Hoofdstuk 20

780 32 10
                                    

Hey, iedereen.

Ik ga proberen dit hoofdstuk beter te maken dan het vorige want die was niet al te best... ik denk dat dat kwam door mijn schrijversblock dus ik hoop dat het deze keer beter gaat... we zullen het zien..

Hier is ie dan. Hoofdstuk 20:

De lucht was vochtig en er hing mist in de lucht. Ondanks de koude rillingen die de ochtendlucht veroorzaakten bleef ik doorstappen. Ik moest en zal een nieuwe trainingsplek zoeken. Ik liep nu al een uur door het bos, maar ik geef niet op! Ik heb de hele dag de tijd. Na een kwartier door te stappen besluit ik even uit te rusten. Ik leun tegen de boom aan en haal mijn flesje cola uit mijn tas. De cola was koud geworden door de ochtend lucht en bezorgde mij nog meer kippenvel dan ik al had, maar ik dronk het toch op. Ik neem nog een paar slokken, draai de dan de dop erop en loop verder. Ik staar naar de alsmaar doorgaande bomen terwijl mijn hoofd leeg wordt. Ik denk niet meer echt aan iets terwijl ik door het bos loop. Na een lange tijd word ik afgeleid door vreemde geluiden. Het maakte me nieuwsgierig. Ik sluip op het geluid af tussen de bomen door. Hoe meer ik dichterbij kom, hoe meer ik een figuur begin te herkennen, al kon ik nog niet goed uitmaken wat het was door het tegenlicht van de zon. Maar steeds worden meer dingen duidelijk. Het was een persoon en die persoon was op een open plek. Het was een groot veld met lange grassprieten of andere planten. De persoon maakte bewegingen, bewegingen die niet echt logisch waren. Dus ik besloot om dichterbij te gaan om te zien wat de persoon deed en toen ik dat deed viel mijn mond open. Het was een jongen en hij oefende met twee lange zwaarden die aan het einde een beetje krom waren. (zie foto) Hij beeweegde zo soepel dat het bijna leek alsof hij aan het dansen was. Ik staarde naar zijn draaiende bewegingen terwijl hij door het lange gras bewoog alsof hij me hypnotiseerde. Er was iets aan deze jongen waar door ik mijn ogen niet van hem af kon houden. Opeens stopte hij, vol verbazing keek ik terwijl hij stil stond in het midden van het veld, als de wind zijn kleding en het gras niet bewoog zou ik denken dat ik naar een foto keek. Opeens bewoog hij mijn kant op, voordat hij mij kon zien schoot ik achter een boom. Ik sloeg mijn hand voor mijn mond zodat hij mijn zware adem niet zou horen. Na een tijdje keek ik voorzichtig om de boom heen. Ik zucht van oplossing als ik zie dat de jongen al weer zijn rug naar mij toe heeft gekeerd en wegloopt. Hij verdwijnt aan de andere kant van de plek tussen de bomen. Ik sta nog steeds versteend op mijn plek en staar naar de bomen waar de jongen achter is verdwenen. Zijn zwaardkunsten waren zo getalenteerd dat ik er stil van was geworden, maar wie doet dat nog in deze tijd... Ik kom vol verwarring weer in beweging en loop de plek op. Ik ga in het midden staan en kijk naar de kort gesneden grassprieten. Dan ga ik in kleermakerszit op de grond zitten. Het was een ultieme verstopplek aangezien het gras nu hoger was dan mijn hoofd. Ik doe mijn tas af en zet deze naast mij neer. Langzaam komt de zon hoger te staan en bereikt deze mijn huid. Ik sluit mijn ogen en laat me verwarmen terwijl ik de frisse lucht inadem. Deze plek was ontspannend. Als je zou denken aan zwaardvechten zie ik iets heel anders voor me, dan iemand zo in balans op zo'n rustige, vredige plek. Ik vroeg me af of ik nog een kans kreeg om het te zien... Ik hoopte het.

Ik wist niet hoe lang ik nog daar in het veld had gelegen, maar na een lange tijd stond ik op en pakte ik mijn tas. Ik liep terug naar waar ik vandaan was gekomen, ik keek nog een keer achterom naar de het mooie veld. Daarna liep ik weg. Op dit moment was ik heel dankbaar voor mijn goede richtingsgevoel, dan wist ik hoe ik later terug kon komen op die mooie plek.

Toen ik door het bos liep, merkte ik op dat ik niet meer zo gespannen doorliep maar dat ik me juist best ontspannen voelde.

Ik liep nog een lange tijd door het bos tot mijn maag begon te rommelen. Ik vertrouwde op mijn richtingsgevoel en liep naar de grote weg toe, die ik na ongeveer een kwartier bereikte. Ik volgde de weg naar de winkels en kocht daar een broodje. Ik at deze op terwijl ik naar huis liep.

Avatar: De legende van EmberWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu