24. Dubbelrol

64 20 5
                                    

Ik draai me rustig om, 'Wat dan Adistan?' hij zucht, 'Ik wil niet dat anderen dit te weten komen, naast mijn vrienden weet niemand dit.' ik kijk hem vragend aan, wat wil hij nou zeggen?
Hij haalt diep adem, 'Ik zal bij het begin beginnen, hier is het zo dat je een betere, soort carrière, kan krijgen als je een jongen bent. Vooral door andere stammen word je minder serieus genomen als je een meisje bent.
Ik wil graag een goede paardentrainer worden, dat is alleen niet echt weggelegd voor meisjes. Dus mijn vrienden en ik hebben besloten om mijn naam van Adsila naar Adistan te veranderen en hebben me geholpen met hoe je je meer gedraagt als een jongen. Ik zit continu in een dubbelrol, mijn famillie ziet mij als Adsila en de trainers en krijgers zien mij als Adistan. Naast Sik'is, Maska en Tse, die trouwens ook mijn broer is, heb ik nooit echt vrienden gehad. En ik...' Ze stopt even met praten 'Ik zou het heel leuk vinden als je mij een kans zou willen geven als vriendin. Ik vind het namelijk helemaal niet leuk om continu te moeten liegen, en ik heb niet echt vriendinnen.'

Ze kijkt me met smekende ogen aan,  ik knik snel, 'Ja heel graag!' haar gezicht klaart op en ze krijgt een grote glimlach op haar gezicht, dan lijkt ze zich te bedenken en haalt de lach van haar gezicht af. 'Wat is er?' Vraag ik onzeker 'Ik vergeet telkens dat je als krijger je gezichtsuitdrukking onder controle moet houden.' Ik knik begrijpelijk, 'Maar dan kan je toch niet laten zien hoe je je voelt?' vraag ik me hardop af 'Dat is juist de bedoeling, de vijand niet laten zien dat je, bijvoorbeeld, pijn hebt. Op het moment dat ze dat wel zien ben jij de zwakke en zullen ze er meer kracht uit putten om je te vernederen of te doden.' 
Wat gezellig allemaal...
'En' zo vervolgt ze 'als je dan sterft zullen ze respect voor je hebben, en kan de stam waar je vandaan komt trots op je zijn. Je hebt dan tot het einde vol gehouden én mensen zullen zeggen "Deze stam heeft dappere indianen" zo zullen we dus meer respect verwerven.' Het is even stil.

Ik heb het gevoel dat ik haar iets verschuldigd ben, maar ik weet niet of ik het haar kan vertellen. Ik denk dat ik er nog niet klaar voor ben. Alsof ze mijn gedachtes kon lezen zegt ze: 'Je hoeft mij nu niet jouw verhaal te vertellen, het is niet zo dat ik dit net heb vertelt om jou te verplichten. Neem je tijd, en ik denk dat het, als je er klaar voor bent, belangrijk is dat je het eerst aan Wematin verteld. Zoals je reageerde op Tse was te zien dat het niet niks is wat je hebt meegemaakt. Dat haalt niet weg dat je altijd naar mij toe mag komen als je ergens over wilt praten.' Ik kijk haar dankbaar aan, ze stuurt me een voorzichtige glimlach. Daarna loopt ze iets verder het bos in, ik loop haar achterna. Ze stopt bij een meertje en gaat op een omgevallen boom zitten. Ik vraag me af waarom ze me hierheen heeft gebracht, maar ik ben niet echt in staat om de prettige stilte die er hangt te verbreken. Ik ga dus maar naast haar zitten en neem de omgeving in me op.

Het gras is hier hoger dan net, het komt tot de helft van mijn schenen en het is mooi, fris groen. Het stopt ongeveer tien centimeter van de rand van het meertje af. Daar is het nogal modderig. Aan de overkant van het meertje, dat overigens net groot genoeg is om vier olifanten van water te voorzien, zijn de looppaden van verschillende dieren te zien. Kleine, ik denk dat daar konijnen komen drinken, tot grote voor grote dieren zoals elanden.
Het lijkt me erg mooi om zo'n groot beest in het wild te zien.
De bomen staan niet als een rondje om het meer heen maar wisselen elkaar een beetje af. Aan de zijkant, vanwaar ik nu kijk links, staat een grote dikke boom met lange hangende takken. Ik denk dat je drie mensen nodig zou hebben om met je armen rondom de stam te komen, al met al lijkt het een beetje op een enorme treurwilg. De bomen die wat verderop staan herken ik niet echt, ze zijn minder dik dan de treurwilg-achtige boom, en hebben andere soorten takken en bladeren. Het lijken me mooie klimbomen, maar dan moet je wel de eerste drie meter overbruggen voordat de eerste takken beginnen.
Ik kijk nog eens naar het gras, zouden er teken in zitten? Ik wil het net aan Adsila vragen als ik aan de overkant van het meer twee konijntjes aan zie hupsen . Het lijkt alsof ze elkaar aan het uitdagen zijn wie de hoogste en gekste sprongen kan maken.

Genietend kijk ik ernaar, dan draai ik opzij om te kijken of Adsila ze ook ziet. Ik wil haar net aanstoten als ik zie dat de konijntjes opeens stilstaan en hun oren spitsen. De één zit heel stil laag en de ander gaat op zijn achterpoten staan en probeert de omgeving te overzien. Gek genoeg kijken ze niet onze kant op maar juist naar de kant waar ze vandaan kwamen. Dan zie ik tussen een paar struiken iets bewegen, 'Adsila?' fluister ik,  ik zie uit mijn ooghoek dat ze haar hoofd draait en me vragend aankijkt 'Welke roofdieren zitten hier allemaal?' vraag ik met een lichte toon van angst in mijn stem, zonder mijn hoofd van de konijnen en de struiken af te draaien.
Ze wil me net antwoorden als we een grom horen, haar hoofd schiet meteen naar het geluid toe en geschrokken kijk ik naar wat er gebeurt.
Een poema, en niet zo'n kleine ook...

================================
Hi, hi, leuk om jullie weer te 'zien' :)
Wat zou er gaan gebeuren? Wat zouden jullie doen als er opeens een poema voor je neus zou staan?
Ik zal het niet te lang houden hier, dusss ja, bye bye!
(Be happy! (And make me happy? ;) Please?))
Love!!
~boekenwormenlezers~

Het Indianen MeisjeWhere stories live. Discover now