Hoofdstuk 30

709 44 34
                                    

I'M BACK! proefwerkweek is eindelijk over dus ik heb tijd om te updaten. :D Sorry voor eventuele spelfouten. ik ben best nerveus voor dit hoofdstuk omdat ik erg benieuwd ben wat jullie ervan gaan vinden maar dat hoor ik vanzelf wel. :)

Hier is hij dan eindelijk... Hoofdstuk 30:

Ik lig in mijn bed en denk terug aan gisteren. Kitai en haar dochter Sara kwamen weer bij me langs en verzorgde me goed. Ik wilde ze eigenlijk vertellen over Cassie maar ik wist niet hoe dus ik hield mijn mond. Ik heb vannacht slecht geslapen. Bang voor vandaag… maar gek genoeg voel ik me nu kalm. Misschien een beetje te kalm. Ik kom uit mijn bed en doe de kleding aan die vanochtend voor me klaar lag. Ik weet het niet zeker maar de kleding lijkt op vuurnatie kleding van een lange tijd geleden, ten minste als de informatie in de boeken die ik heb gelezen klopt. Een roodkleurige broek die wat wijder was, een rode top zonder touwtjes die mijn buik liet zien en twee gouden armbanden. Kitai kwam binnen samen met Sara en hielpen me met de kleding, blijkbaar waren de gouden armbanden geen armbanden want ze schoven ze door tot aan mijn bovenarmen, raar. Kitai maakt een hoge staart op mijn hoofd maar met een soort rood lint, alleen liet ze mijn pony er wel uithangen ( denk aan Zuko's haar in het begin van de serie). "Succes, Ember." Hoor ik Sara zeggen. Ik draai me naar haar toe. "Bedankt, ook voor alles wat jullie voor me hebben gedaan." Opeens komt Sara overeind en ze geeft mij een knuffel. Een glimlach verschijnt op mijn lippen, ze doet me aan Cassie denken. Kitai komt naar ons toe lopen en slaat een arm om me heen. "Denk aan onze belofte. Geef niet op." Ik knik en geef haar ook een knuffel. Ik schrik op als ik de deur hoor opengaan. het is tijd… Twee mannen komen de kamer binnen. "Ik moet nu gaan, denk ik." Zeg ik zachtjes. Sara laat haar armen zakken en doet net als haar moeder een stap achteruit. Ik knik naar ze met een klein lachje. ''Wees niet verdrietig, we zien elkaar snel weer." Kitai geeft mijn een glimlach en Sara geeft mij nog een knuffel. Ik hoor de een van de twee mannen kuchen en weet dan dat het tijd is om te gaan. Ik draai me naar de mannen toe en loop met hun mee de kamer uit, een aan elke zij, alsof ze me beschermen, maar ik weet dat dat niet de reden is waarom ze bij me zijn. We lopen door de gangen de langer dan ooit te voren lijken. Mijn handen zweten en ik heb het benauwd, ik geef het toe. Ik ben nerveus, bang, bang voor wat er gaat komen. Wat er met mij gaat gebeuren en wat er met Cassie gaat gebeuren. Ik ben bang….Ik bijt hard op mij tanden en bal mijn vuisten zodat mijn nagels in het vel van mijn hand prikken en probeer daarmee kalm te worden. Het werkt… een soort van… het lijdt me af, maar mijn toekomst is hard te negeren, hoe weet ik dat? We zijn er, en alle kalmte die ik net nog in me had is verdwenen. Een van de mannen houdt zijn pols tegen het ijzeren kastje naast de deur. De deur gaat open en ze duwen me naar binnen. Ik kijk kwaad naar achteren, er zijn ramen dus ik blijf kijken naar de bewakers die nu door de gang weglopen, tot ze uit mijn zicht verdwenen zijn. Dan draai ik me om. “Dag, prinses, je ziet er goed uit.” Zegt Shiro met een glimlach. Ik kijk rond. Het is geen vierkante kamer, meer een rechthoek. Tegenover mij staat Shiro met een