5.

16 0 1
                                    

Het is nu drie jaar geleden dat. Jason, Piper, Leo, Frank, Hazel, Annabeth en ik met z'n zeven hebben afgesproken. Tuurlijk ik heb ze in de tussentijd wel af en toe gezien, maar we hebben al lange tijd niks met z'n alle gedaan. Vandaag begint de kerstvakantie en hebben Annabeth en ik tijd om naar kamp halfbloed te gaan. Ik heb er zoveel zin in! Niks kan deze dag nu nog verpesten.

Na een paar uur zijn we bij kamp halfbloed en ik zie mijn vrienden al staan. Ik glimlach naar Annabeth en samen rennen we naar ze toe. Ik geeft Hazel en Frank en knuffel en kijk dan met een glimlach naar Jason, Piper en Leo.
"Het is zo goed om jullie weer te zien!" roept Piper enthousiast. Ik glimlach naar haar.
"Laten we gaan." zegt Leo. "Straks is onze reservering voorbij."
Annabeth knikt en met z'n zevenen lopen we de stad in. Opgewekt kletsend lopen we naar het restaurant. En dan gaat het, zoals gewoonlijk als er zeven halfgoden met elkaar lopen, compleet mis. Zeus besluit ons een bezoek te verlenen. Mijn minst favoriet god, naast Hera dan.
"Hallo helden." zegt Zeus sarcastisch. En alsof we één zuchten wij.
"Hallo Zeus." zeg ik met een zucht.
"Jullie moeten maken dat jullie hier wegkomen." zegt Zeus plots bezorgd.
"Waarom?" vraagt Jason
"Monsters erg veel ze zijn onderweg naar hier." zegt Zeus waarna hij weer verdwijnt.
"Niet weer hè." mompelt Leo. "Wij zijn echt een grote magneet voor monsters."
"Geen tijd voor praten. We moeten weg hier." zegt Frank.
"Te laat." zegt Hazel en we draaien ons allemaal om. Waardoor we oog in oog staan met een Minotauros.
"Niet nog een keer." mompel ik terwijl ik Doemtij uit mijn zak pak. Ik zie dat ook mijn vrienden hun wapen pakken. En met z'n zevenen vallen we aan wat de Minotauros verward. Hij kijkt verward om zich heen terwijl we op hem af komen. Jason raakt hem als eerste met zijn speer en de Minotauros brult boos en slaat Jason weg waardoor Jason hard tegen de muur komt. Piper kijkt bezorgd naar Jason en rent boos naar de Minotauros toe. Annabeth en ik kijken elkaar aan. "Drie, twee, een." roep ik en Hazel, Frank, Annabeth, Piper en ik vallen tegelijkertijd aan. We ontwijken de aanvallen van de Minotauros. En na een kort gevecht verdwijnt het monster naar Tartarus.
Opgelucht zucht ik, maar lang de tijd hebben we niet op bij te komen.
"We moeten gaan." zegt Hazel. "Zeus zei dat er nog meer monsters onderweg zijn." zegt Hazel paniekerig.
"Frank kan jij veranderen in een snel dier om Jason hier weg te halen." vraagt Piper ongerust.
Frank knikt en verandert in een paard. Leo en ik tillen Jason op Frank zijn rug. Waarna Frank snel wegrent.
De rest rent achter hen aan, maar wij zijn een stuk minder snel. Onderweg naar kamp halfbloed komen we nog een aantal monsters tegen die we met wen zucht verslaan. Aangekomen bij kamp halfbloed zijn we dat Chiron op ons staat te wachten.
"Hoe gaat het met Jason." vraagt Piper bezorgd.
"Hij geeft hallucinaties." mompelt Chiron waarna hij naar binnen loopt we lopen met z'n vijven achter hem aan.
"Hey Jase, gaat het." vraag ik als ik hem zie liggen.
Jason kijkt geschrokken en wijst naar een plek achter mij.
"Percy die wolf is helemaal blauw." zegt hij paniekerig.
"Er is geen wolf Jason." zegt Annabeth bezorgd.
"Ik zie sterretjes. En monsters, heel veel monsters." mompelt Jason.
Piper en ik kijken elkaar bezorgd aan.
Plots schiet Jason in de lach. "Daar had ik jullie mooi te pakken." hikt hij.
Piper geeft Jason een stomp. "Dat is niet grappig." zegt ze quasi boos.
"Ik hou ook van jou." zegt Jason, waarna hij Piper een kus geeft.
"Nou dit is niet bepaald de ontmoeting die we gepland hadden." mompelt Hazel.
"We kunnen er wel wat leuks van maken." zegt Leo. "Gewoon hier in kamp halfbloed."
De rest mompelt instemmend en zo hebben we toch nog een gezellige dag. Net als vroeger. Alleen dan met minder gevaar op de loer.

SchrijfwedstrijdenWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu