Hoofdstuk 28

784 47 26
                                    

"Laten we dit nog eens proberen. Mijn naam is Shiro en hoe heet jij?" Ik hield mijn mond en bleef hem strak aankijken. Dit was al de vijfde keer dat hij mijn naam vroeg en telkens als ik niet antwoordde kwam de zweep weer meerdere keren op mijn rug neer. Ik ben ondertussen de tel al kwijtgeraakt. Shiro loopt met een sadistische lach op me af. Vandaag was het alleen Shiro. Toen ze me vanochtend wakker maakten ving ik een glimp op van de vrouw, Kendra was volgens mij haar naam, maar telkens als onze blikken kruisten keek ze snel weg. Ik denk het gesprek haar dingen heeft laten realiseren, ik hoop het. Ondanks de drie rode strepen die nu op mijn wang staan, en de blauwe plekken op mijn buik en benen, gemaakt door de vrouw heb ik nog steeds een soort sympathie voor haar. Ze liet gevoelens zien en zwakte, dat laat zien dat er toch nog iets menselijk in haar is. Anders dan Shiro, Shiro is gewoon een monster. Zijn menselijkheid is volgens mij al een lange tijd geleden verdwenen. Ik voel een klap in mijn gezicht. Mijn wang brand, maar het is niets vergeleken met de pijn op mijn rug. Ik hing niet meer in de muur maar ik hang in het midden van de kamer. Blijkbaar hebben ze in mijn slaap Kettingen aan het plafon en de grond gemaakt. Waarschijnlijk genieten ze er meer van als ze de pijn op mijn gezicht kunnen zien... Ja, er zijn meer mensen. Soms komen ze met zo'n zelfde sadistische grijns als Shiro binnen en kijken ze toe hoe ik gemarteld word. Ik ben hier pas drie dagen als ik het goed heb, met de dag meegeteld dat ik werd meegenomen, maar het voelt als zoveel langer. Nog eens voel ik een klap in mijn gezicht, maar deze keer aan de andere kant. Ik staar naar de grond en denk over van alles na, zelfs wiskunde sommen. Het is mijn tactiek om de pijn buiten te sluiten. "Wat is het prinses?" Vraagt Shiro. Zo noemt hij me wel vaker, waarschijnlijk als vervanging voor mijn naam die ik hem weiger te geven. Hij grijpt mijn kin af. De gedachtes verdwijnen uit mijn hoofd en worden gevuld met zijn ijsblauwe ogen, ze deden me denken aan die blauwe ogen van de dag dat ik met Roos was. Ze geven me dezelfde rillingen. "Heb je de hoop al opgeven?" Ik staar hem boos aan, laat net als hem vuur in mijn ogen branden. Hij staart terug, net alsof we een wedstrijd zijn begonnen. "Nou?!" Sist hij. "Nooit... Van mijn fucking leven... Zal ik opgeven." Ondanks de onderbrekingen door het gehijg in mijn stem klonk het sterk. "We zullen zien prinses!" Roept Shiro terwijl hij mijn nog een klap in mijn gezicht geeft. Dan hoor ik wat gekuch. We kijken alle twee naar de deuropening waar een wat oudere vrouw staat met een dienblad in haar hand. Ze heeft helder blauwe ogen, een wat getinte huid en zwarte golvende haren tot haar schouders. Ze knikt naar Shiro en hij knikt naar haar, dan loopt Shiro de deur uit. Ik hoor zijn voetstappen wegsterven, tot ze helemaal verdwenen zijn. Dan loop de vrouw naar me toe. Ze doet de deur achter haar dicht en pakt dan een sleutel uit haar zak waarmee ze de deur op slot doet. Ze loopt naar me toe met een verdrietige glimlach. Ze haalt de boeien van me af, al was het niet met een sleutel. Het was een of ander raar systeem waar je op verschillende uitstekende delen moest klikken. Ze deed het snel en vloeien terwijl ze me aan mijn middel vast hield en mij langzaam op de grond liet zakken. Ik kijk naar de vrouw terwijl ze het dienblad voor me neer zet. Een glas water en een stuk brood. Mijn maag rommelt zachtjes, maar ik weet niet of ik het wel wil opeten. Straks is het vergiftigd. "Wat is er?" Vraagt de vrouw bezorgd. "Het is oké, kijk maar." Ze pakt een klein stukje en stopt het in haar mond. Ze kauwt en slikt. Ik wacht even, misschien duurt het een tijdje voordat het vergif werkt. "Maak je geen zorgen kind, ik ben niet zoals de meeste mensen hier. Ik ben hier niet om je kwaad te doen. Ik