Hoofdstuk 17

40 2 0
                                    

• Alyssae •

'Waar is Thorin heen?'

Kíli keek verstoord op. Hij was net bezig in geuren en kleuren te vertellen welke heldhaftige daden hij had verricht tijdens het redden van Alyssae en gezien hij dit verkondigde aan de mooiste elf die hij hier rond had zien lopen, vond hij het maar niks dat hij voor zo'n onnozele vraag onderbroken werd. Hij veranderde echter van gedachten toen hij de paniekerige blik in de ogen van zijn broer zag.

'Wat is er?'

'Ik maak me zorgen,' bromde hij. 'Alyssae is al een tijdje weg en hij ook.'

Kíli had het gevoel dat zijn broer hem onder een ijskoude waterval duwde en hij vervloekte het feit dat hij niet beter had opgelet.

Alyssae mocht hem dan wel om een of andere reden niet in vertrouwen nemen, maar hij gaf te veel om haar om zich geen zorgen te maken.

'Denk je echt dat hij het gedaan heeft?'

Zijn oom had een hoop fouten gemaakt, maar dat hij echt geprobeerd had om Alyssae te wurgen en zij hier vervolgens niets over zei, kon er eigenlijk niet echt bij hem in.

Fíli haalde zijn schouders op. 'Jij kwam ermee.'

Kíli zuchtte. Hij had zich een verrader gevoeld omdat hij überhaupt op dat idee kwam, maar als iemand van hen haar de afgelopen dagen kwaad had geprobeerd te doen dan was het Thorin wel.

Het had maar een haar gescheeld of ze ging met een arm minder door het leven, was verdronken of nooit meer wakker geworden uit een betoverde slaap.

Het ontging hem niet dat Tauriel een beetje ongemakkelijk met haar voeten schuifelde.

'Weet je meer?' drong hij aan.

Hij las de waarheid al in haar ogen voordat ze hem een antwoord verschafte.

'Ze wilde niet dat ik er iets over zou zeggen.'

'Dat heb ik gemerkt. Waar is ze toch in vredesnaam mee bezig,' mopperde Kíli en hij liep naar de uitgang toe, op de voet gevolgd door Fíli en de elf. Hij had het gevoel dat niet alleen Thorin door de magie van het woud was veranderd. Alyssae gedroeg zich ook uitermate vreemd.

Een beetje ontmoedigd keek hij om zich heen toen hij de trap bereikte. Ze konden werkelijk overal zijn.

'Misschien is er helemaal niets aan de hand, Kíli.'

Hij voelde dat Tauriel geruststellend in zijn schouder kneep. Hij wilde haar woorden maar al te graag aannemen, maar had al teveel van Thorins woede gezien om daar zomaar van uit te gaan.

'Wat zou hij anders bij haar in de buurt moeten doen,' gromde hij. 'Hij vindt haar nu niet bepaald aardig.'

Tauriel keek hem aarzelend aan. 'Misschien proberen ze wel wat dingen uit te praten.'

'Misschien.'

Hij hoopte vanuit de grond van zijn hart dat Tauriel het bij het rechte eind had. Als Thorin haar weer iets aandeed, voelde hij zich daar verantwoordelijk voor, al wist hij niet goed waar dat gevoel vandaan kwam. Ze had hem behoorlijk gekwetst en daar was hij nog steeds boos over, maar dat betekende niet dat hij wilde dat haar iets overkwam.

Ze besloten eerst bij hun slaapkamers te kijken, maar daar troffen ze niemand aan. Ze moesten buiten zijn. Beiden.

'Gaan jullie anders die kant op.' Tauriel wees naar rechts. 'Dan neem ik de andere trap.'

Kíli knikte dankbaar en holde de trap af. Het was zoeken naar een speld in een hooiberg. Ze konden overal zijn.

'Moeten we de anderen niet inlichten?' vroeg hij zich weifelend af.

Courage  ✔ [Nederlandse versie]Where stories live. Discover now