Hoofdstuk 19: Misleiding

606 66 4
                                    

Het weekend bleek beter te zijn gegaan dan ik had gedacht. Mijn ouders hadden het niet zo zwaar opgepakt dat we hadden gelogen, volgens mij begrepen ze het op een rare manier wel. Saeryn en Sam hadden al een vermoeden dat er meer speelde dan de jongens vertelden nadat het dossieralarm af was gegaan op Sams werk, dus voor hen viel het ook mee. Noëlle’s ouders hadden door dat hun dochter ergens mee worstelde en ze waren blij dat ze het vertelde.

Ik zit op mijn bed en Noëlle zit tegenover me, in de leren stoel. ‘Ze hebben me het hele verhaal laten vertellen,’ zegt ze enthousiast. Enorm tevreden over haar weekend. ‘Ze kwamen natuurlijk met de standaard antwoorden. “Beter om je er niet mee te bemoeien, Noëlle,” zei mijn moeder, maar ik had niet anders verwacht. Ik ben zo blij dat ik het kwijt kon.’ Ze kijkt me aan met een glimlach op haar gezicht geplakt, zo blij is ze.

‘Dus ze pakte het beter op dan je verwacht had?’ Noëlle knikt opgetogen. ‘Dat is zo fijn!’ Ik glimlach bemoedigend naar haar.

Ezra heeft zijn kin in zijn hand liggen terwijl hij naar me staart. Ondertussen typ ik verder aan een samenvatting van geschiedenis.

‘Ik weet niet of ik het nog lang volhoud,’ flapt hij er dan uit en ik kijk op vanachter mijn laptop.

‘Waar heb je het over?’ Mijn ogen gaan onderzoekend over hem heen. Zijn bruine kijken somber naar het tafelblad.

‘Ze praat steeds minder tegen me en ik weet niet wat ik er tegen moet doen.’ Zijn stem klinkt vrij moedeloos en ik heb inmiddels door dat hij het over Caro heeft.

‘Ze is een beetje een binnenvetter.’ Ik grinnik even voordat ik aanvul: ‘Dat zijn we geloof ik allemaal.’ Ezra’s blik blijft somber naar de tafel staren.

‘Ik heb het gevoel dat ik haar kwijt raak,’ zucht hij. Ik bijt op mijn onderlip terwijl ik erover nadenk.

‘Misschien moeten jullie samen eens iets gaan doen. Echt met zijn tweetjes bedoel ik.’ Mijn stem is zacht en ik kijk hem voorzichtig aan. Zijn ogen kijken nog steeds naar de grond. Verdwaasd haalt hij zijn schouders op.

‘Zou dat helpen? Ik wil haar niet kwijt.’ Zijn stem sterft weg, als hij de laatste zin zegt. Leunend over de tafel geef ik een klein kneepje in zijn arm.

Met mijn laptop onder mijn arm loop ik terug richting Raglan. Mijn gedachten zijn al bij morgenavond aangezien ik zin heb in het kampvuur. Ik herinner me de vorige keer nog goed en ik hoop dat het deze keer nog beter wordt. Terwijl ik aan Tristan denk, trekt er een glimlach over mijn gezicht. In mijn kamer leg ik mijn laptop op mijn bureau en trek een boek uit mijn kast.

Kun je naar het dorp komen? Ik wil je wat vragen. Ik knipper een keer met mijn ogen over de ongewone vraag. Tristan heeft nog nooit eerder gevraagd of ik naar het dorp kom, plus waarom is hij in het dorp?

Wat doe je in het dorp dan? Vraag ik aan hem. Het is even stil aan de andere kant en ik sla het boek dat ik gepakt had, open.

Ik wilde wat kopen, maar nu kan ik niet kiezen, dus moet ik de verrassing verklappen. Verrassing? Hoezo wil hij mij verrassen. Ik slaak een diepe zucht.

Slimmerik, ik kom eraan. In plaats van dat hij eerst gepeild had, dan had hij het niet hoeven verraden. De glimlach blijft op mijn gezicht geplakt zitten, als ik een taxi bel.

Vijf minuten later loop ik Raglan uit. Onderweg kom ik Noëlle tegen.

‘Wat ga je doen?’ Ze kijkt me geïnteresseerd aan. Ik glimlach ondertussen nog steeds als een idioot. Super nieuwsgierig naar de verrassing die Tristan heeft.

Zielkrachten 2: VerwevenWhere stories live. Discover now