grote grijns op zijn mond. “Hm… je praat nog steeds niet, zoals ik al had verwacht, daarom heb ik iets spannends voorbereid.” Ik trek mijn wenkbrauw vragend op. “nieuwsgierig?” zegt hij met een grijns. Ik draai met mijn ogen en zucht. Shiro grinnikt zachtjes. “Ik weet dat je nieuwsgierig bent dus luister goed, ik ga je vertellen wat we gaan doen.” Ik spits mijn oren. “Ooit gehoord van een Agni Kai?” Mij ogen worden groot. “Het is een eeuwenouds vuurnatie gebruik, waarbij twee meesters vechten voor eer, voor macht… We gaan er een doen prinses, al heb ik wel een extra regel… Ik noem het pas een overwinning als een van ons sterft, deal?” mijn ogen worden groot. Ik bestudeer Shiro, kan ik hem verslaan, heb ik wel de kracht om… om een leven te nemen? Wacht eens… het hoeft niet zo ver te komen, ten minste als Cassie op tijd is. Ik zucht en bid ervoor dat Cassie op tijd is. Dan geef ik hem een antwoord. “Deal.” De grijns op zijn blik werd nog groter. “Laten we beginnen.” Ik knik, draai me om en ga op mijn hurken zitten. Ik weet hoe een Agni Kai werkt. Ik hoor een soort zoemer afgaan. Het is twaalf uur. Ik sta op en draai me om. “Klaar prinses?” voordat ik ja kan zeggen zie ik een mes op me afvliegen. Ik duik naar rechts en doe een koprol om mijn val te breken. “Niet slecht, prinses!” schreeuwt hij terwijl er nog een mes op me afvliegt. Ik duik en hoor dat het mes de muur achter mij raakt. Ik sta hijgend op en zie vanuit mijn ooghoeken Shiro op mij afkomen. Ik sluit mijn ogen, de wereld gaat in slow motion, ik luister. Wat hoor ik. Mijn adem, mijn hartslag, voetstappen gehijg… Ik probeer de bewegingen te horen, maar mijn hartslag bonst te hard. ik open mijn ogen en zie dat shiro nu al minder dan twee meter van me vandaan is.  Snel sluit ik weer mijn ogen en net op tijd hoor ik het, de beweging… Ik grijns en buig wat naar recht om zijn vuist te ontwijken. Weer hoor ik een vuist op me afkomen, Ik schiet mijn handen naar voren en grijp zijn hand vast, ik grijns. “Ik heb je…” Ik verzamel alle kracht die ik heb om Shiro rond te zwaaien, ik laat los en hoor een harde bonk. Hijgend doe ik mijn ogen open, ik zie Shiro met een verwarde blik tegen de muur aan zitten. Ik hoor hem grommen. Hij staat op met een kwade blik in zijn ogen en komt stampend op mij af, ik sluit net als eerst mijn ogen en ontwijk weer zijn vuist en dan zijn voet. Even is het stil, ik vraag me af wat er aan de hand is. Ik open mijn ogen en zie Shiro nergens, ik frons. Opeens voel ik een adem in  mijn nek, mijn hartslag klopt in mijn keel en met een gil draai  me om. Een hand pakt mijn keel vast en zorgt ervoor dat geen adem mijn longen meer in kan. Mijn voeten komen van de grond, ik ben verbaasd, ik had niet verwacht dat Shiro zo sterk was. Ik kijk naar zijn ijsblauwe ogen en vergeet wat ik moet doen…  "Wat is er prinses... Bang om je vuursturing te gebruiken?" Ik wilde hem antwoord geven maar niks anders dan het schokkende happen naar lucht kwam uit mijn mond. Ik denk dat ik hem het maar moet laten zien. Ik grijp met mijn handen zijn polsen vast en druk mijn nagels in zijn vel. Nog steeds verslapt zijn grip niet. Mijn benen worden wat slap en mijn beeld begint te verdwijnen. Opeens krijg ik een idee, ik weet wat ik moet doen... Ik kijk hem aan en geef hem een grijns. Hij kijkt verbaast en zijn grip wordt net iets minder. Ik neem deze kans om een grote