9.4/Vriendschap~

24 5 18
                                    

9

Vriendschap

Isadora glimlachte, maar die bereikte niet volledig haar ogen, hoe erg ze deze vraag ook waardeerde – het was een van haar lievelingsvragen die er bestonden. Maar zou ze Marlowe een eerlijk antwoord durven te geven? Tot nog toe leek ze een aardig persoon te zijn. Maar dat plaatje van hoe ze de deur recht voor haar gezicht dichtsloeg, dook telkens weer op. Het was niet eens de realiteit, maar die stem in haar hoofd fluisterde haar toe dat dat wel degelijk het geval zou kunnen worden als ze een verkeerde stap zette. Echter was liegen sowieso een verkeerde stap, dus ze hakte de knoop door.

'Het kan beter, om eerlijk te zijn...' antwoordde ze, waardoor de scheuten van paniek opnieuw door haar buik gonsden. Een eerlijk antwoord was altijd een stap in het onbekende duister voor haar.

Maar een lichtpuntje begon te branden zodra Marlowe op haar antwoord reageerde. 'O ja? Echt waar? Dat antwoord had ik eigenlijk helemaal niet verwacht, maar het is wat je noemt een interessant antwoord. Wat is er met je aan de hand? Of–of zijn dat privézaken? Prinsessenzaken, en zo?' Marlowe leek een oprecht geboeide blik in haar ogen te hebben, maar alweer stak die stem de kop op en zorgde die ervoor dat Isadora dat ook fout kon hebben geïnterpreteerd. Ze vond dat toch zo lastig bij iemand die ze nog niet goed kende...

'Tja, het komt... door de situatie in het land, denk ik, zoals wel meerdere zaken de laatste tijd. Het beïnvloedt ons allemaal, volgens mij. Én ook door de uithuwelijking met Nandor. En... verder weet ik het niet, eigenlijk.' Een leugen, maar dit was uit zelfbescherming, vóórdat ze haar grote geheim eruit flapte. Ze wist wél wat er verder nog speelde en dat speelde misschien wel de grootste rol van alles waar ze mee zat.

'Aha.' Marlowe knikte langzaam. 'Ja, Prinses zijn in deze tijd kan niet het leukste zijn, denk ik...' Ze trok één mondhoek op, een medelevend gebaar.

'Nee, zeker niet... vooral niet als je nogal gehaat wordt door je eigen volk.' Isadora lachte om de sfeer te verlichten voordat die kon verzwaren, maar het geluid klonk net iets te schel om gemeend te klinken. De pijnlijke waarheid kroop erin voort.

Marlowe slaakte een heel, heel diepe zucht, waarbij ze haar bovenlichaam expres in liet zakken en ze staarde naar de vloer, gemaakt van een donkere houtsoort. 'Wat een toestand... Nee, nu beginnen we alwéér over de situatie in het land – wat zijn wij toch een deprimerend stel.' Ze flapte het er al uit voordat ze doorhad dat ze tegen een Prinses praatte en ze sloeg haar hand voor haar mond. In haar gedachten verweet ze het comfortabele gevoel dat Isadora haar wist te geven ervan. 'Het spijt me, dat was – dat was een beetje onbeleefd...'

Nu klonk Isadora's lach plots wél gemeend. 'Maak je geen zorgen – ik ben het er wel een beetje mee eens. Dus laat ík het nu over een andere boeg gooien; hoe gaat het met jou?'

'Eh...' Marlowe dacht even over haar antwoord na. 'Het gaat op zich eigenlijk wel goed met me. Afgezien van dat ene waar we niet meer over mogen praten. En vanwege het feit dat ik minder thuis ben dan normaal...'

'Heb je veel vrienden thuis in Pitazstrafa, eigenlijk?'

'Eh, ja... op zich wel, denk ik. Soort van.' Marlowe bloosde.

'O? Méér dan vrienden misschien...?' Isadora kreeg een heel brede glimlach op haar gezicht en op een of andere manier voelde ze nu een betere band met Marlowe.

Zij sloeg nog dieper blozend haar handen voor haar gezicht. Opnieuw vielen haar haren langs haar gezicht, als een gordijn dat in een lieve poging haar emoties probeerde te verbergen. 'Ooo... ik ben écht een open boek...!' Ze kreunde zacht.

Isadora moest nogmaals lachen. 'Mij kun je het vertellen, als je dat wil. Ik heb toch maar enkele mensen met wie ik erover zou kunnen praten, en dat zal ik niet doen. En Nandor krijgt dit al helemaal niet te horen – niet van mijn kant, bedoel ik.'

Red me van de plekken waar ik thuishoorWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu