grasvoet blij toen ze bijna bij het kamp aankwamen. "Mistkit, omdat we achter het nieuws kwamen toen er veel mist was, en Vrieskit omdat als de kittens worden geboren, dan vriest het waarschijnlijk!" Ijstand lachtte. "Laten we eerst gewoon kijken hoeveel kitten we krijgen, en of alles goed gaat" miauwde ze. "Natuurlijk gaat het goed, we hebben Bladneus!" Reageerde Grasvoet meteen. Bladneus trok met zijn snorharen. Eindelijk eens goed nieuws na een lange tijd, de clan zal wel blij zijn! Dacht Regenpoot terwijl hij het kamp inliep.

Warrior Cats De Vergeten Vijand (#6)Where stories live. Discover now