hap lucht te nemen. "Jij bent degene die bang zou moeten zijn..." Mompelt mijn krakerige stem. "Wat zeg je prinses?” vraagt hij met een grijns. “Ik kon je niet ver-AAAAAHHHHHH!" Grote vlammen kruipen over mijn vel en branden in de huid van Shiro. Ondanks dat hij mijn keel al heeft losgelaten laat ik zijn polsen niet los. Krijsend zakt hij naar de grond terwijl hij zich probeert los te rukken. Alsof ik dat zou laten gebeuren. "Tijd voor wraak.” Ik knijp harder en probeer de geur van zijn brandende vlees te negeren. Opeens voel ik zijn knie in mijn buik en ik vlieg naar achteren. Met een harde klap kom ik op de grond neer. Ik voel een steek in mijn schouder. Negeer het Ember… Ik kom wankelend weer overeind en kijk naar Shiro. Op zijn polsen staan mijn handafdrukken, bloed sijpelt eruit. Ik kijk snel terug naar zijn gezicht. “Je begint me wat te irriteren, prinses.” Zegt hij. “mooi.” Mompel ik. Opeens komt hij met een volle snelheid op mij af en ik voel op verschillende plekken zijn vuisten neerkomen, slap val ik op de grond. Ik kijk op en zie daar Shiro, ik grijp zijn been vast en wil net als eerst vlammen maken, maar op een of andere manier kwamen ze niet. Ik was zo verbaast dat ik niet realiseerde dat Shiro’s voet met volle vaart naar voren kwam. Hard schopt hij tegen mijn kin aan, ik kom een klein stukje omhoog en val dan hard op de grond neer. Ik kom omhoog maar wordt weer omlaag gedrukt. Shiro zit op mijn bovenbenen en houdt mijn handen tegen de grond gedrukt, ik kan geen kant meer op. “Wat vind je van mijn nieuwe truckje?” vraagt Shiro. “Het is interessant niet waar. Met een paar drukpunten op je lichaam kan ik je Chi blokken. Ik heb alleen nog maar deze techniek geleerd om vuurstuurders uit te schakelen omdat ik voor de andere elementen geen tijd meer had… Het is alsof ik wist dat dit zou ging gebeuren… klinkt als het lot niet waar?” Hij buigt wat verder naar voren om in mijn oor te fluisteren. “We wisten van het begin af aan al wie ging winnen. Toch prinses?” Is dit het eind? Waar blijf je Cassie? Opeens voel ik Shiro wat verplaatsen, Hij zit nu op mijn buik en klemt mijn armen onder zijn benen. Hij haalt een pistool uit de riem om zijn broek en zet die tegen de onderkant van mijn kin aan. Bang kijk ik naar de blik in zijn ogen en begin ik te hijgen. “Nog wat laatste woorden prinses?” Ik sluit mijn ogen en maak me klaar, dit is het eind. “Blijkbaar niet.” Zegt hij. Een traan loopt uit mijn ooghoeken. “Laten we aftellen.” Dit is het dan… ”3….” Sorry pap en mam, ik heb jullie nooit willen achterlaten… “2…” Sorry Roos, Brian, Ethan en al mijn andere vrienden… het spijt me dat ik nu moet gaan. “1…” Het spijt me Natsu, Cassie en alle andere stuurders… ik heb jullie niet kunnen redden. Ik heb gefaald. “…0!” hoor ik Shiro roepen door het geluid van een alarm. Ik open mijn ogen en zie dat Shiro niet meer naar mij kijkt maar hij kijkt verbaast naar de rode lampen in de kamer die nu aan en uit gaan net als het geluid ervan. Verbaast kijk ik naar het alarm. “Ze heeft het gered…” mompel ik met een lach op mijn gezicht. Tranen lopen over mijn wangen. Cassie is oké. “What the…” Ik duw Shiro zo hard als ik kan van me af en begin naar de deur aan het eind van de kamer te rennen. “niet… zo… SNEL!” hoor ik Shiro krijsen, ik kijk om en zie een mes op me afkomen. Ik keer om en word kalm, het geluid om me heen verdwijnt