Hoofdstuk 10

1.8K 55 6
                                    

''Zij was ook ontvoerd, dan kan ik haar daar toch niet zo laten liggen?! Ik bedoel zij heeft mij bevrijd van hem, anders zat ik nu nog steeds in die zilveren kooi.'' Ik hoorde iemand gefrustreerd zuchten. Ik opende langzaam een oog, in de hoop dat ze mij niet zagen. ''Zij brengt ons alle in gevaar!! Ze is de vrouw van Daray! Weet je wat hij gaat doen als hij er achter komt dat wij haar hebben?! Hij snijd onze nek door en laat ons uit bloeden!'' Ik verstijfde van wat hij zei. Blijkbaar hadden ze het gezien, want ik hoorde niks meer behalve voetstappen en een deur die dicht ging. ''Ik weet dat je ons hebt gehoord, het spijt mij dat we jou zo hebben wakker gemaakt. Ik deed nu allebei mijn ogen open en ging recht op zitten. Ik nam de kamer waar ik in lag in mij op en keek toen pas naar de jonge man die er midden in stond. Hij had bruin haar, groene ogen en een heel aantrekkelijk lichaam. Hij had een wit t-shirt aan die strak om zijn spieren zat. Hij zag dat ik naar zijn lichaam keek en begon te grijnzen. ''Vind je mij aantrekkelijker in deze vorm?'' Ik snapte niet wat hij bedoelde, dit was de eerste keer dat ik hem zag, dus hoe kon ik hem aantrekkelijker vinden als ik hem nog nooit had gezien? ''Sorry maar ik heb U nog nooit gezien, dus hoe kan ik u nou aantrekkelijker vinden in deze vorm?'' vroeg ik de jonge man. Hij lachte en haalde zijn hand door zijn haar. Ik moet zeggen het heel erg moeilijk was om niet te gaan kwijlen zo knap was hij. ''Heeft hij je dan helemaal niets verteld over onze wereld?'' Ik keek hem verward aan. ''Serieus kunt U misschien wat meer gedetailleerd zijn?'' Ik snapte niet waarom hij mij gewoon niet het meteen vertelde in plaats eerst al die stomme vragen stellen. ''Oké nou laat ik het heel kort houden. De sprookjes die jou zijn verteld zijn allemaal waar, ik ben een weerwolf. Daray is de Vampire King. En als hij er achter komt dat ik de Alpha van mijn roedel jou heb ontvoerd, gaat mijn hele roedel eraan. En dan vermoord hij mij als laatste.'' zijn gezicht stond verdrietig terwijl hij dit vertelde. ''U heeft me niet ontvoerd, U heeft me gered van hem.'' Ik stond op en liep naar hem toe. ''Hoe dankbaar ik ook ben, het is het beste als ik maar weer terug ga. Ik wil niet dat Uw roedel dood gaat en al zeker niet uw zelf. Ik dank U zeer voor het redden van mij, maar helaas moet ik nu echt weer gaan.'' Ik trok hem in een knuffel. Net op dat moment ging de deur open en voordat ik het wist werd ik door de kamer gegooid. ''Hoe kon je mij dit aan doen!'' een vrouwe stem schreeuwde naar de jongeman. Hij trok haar naar zich toe en knuffelde haar terwijl zij op zijn borst sloeg. ''We namen afscheid, ze gaat weer terug naar Daray. Zodat wij geen gevaar lopen.'' de vrouw stopte en keek nu in mijn richting terwijl ik nog steeds op de grond lag naar adem te happen. ''Omg is zij de vrouw van Daray?!'' ze wurmde zich uit zijn greep en rende op mij af. Langzaam hielp ze mij omhoog en keek mij onderzoekend aan. ''Het spijt mij zoooo erg ik bedoelde het niet zo.'' ik lachte maar stopte al snel toen ik de pijnlijke steek voelde in mijn borstkas. ''Oké ik breng jou even naar onze pack dokter.'' Ze wierp de jonge man een laatste blik en ging toen samen met mij naar