ben net als jij een stuurder." "Hoe weet u dat ik dat ben?" Ze glimlacht terwijl ze me het stuk brood aangeeft waar ik aan begin te knabbelen. "Alles aan je uiterlijk schreeuwt dat je een vuursturen bent, en de meeste mensen die hier gebracht worden zijn of stuurders of mensen die samen leven met stuurders." Op dit moment vraag ik me af of ik in de handen van de opruimers ben... "Ze praten over je..." "Huh?" Vraag ik met een mond vol brood. "De meeste mensen geven al op na een dag, sommige twee, maar jij bent hier al vier dagen!" Haar woorden brengen me in de war. "Maar, ik ben hier toch pas drie dagen?" "Je bent een dag bewusteloos geweest, maar zelfs op die dag hebben ze je mishandelt... Onmenselijk..." Zucht ze hoofdschuddend. Ik wilde meer weten maar voordat ik kon vragen drukte ze het glas water in mijn handen. Ik kwam in de verleiding om er mee te sturen, maar als de mensen hier denken dat ik een vuurstuurder ben moet ik het zo houden, het ziet er waarschijnlijk nogal verdacht uit als je een vuurstuurder ziet watersturen, voordat ik het weet zullen ze realiseren dat ik de avatar ben en als ze dit al doen met normale stuurders wil ik niet weten wat ze met de avatar doen. "Het spijt me maar je zult snel moeten drinken en daarna moet ik de boeien weer vastmaken, ik had je eigenlijk nooit mogen losmaken, dus het is ons geheimpje oké?" Vraagt ze met een knipoog. Mijn mond valt een stukje open. Deze vrouw helpt me gewoon, waarschijnlijk zal Shiro en misschien Kendra ook haar niet al te goed behandelen als ze erachter komen dat ze me helpt. Waarom zou ze het risico nemen? Opeens horen we voetstappen. "Daar komen ze." Sist de vrouw gespannen. Zo snel als ik kan kom ik overeind en ik zet het glas op de grond. Sterretjes verschijnen voor mijn ogen maar ik moet dit snel doen, als deze vrouw gestraft word omdat ze mij heeft geholpen zal het mijn schuld zijn. De vrouw staat ook op en al snel voel ik die koude vreselijke dingen weer om mijn polsen. Het doet pijn, mijn polsen voelen beurs maar ik ga ervoor zorgen dat er niets met deze vrouw gebeurt. Ze brengt het glas met het water naar mijn mond en ik klok het snel naar binnen. Ik weet dat water belangrijk is, belangrijker dan voedsel. "Goedzo, meis." Zegt de vrouw met een warme glimlach. Die verdwijnt snel als de deur open vliegt. "De pauze is over!" Roept Shiro terwijl de vrouw met gebogen hoofd de kamer uit loopt. Had Shiro zo veel macht? Of was ze gewoon bang voor hem, wat me logisch lijkt. Het is zowat de duivel hemzelf. Hij draait zich naar mij toe als hij klaar is met de deur dicht doen. "Heb je genoten van het voedsel, was dat niet aardig van me?" Ik hou zoals gewoonlijk mijn mond. "Nou, nou, prinses. Is dat hoe je me bedankt? Dat is niet aardig van je... Zal ik je een geheimpje vertellen." Hij wacht even, misschien dacht hij dat ik enthousiast ja zou roepen... Ik dacht het dus mooi niet. Hij zucht... "Wat een enthousiasme prinses! Ik vertel het toch maar." Hij komt dichtbij en grijpt een voorste pluk van mijn lange haar. Hij doet het plukje achter mijn oor, waardoor deze nu niet meer bedekt is. Hij komt dicht bij mijn oor, ik ben benieuwd wat hij erin gaat fluisteren, want ik wist dat hij dit ging doen. Het was of zijn fluisterende kalme toon of zijn boze geschreeuw. Ondanks dat zijn gefluister mij rillingen gaf kon ik het beter uitstaan dan geschreeuw. Het bezorgde mij nogal wat koppijn, niet dat dat in vergelijking met de rest van mijn pijn veel scheelde maar ik probeerde zoveel mogelijk pijn buiten te sluiten. En de hoofdpijn ging moeilijk omdat ik vaak nadenk om mijn pijn in mijn lichaam te vergeten. Denken gaat moeilijk als je hoofd je probeert te vermoorden... Net zoals nu sluit ik de pijn buiten. Hij had zijn armen om me heen geslagen en liet zijn hoofd op mijn schouder rusten terwijl hij met zijn vingers over mijn rug ging. Tekens als zij vingers langs een van mijn wonden