net als de snelheid van alles om me heen. Ik besef me dat het net is als die keer met mijn vader. Ik beweeg mijn vingers tot mijn hand bedekt is met een laag dik ijs. Zoals ik al dacht is alleen mijn vuursturing verdwenen. Ik breng mijn hand voor mijn gezicht. En sluit mijn ogen. Ik hoor een harde klap en dan stilte. Ik open mijn ogen en breng mijn hand omlaag. Ik laat het water van me afglijden en kijk nu naar het mes dat me zou moeten doden. Ik kijk dan op naar Shiro,  zijn grote ogen staren mij aan en zijn mond hangt open, ik besef me dat hij heeft gezien wat ik deed. Hij weet de waarheid nu. Na een paar seconden van staren verstrakt zijn blik. Hij staat bibberig op. “Jij bent de avatar.” Zegt hij dan. Het was geen vraag. Ik ben gesnapt… wie weet wat er nu met me gaat gebeuren. Verstijfd staar ik Shiro aan. Opeens zie ik weer iets op me afkomen, voordat ik kan nadenken hoor ik al het geluid van een mes die door huid heen snijd. Ik hoor een kreun maar het is niet die van mij. Ik staar naar Cassie die met haar armen gespreid voor mij staat. Langzaam zakken haar armen, ze grijpt het lemmet van het mes vast en trekt deze met een kreun uit haar buik. Ik zie hoe het mes op de grond valt met daaraan rood, vloeibaar spul. Het is niet mijn bloed zoals het geweest had moeten zijn.  “Wat denk je wel niet dat je aan het doen bent Cassie?!” roept Shiro kwaad. “Je weet wat er met je familie gebeurt als je tegen ons keert niet waar?” “Ik laat dat niet gebeuren! Jij zal het ze nooit kunnen vertellen Shiro! Het is tijd om je daden terug te betalen. Je had me veel dingen beloofd als ik stuurders opspoorde niet waar?! Geld, een nieuwe identiteit, een nieuwe start, MIJN FAMILIE!! HET WAREN ALLEMAAL LEUGENS! JE HEBT NOOIT IETS OM ME GEGEVEN, HET ENIGSTE WAAR JE OM GAF WAREN MIJN KRACHTEN! ZELFS ALS IK ZOU DOEN WAT JE ZEGT ZOU JE MIJN FAMILIE PIJN DOEN!” “Ik heb nog nooit je familie pijn gedaan!” roept Shiro. “JE HEBT EMBER PIJN GEDAAN!” schreeuwt ze. Een traan loopt over mijn wang. “Cassie…” mompel ik zachtjes, maar ze lijkt me niet te horen. “Hier gaat een eind aan komen Shiro! Ik heb er genoeg van om te zien hoe je iedereen maar bedreigt en gebruikt, misschien lukt het nog steeds om de anderen in je leugens te laten geloven, maar mijn vertrouwen heb je niet meer! Dit is waar het eindigt!” “WHAT THE FUCK BEDOEL JE CASSIE?!” “DIT!” Ze brengt haar armen omhoog richting Shiro en ik zie hem krijsend op zijn knieën vallen. “DIT IS WAT JE VERDIENT!” Ik zie Shiro in elkaar krimpen en hij grijpt zijn hoofd vast. Hij kijkt op en ik zie dat er bloed uit zijn ogen, oren, neus en mond sijpelt. “STOP!… STOP CASSIE!” krijst hij. Ik hoor Cassie grommen en zie Shiro nog eens in mekaar duiken.  Een plas van bloed vormt om hem heen. Ik kijk weg van hem en kijk in de plaats van Shiro naar Cassie. Opeens merk ik de plas bloed op onder haar voet op, ik kijk naar haar nu rode shirt. Shit… als ze zo door gaat zal ze doodbloeden. Ik moet haar stoppen! “Stop Cassie…” Ze schudt haar hoofd en ik zie dat ze zich nog meer inspant, meer bloed klettert op de grond. “Stop, Cassie… Je bent gewond.” Weer reageert ze niet. “Cassie.” Ik leg mijn hand op haar schouder. “Het is oké, Ember.” Zegt ze zonder naar mij om te kijken. “Het is niet oké! Kijk naar jezelf, je bloedt! Als je zo doorgaat dan-“ “Ik weet het, ik zal sterven niet waar? Het is