een ander gedeelte van het huis. Dit huis was iets kleiner dan het kasteel van Daray, maar het was nog steeds zo groot dat ik de weg kwijt zou raken. Ik werd op een bed gelegd terwijl een vrouw in een witte jas mij onderzocht. ''Je hebt een harde klap gehad op je borstkas, maar alles is in orde.'' Ze schudde nog even de hand van de vrouw en liep toen weg. Ik stond op en keek naar de vrouw die mij tegen de muur had gegooid. ''Ik ben Hiltje, de Luna van deze roedel. Het spijt mij zo erg dat ik je tegen de muur heb gegooid. Mijn wolf werd gek van jaloezie toen ik jou zag knuffelen met Thomas.'' Ik ging ervan uit dat de jongeman met het bruine haar en groene ogen Thomas was. ''Het spijt mij ook, het was zeker niet mijn bedoeling om u dat te laten denken. Maar zoals uw man al heeft duidelijk gemaakt is het, het beste dat ik nu maar weer terug ga naar het kasteel van Daray.'' Ze knikte en trok mij in een knuffel. ''Dankjewel, je bent heel dapper.'' Ik glimlachte naar haar. ''Zou u mij misschien naar het kasteel kunnen brengen?'' Ze keek mij even bedenkelijk aan maar knikte daarna. Ze liep de deur uit en ik besloot maar haar te volgen. Ik liep achter Hiltje het huis uit en zag hoe er een auto al klaar stond voor mij. ''Deze man brengt jou terug naar het kasteel van Daray. Beloof mij voorzichtig te doen, hij is gevaarlijk.'' Ik knikte en zei dat ik het beloofde. Ze trok me nog een keer in een knuffel en liet me toen instappen. Ik deed de deur dicht en deed mijn gordel om. De chauffeur begon te rijden terwijl ik uit het raam keek. Ik sprak niet tegen de chauffeur, we reden gewoon in stilte. Maar het was geen ongemakkelijke stilte, we hadden elkaar gewoon niks te zeggen. Ik keek even naar de chauffeur en gilde het uit van angst. Toen de auto over de kop vloog. Met een harde klap kwam de auto neer. Ik hing ondersteboven in mijn stoel. Ik voelde hoe het bloed langzaam over mijn gezicht liep. Ik begon te hyperventileren en probeerde uit mijn gordel te komen. De gordel schoot los en ik kwam met een klap op het plafon van de auto. Ik sloeg het gebroken glas uit de auto terwijl ik mezelf er mee sneed. Ik kroop uit de auto en viel neer toen ik helemaal uit de auto was gekropen. Ik lag op mijn rug en begon langzamer te ademen. Het enige wat ik hoorde was de hoge piep die maar niet ophield. Ik probeerde langzaam op te staan, maar ik viel weer op de grond door dat ik heel duizelig was. Langzaam hoorde ik mannen stemmen. "Hij gaat ons vermoorden als hij dit ziet." Ik hoorde mannen gefrustreerd zuchten. "Oké, jij neemt die chauffeur dan neem ik de koningin. En als hij niet mee werkt vermoord je hem maar." Ik schrok en begon te huilen als ik niet al aan het huilen was. "N-nee a-alsjeblieft doe h-hem ge-geen pijn." Ik huilde nog harder toen ik zag dat er een man naar mij toe kwam lopen. "Dat is niet aan jou om te beslissen." Hij duwde een wit doekje voor mijn mond en hield mij stevig vast. Doordat ik gewond was en zo bang was, had ik geen een van kans om te proberen te ontsnappen. Of mijn adem in te houden. Langzaam begonnen er zwarte vlekjes in mijn beeld te komen. Het laatste wat ik zag was de man die mij vast hield.

Eindelijk is hier dan weer een nieuw hoofdstuk, veel leesplezier.

The Vampire KingOnde histórias criam vida. Descubra agora