gaan bijt ik hard op mijn tanden. "Het geheim gaat je misschien helpen in de toekomst.. Want kijk prinses... Ik kan ondankbare mensen... Niet uitstaan!" Roept hij hard terwijl hij zijn nagels in een van mijn wonden drukt. Ik bijt hard op mijn tanden maar nog steeds ontsnapt er een gil uit mijn mond. "Het kan je tijd hier zoveel makkelijker maken als je eens dankjewel zei!" Roept hij terwijl zijn nagels nog eens in mijn wonden drukken. Deze keer krijs ik met al mijn kracht, ik was niet voorbereid... "Je zou op je knieën moeten gaan en me moeten aanbidden voor het eten en drinken dat ik je heb gegeven!" Nog eens voel ik zijn nagels en weer gil ik. "Doe het prinses! Vertel me hoe dankbaar je me bent!" Ik blijf krijsen door de pijn. Opeens doet hij een stap achteruit en hij kijkt naar me alsof ik een interessant dier ben. "Zeg het prinses." Zegt hij weer op zijn kalme toen met een grijns. Hij brengt zijn gezicht dicht bij mij. "Zeg het..." Fluisterd hij. Ik tuf in zij gezicht. Hij springt een stuk naar achteren en wrijft het spuug van zijn gezicht. "What the..." "Nooit." Sis ik. Hij wrijft met zijn mouw over zijn gezicht. "Fout antwoord..." Hij slaat me weer. "Op een of andere manier, geef je altijd het foute antwoord." Hij pakt een mes en laat het over mijn blote buik glijden. Hij sneed niet, hij wilt me waarschijnlijk eerst nog martelen met het idee dat hij mijn buik open ging snijden en het daarna pas doen. Ik heb nog nooit iemand ontmoet die zo ziek is. "Leer toch eens van je fouten..." Hij brengt het mes naar achteren en brengt het met volle vaart in mijn buik. Het beeld om me heen vertraagd... Het is net als die keer met papa... Het mes dat op me afvloog, ik ving het, maar dit keer zijn mijn armen vastgeketend... Ik kan niks doen... Ik sluit mijn ogen, ik voel zijn beweging, hoe het mes op me afkomt. Dat heb ik geleerd van Ethan, maar nu wenste ik dat ik dat niet had gedaan. Ik wilde het niet voelen, ik wil niks meer voelen. Het is triest niet waar. Ember, het meisje in me heeft opgegeven en wil het liefst sterven, maar dan heb je mijn andere kant, de avatar, en de avatar blijft vechten en geeft niet op. Ik open mijn ogen de seconden die in minuten waren verandert, veranderen weer terug. Alles gaat snel en ik bereid me voor, ik ga losbreken... Ik ga mijn technieken, gebruiken en... "SHIRO!" De man stopt en kijkt verveeld om naar de vrouw in de deuropening. "Wat is het Kendra?" Ze kijkt nerveus naar mij en dan naar Shiro. "Uhm... Shiro, je moet naar het hoofdkantoor komen." "Juist wanneer we het zo leuk hebben." Hij komt naar me toe en slaat zijn armen om me heen. Ik kreun wanneer zijn armen weer langs mijn wonden glijden. "Mis me niet te veel, prinses." Zegt hij. Daarna draait hij zich om en loopt de deur uit zonder me nog een blik waardig te gunnen. Kendra daarentegen blijft met gebogen hoofd in de deuropening staan. Na een tijdje schud ze haar hoofd. Ze loopt de deur uit en doet de deur achter haar in het slot. Ik ben alleen... Ik zicht opgelucht en laat mijn hoofd naar achteren hangen. Ik sluit mijn ogen, ik wil slapen... Een tijd lang hang ik daar in stilte met mijn ogen dicht. Het is fijn, de rust... Ik dacht dat ik iets hoor dus ik open mijn ogen. Ik kijk naar beneden. Twee kleine zwarte oogjes, omringt door lichte haartjes kijken me observerend aan. "Hey muis, hoe ben jij hier binnen gekomen?" De muis laat zijn hoofd wat schuin zakken en blijft me aankijken. Ik doe hetzelfde. "Ember?" Hoor ik opeen een trillerige stem zeggen. Ik kijk naar de deur een zie daar Cassie. Ik staar haar aan, mijn aanvaller. Ik zou haar iets aan moeten doen ik zou haar moeten haten. Ik had er vaak over na gedacht en in mijn hoofd leek het simpel, maar nu ze hier voor me staat kan ik het niet. "Het is allemaal mijn schuld, Ember." Haar stem breekt en tranen lopen over haar wangen. Ik bekijk haar goed en zag dat ze onder de blauwe plekken en wonden