oké…” “Cassie!” Opeens draait ze zich om. Ze duwt me de deur uit die open staat en drukt haar pols tegen het ijzeren kistje aan. De deur sluit. Ik sla hard met mijn vuist tegen de deur en kijk door het raampje, Cassie staat met gebogen hoofd aan de andere kant. “CASSIE! DOE DE DEUR NU OPEN!” het blijft stil. “CASSIE! VERDOMME! DOE DE DEUR OPEN!” tranen lopen nu over me wangen terwijl ik hard met mijn vuisten tegen de deur sla. Opeens heft Cassie haar hoofd. Ze kijkt me aan met een oprechte glimlach en tranen in haar ogen. “Het is oké Ember, Ik heb mijn familie weer kunnen zien. Mama, Sara, jij… het is oké als ik nu ga toch? Het is oké als ik nu toegeef aan de pijn die ik nu voel toch? Het is oké als ik opgeef, het is oké als ik sterf, want ik heb op het einde het goede gedaan.” Ze draait zich om en loopt naar Shiro toe. “NEE! CASSIE! LAAT ME NIET ACHTER!” geen reactie. Opeens hoor ik een harde knal, stukken van het plafon in de kamer met Cassie en Shiro vallen naar beneden. Cassie staat stil in het midden van de kamer en draait zich naar mij om. “Het is begonnen Ember! Hier scheiden onze wegen, jij gaat naar de andere stuurders en helpt ze te onsnappen. Dat is hoe het moet zijn en hoe het ook gaat gebeuren. “NEE CASSIE! KOM VERDOMME TERUG! JE KAN ME NIET ACHTERLATEN! CASSIE, KOM TERUG VERDOMME!” ik begin weer tegen de deur de slaan met mijn vuisten en begin er nu ook tegenaan te trappen. De verdomme deur moet open! Cassie, moet verdomme terug komen… Ik kijk op en zie nu Cassie met een verdrietige rood gekleurde glimlach, bloed sijpelt uit haar neus, over haar kin en in haar mond. Ze brengt haar twee handen samen en steekt ze trots in de lucht. Een hart... Ik staar naar het mooie meisje in de kamer en vergeet hoe ik me moet bewegen. Dan gebeurt er iets wat ik niet kan geloven. Ik hoor ik weer een knal en het plafon komt los, brokken vallen naar beneden en vullen de ruimte eronder. Dan is het stil. Een pijnlijke, verschrikkelijke stilte. Even ben ik verstijfd, maar dan kom ik in actie. Ik kijk door alle ramen maar ik zie alleen maar steen, steen en nog meer steen. Waar is Cassie? “Cassie?” mompel ik zachtjes. “Cassie?!... CASSIE?!” ik breng mijn handen naar mijn mond en begin hard te snikken. “Dit kan niet waar zijn… dit is maar een droom…” ik wieg mezelf heen en weer. “Dit is niet hoe het moet eindigen…” snik ik. Ik kijk op naar de deur en trap er weer tegenaan… hij opent niet… dan hoor ik voetstappen, langs mij heen rent een bewaker. Ik grijp hem vast en gooi hem hard tegen de deur. Bewusteloos valt hij op de grond, ik pak zijn pols vast en breng deze naar het ijzeren  kastje. De deur schuift moeizaam  met veel gekraak open. Ik staar naar de stenen. “Ik kom je halen Cassie!” Ik strompel dichterbij en wrijf mijn tranen uit mijn ogen. Ik begin losse stenen te pakken en ze naar achteren gooien, maar na een tijdje raakte ze op. Ik grijp alle andere stenen vast en schraap erlangs met mijn nagels. Mijn vingers bloedden maar ik voel het niet… het enigste wat ik voel is de pijn in mijn hart op het moment. Ik zak tegen de stenen aan en kijk met mijn betraande ogen op naar het knipperende licht boven me. Ik laat mijn gezicht in mijn handen zakken. Ik voel me leeg, en weet niet meer wat ook al weer mijn doel is op het moment. Het enigste waar ik aan kan denken is Cassie… Cassie, die nu niet meer in leven is…tranen lopen stil