Hoofdstuk 18 - Het komt goed!

304 30 17
                                    

"Sam, er komt iemand aan! Daar! Hij komt je redden, nu komt het allemaal goed." Snel staan we beide op en kijken ongeduldig naar de man die een avondwandeling maakt op het strand. Hij staart naar de ondergaande zon, kijkt nauwelijks naar het zand waar hij oploopt. Dan went hij zijn hoofd even van de zon en laat zijn ogen over het strand glijden. Sam grijpt nerveus mijn hand en ik knijp geruststellend in zijn hand. "Wat als hij mij niet niet ziet liggen?" Vraagt Sam met een angstige stem. "Hij ziet je wel liggen, geen zorgen." Mompel ik geruststellend.

De man wandelt dichter en dichter richting Sams lichaam. Dan stopt de man, staart aandachtig naar Sams lichaam. Hij kan waarschijnlijk niet goed zien wat het is. Dan begint hij te rennen en knielt neer bij Sam. "Oh, dit is niet goed!" Schreeuwt de man paniekerig. Hij houd zijn oor bij Sams mond en haalt opgelucht adem. "Je ademt nog." Mompelt hij tegen de bewusteloze Sam. Dan doet hij zijn jas, vest en T-shirt uit. Het vest en zijn jas doet hij weer aan en het T-shirt drukt hij tegen de wond op Sams hoofd. Met zijn ene hand houd hij het shirt op de goede plek en met de andere graait hij in zijn jaszak. Een mobiel verschijnt en 112 wordt gebeld.

Terwijl de man met 112 praat, kijk ik bezorgt naar Sam. Met grote angstogen volgt hij alle bewegingen van de man. Hij slikt moeilijk en knijpt mijn hand bijna fijn. "Er komt zo ambulance, geen zorgen." Fluister ik tegen hem. Hij knikt afwezig. "Het komt goed." Ik blijf het zeggen, totdat hij het het gaat geloven. "Het komt echt goed, geloof me." Weer knikt Sam. Hij staart aandachtig naar de man.

Na een paar minuten hoor ik zachtjes het geluid van sirenes. Die worden steeds luider en dan verschijnt de ambulance. Twee ambulancebroeders rennen naar Sam en beginnen met een behandeling. "Ik stelp de wond nu zodat het stopt met bloeden, in het ziekenhuis moeten ze het maar hechten." Zegt de ene broeder tegen de andere. "Hij heeft water in zijn longen, hij ademt heel moeilijk." Zegt de ander. Zo blijven ze even bezig, maar Sam blijft buiten bewustzijn. De ene broeder schreeuwt naar de bestuurder. "We hebben hier een jongen van ongeveer 22 jaar. Hij heeft water in zijn longen, een flinke hoofdwond. Hij heeft waarschijnlijk veel bloed verloren en is nog steeds buiten bewustzijn. We nemen hem nu mee naar het ziekenhuis, geef het even door." De broeders leggen Sam op een brancard en rollen hem in de ambulance. Beide broeders stappen ook in.

Sam laat mijn hand abrupt los en springt ook de ambulance in. Ik ren ook naar de ambulance toe en stap ook in. We beginnen te rijden. Een van de broeders doorzoekt Sams jas. "Ik heb een portemonnee gevonden en een mobiel. Dit is Sam Clifford, 23 jaar oud. Zijn mobiel gaat niet aan, ik kan geen familie inlichten." De deuren gaan open en de bewusteloze Sam wordt de ambulance uitgerold. "We moeten die wond hechten en het water uit zijn longen leegpompen. Leg hem aan een infuus." Sam en ik stappen ook uit. Sam wilt achter de stoet aanlopen, maar ik houd hem tegen. "Ik weet niet wat ze allemaal gaan doen, maar dit wil je niet zien." Zeg ik. "Maar... Ik moet..." Stamelt Sam, voordat hij snikkend in mijn armen valt. "Het komt goed." Fluister ik. Zo blijven we even een halve minuut staan. Dan zakt Sam opeens in elkaar, begint te kermen en grijpt naar zijn hoofd. "Sam? Sam! Wat is er aan de hand?" Roep ik angstig. Sam antwoord niet maar wankelt een kamer in. Een angstaanjagende schreeuw volgt en ik ren de kamer in. "Sam? Waar ben je?" De kamer is leeg. Ik kijk nog eens rond. Waar is Sam gebleven?

Dan hoor ik een aantal kamers verder een schreeuw, eenzelfde angstaanjagende schreeuw als net. Ik ren richting het geluid en kom bij een kamer aan. Daar zit Sam rechtop in bed, met 5 zusters om hem heen. "Kat? Kat! Waar ben je?" Roept hij in paniek, voordat hij naar zijn hoofd grijpt. De zusters proberen hem weer te laten liggen. "Ga liggen, je moet liggen om beter te worden." Zegt een zuster. Sam kijkt haar verwildert aan. "Waar is Kat? Waar is ze?" Vraagt hij angstig. "Wie is Kat?"  Vraagt de zuster. Ik loop de kamer in. "Hier ben ik!" Sam reageert niet op mij en blijft de zuster aankijken. "Mijn vriendin, waar is ze?" De zuster kijkt Sam geschrokken aan. "Is Sam ook in het water gevallen? We hebben alleen jou gevonden." Sam schud wilt zijn hoofd. "Nee, waar is ze? Ik moet met haar praten." De zuster ontspant. "Ik ben hier!" Gil ik hard, maar Sam reageert weer niet. "Probeer te slapen." Zegt de zuster en stuurt iedereen de kamer uit. Ik blijf alleen met Sam achter. "Sam?" Geen reactie. "Sam? Ik ben hier, ik ben gewoon hier." Snik ik. "Waarom kan je mij niet meer horen?" Sam kijkt de kamer rond, zijn ogen glijden ook langs mij. Even hou ik hoop dat hij me zou zien, maar hij doet zijn ogen dicht en valt uitgeput in slaap.

❤️❤️❤️❤️❤️❤️❤️❤️❤️❤️❤️

Hallo lieve lezers💕,

Weer een hoofdstukje, er is veel gebeurt in de laatste paar hoofdstukken! Hopelijk vinden jullie het (nog steeds) een leuk verhaal. Ik heb eigenlijk niet heel veel te melden, behalve dat ik het zo leuk vind dat iedereen mijn verhalen leest, erop stemt en mijn verhalen in hun leeslijsten zetten. Ik krijg nog steeds dagelijks een melding dat iemand op Rosafiere of Wanneer het masker breekt stemt en dat vind ik zo top! Daarbij ben ik al een poosje met dit verhaal bij populair en ik wil jullie daar enorm voor bedanken. Jullie geven mij energie om verder te schrijven, zonder jullie stemmen en zonder jullie lieve reacties had ik waarschijnlijk niet verder geschreven met dit verhaal. Ik wil jullie allemaal enorm bedanken!😘❤️ Ik hou van jullie!

Billboard heb ik zelf gemaakt deze keer. Als jullie er een maken, die publiceren en mij erin taggen, dan publiceer ik jou billboard bij een hoofdstuk! Ik vind het zo leuk als jullie dat doen! Dus voel je vrij, als je het leuk vind, er een te maken.

Xxx Riez😘😘😘

When in coma Where stories live. Discover now