zit, al zag ze er waarschijnlijk nog beter uit dan ik op het moment. Ze strompelt maar me toe en valt op haar knieën voor me neer. "Het spijt me zo erg..." Het lukt me niet om iets terug te zeggen. Het lijkt alsof ik ben vergeten hoe ik woorden moet maken. Ze staat op en opent een fles die aan de riem om haar middel hangt. Ze houdt haar handen er boven en in een fractie van een seconde zijn haar handen bedekt met water. Ze brengt haar handen maar mijn wangen terwijl ik er met grote ogen naar staar. Dan begint ze te helen, het water licht op en de sneeën op mijn wang begint te sluiten, ook verdwijnt de beursheid een beetje. "Ik heb alles gedaan wat ik kon, maar ze luisteren niet. Zelfs als ik smeek luisteren ze niet... Ik wil je zo graag helpen, maar als ik ook maar iets probeer komen ze erachter en krijg ik straf... waarschijnlijk hiervoor ook, al is het niets vergeleken met waar jij doorheen gaat." Haar tranen lopen over haar wangen. Ze laat haar handen zakken en slaat ze nu voorzichtig om mij heen. In tegenstelling tot wanneer Shiro mij aanraakte voelde ik nu een paar wonden helen. Veel te snel stopte het fijne gevoel. "I-Ik kan niet al te veel doen... dat valt op..." Ze probeert nu de fles van haar riem los te maken, al lukte het niet. Ze blijft maar aan het lusje dat om de dop heen zit frunniken, steeds sneller. Gefrustreerd laat ze haar handen naast haar neervallen als het na een tijdje nog niet lukt. "Cassie..." ze kijkt op, in haar ogen stond verdriet en bezorgdheid. Ik realiseer me dat ze me nooit pijn heeft willen doen. Dat past gewoon niet bij Cassie. "Het is oké Cassie. Ik weet niet wat er allemaal aan de hand is, maar ik weet dat het niet goed is... toch is het oké Cassie, ik weet niet waarom je het hebt gedaan, maar ik geloof niet dat je een slecht persoon bent." Ik probeer te glimlachen, maar met Cassie zo voor me is het moeilijk om sterk te zijn. "Dat is niet waar... Ik ben een slecht persoon, ik had kunnen kiezen om het niet te doen, maar toch deed ik het. Ik had niet moeten luisteren, ik had niet... ik had niet..." ze kan haar zin niet afmaken door het harde gesnik. Dan barst ze in huilen uit. Een klein traantje ontsnapt uit mijn ooghoek, ik dacht dat ik de ergste pijn had gehad, maar dit voelt erger... dit voelt zoveel erger. Ik snapte nog steeds niet alles maar ik voelde de pijn. En dan bedoel ik niet de fysieke maar de emotionele. "Ik zorg dat je hier wegkomt... wat ik ook moet doen... mijn familie moet maar even wachten." "Je familie... " "Ja... ze.." haar stem breekt. Ze opent haar mond weer maar ze sluit hem als we stemmen horen. "Mensen komen langs, de bespreking is voorbij... sorry, ik moet gaan." Ze probeert weer de fles los te maken en dit keer lukt het. Ze laat me er iets van drinken en doet dan een stap achteruit. "Maak je geen zorgen Ember, ik ga je hier weg halen..." Ze doet nog een stap achteruit en kijkt dan fronsend naar haar handen. Ik wil weten waar ze aan denkt maar ik durf niet te praten, bang dat mijn stem laat horen hoe zwak ik nu ben. Dan kijkt ze opeens op. Ze geeft me een glimlach met tranen in haar ogen. "Het komt allemaal goed." Dan rent ze de deur uit en doet deze achter haar dicht. Ik staar naar de gesloten deur met tranen in mijn ogen. Ik kan niet geloven dat ze weg is. "Cassie?" vraag ik met een overslaande stem. "Cassie kom terug..." tranen lopen over mijn wangen. Ik maak me zo'n zorgen... ik wil niet dat ze riskante dingen gaat doen om mij te helpen... "Cassie...." Snik ik weer. Ik begin te hyperventileren, ik was nu alleen en hoefde me niet groot te houden. Alle frustratie kwam eruit, het lukte niet om het te stoppen. Ik laat het niet zien aan de buitenkant, maar vanbinnen ben ik gebroken. Van buiten zie je een pokerface terwijl ik de martelingen onderga, maar van binnen schreeuw ik. Het doet zo veel pijn...

Avatar: De legende van EmberTempat cerita menjadi hidup. Temukan sekarang