over mijn wangen terwijl ik naar het niets staar. Dan voel ik iets in me, misschien intuitie. Ik sta op en draai me om. Ik staar met een blik vol haat naar de grote stenen in de deur opening. Ik bal mijn hand in een vuist. “DIT IS NIET HET EIND!” schreeuw ik terwijl ik mijn hand hard tegen de stenen sla. En toen voelde ik het, het was geen pijn. Het was een gevoel van meer… een nieuwe kracht en nieuwe conecctie. Het  nieuwe element, aarde. Ik kijk verbaasd op naar alle stenen die wegvliegen omringt door een grote stofwolk. Ik kijk zoekend rond totdat de stofwolk wat verdwijnt. En dan zie ik Cassie. Ze ligt met haar gezicht plat op de grond. “CASSIE!” zonder erbij na te denken ren ik naar haar toe. Ik kniel bij haar neer. Ik draai haar paniekerig om. Bloed sijpelt over mijn handen en doordrenkt mijn kleding… Cassie’s bloed… ik staar naar haar bleke, levenloze gezicht. Haar ogen openen langzaam, ze staren me moe aan. Opeens kan ik niks meer zeggen, dus ik breng mijn hand naar haar wang en aai haar zachtjes met mijn duim. Ze brengt met een verdrietige glimlach haar hand omhoog en legt deze op die van mij. Meer tranen lopen over mijn wangen nu ik zie hoe ze zich groot probeert te houden. Het gevoel wat ik nu heb is verschrikkelijk. Ik tril, mijn hart en buik doen pijn. Stemmen schreeuwen dingen in mijn hoofd maar ik kan ze niet verstaan… maar is een stem die ik duidelijk kan horen. “Ik heb het gedaan…” mompel ik zachtjes. Ik knik, bang om te praten. “Ben ik nu vergeven?” vraagt ze zachtjes… bijna niet verstaanbaar. Ik knik weer. “Mooi… Het is gelukt… ik heb Shiro gedood.. mijn moeder en-“ hard begint ze te hoesten. Spetters bloed komen op mijn wang, maar ik ben verstijfd… ik kan ze niet wegvegen. Haar lichaam schokt heen en weer terwijl ze hoest. Na een tijdje kalmeert ze. “ik heb mijn familie weer gezien.” Fluistert ze. “Is.. het oké als ik nu… als ik nu… ga rusten?” ik durfde niet te knikken… ik wil niet dat ze gaat… “kan… je me… vasthouden?” deze keer knik ik wel. Ik knipper een paar keer met mijn ogen zodat ik weer kan zien. Ik kijk achter me. Er ligt een groot stuk steen dat van het plafon is komen vallen. Ik schuif een hand onder Cassie’s knieën en de ander onder haar rug. Ik schuif haar levenloze lichaam op mijn schoot en leun dan tegen de steen achter me aan. Ik sluit mijn ogen terwijl ik Cassie voorzichtig tegen mij aanklem. Haar arm om mijn heen en haar hoofd rustend in de ruimte tussen mijn schouder en nek. Ik voel kleine schokkende ademhalen in mijn nek. Ik krijg er kippenvel door. Ik weet dat ik haar niet kan redden… zelfs de beste heler zou het niet kunnen… Cassie is stervende… Ik open mijn ogen weer als ik een zacht gemompel hoor. Ik kijk naar Cassie. Haar ogen zijn dicht en haar lippen bewegen, maar er komt geen geluid uit. Ik breng mijn oor iets dichterbij haar mond en versta dan haar woorden. Ze vraagt me of ik in haar zak wil kijken. Zonder me af te vragen waarom doe ik wat ze van me vraagt. Ik tast voorzichtig in haar zak en voel dan iets hards en kouds. Ik haal het eruit en kijk vol bewondering naar een ketting met daaraan drie munten. Een kleine, een wat grotere en dan weer een kleinere. De originele kleur was goud geweest maar de munten zagen er nu bruinig uit. Ik kijk nog wat beter en zie dat er rare tekentjes op de munten staan. Ik hoor Cassie iets fluisteren. “wat?” vraag ik zachtjes. “Moed… vriendschap… en… liefde…” hijgt ze zachtjes. “dat… beteke…. Betekenen ze…” ik knik zachtjes. “ze hadden het… afgenomen… maar… Ik heb… het net op… gehaald… voor jou…” ik wilde haar vertellen dat ik het niet kan aannemen, maar ze begon weer verder te praten. “Mijn vader… hij gaf het… hij..” ze begint weer te hoesten. Ik bijt op mijn lip terwijl er naar het stervende meisje in mijn armen kijk… ze zucht zachtjes en gaat dan weer verder. “Hij zei… dat ik het moet doo…. Doorgeven… aan een belangrijk… iemand…” mijn adem stopt wanneer ze dit zegt. “doe het om…” fluistert ze nog zachter dan eerst. Ik knik, ook al weet ik dat ze het niet kan zien. Met mijn vrije hand doe ik de ketting om. De ketting voelt koud tegen mijn warme huid. “heb… je.. hem… om?” vraagt ze. “Ja.” Snik ik zachtjes. “Doe het… nooit af…” “ik beloof het.” Mompel ik door mijn tranen heen. Een glimlach vormt op haar gezicht. “Bedankt…Grote zus…” mompelt ze. Een traan loopt uit haar ooghoek. Dan zakt haar glimlach weg en ik realiseer me dat ik geen schokkende adem meer in mijn nek voel. “Cassie?” ik breng voorzichtig mijn vingers naar haar nek. “kom op….” Mompel ik terwijl de tranen over mijn wangen lopen. Ik bleef mijn vingers hoopvol tegen haar slagader houden maar haar hartklop was verdwenen. Ik druk Cassie tegen me aan. Een krijs vol pijn komt uit mijn mond. Ik hoor mezelf Cassie’s naam schreeuwen en ik hoor mezelf blijven krijsen terwijl ik mijn oor tegen haar niet kloppende hart leg. Dan stopt mijn geschreeuw en komt er alleen een zielig gesnik uit mijn keel. Ik weet niet hoelang ik zo heb gezeten… was het een minuut, een kwartier, een uur? Ik weet het niet… tijd leek me niet zo veel te schelen. Maar ik weet dat er op een gegeven moment iets in me gebeurde. Ik wil Cassie’s wens waarmaken… ik wil de stuurders bevrijden. Ik leg Cassie voor me neer. Haar benen gestrekt haar armen gekruist op haar borstkast en haar mooie bruine haren gespreid over de vloer. Ik aai haar over haar wang en kus haar dan op haar voorhoofd. “Dag… Cassie… “ mompel ik zachtjes. Ik kom overeind en droog mijn tranen. Ik loop dan de kamer uit. Voordat ik de gangen in loop kijk ik om naar mijn kleine, lieve zusje. Ik pak de ketting op mijn nek vast en staar ernaar. Ik kijk dan weer naar Cassie. “Bedankt Cassie... ik zal je niet teleurstellen… dat beloof ik.” Ik voel de ketting in mijn hand warmen net alsof Cassie me antwoorde. Misschien was het mijn verbeelding, maar het voelde goed. Het deed me geloven dat Cassie nog steeds bij me is. Dat ze bij me zal blijven terwijl ik zal vechten om mijn beloftes waar te maken. Ik breng de ketting naar mijn hart en sluit even mijn ogen. Ik kom tot rust en eindelijk wordt het vredig in mijn hoofd. Ik open mijn ogen en loop vastbesloten de gang uit. Dit is het moment. Ik ben er klaar voor.

PLEASE DON'T KILL ME!  ik weet dat misschien mensen verdrietig zullen zijn door de dood van Cassie, maar ik had al een lange tijd geleden bedacht dat het verhaal zo zou gaan lopen en ik wilde me aan dat plan blijven houden.... maar wees niet al te verdrietig. in het volgende hoofdstuk gaan er veel dingen gebeuren! dus kijk daarnaar uit ;)

Comment? Vote? Fan? <- doe maar :D

De  foto is van hoe de ketting er ongeveer uitziet ;)

dat was het dan...

X G'night

Avatar: De legende van EmberWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu