10.3/Vermist~

23 3 4
                                    

10

Vermist

Opnieuw waren drie koetsen gereed gemaakt voor vertrek, elk getrokken door vier paarden. Isadora zorgde er deze keer voor dat ze bij Valerian en Frederika zat, omdat ze behoefte had aan haar oudere broer en zus, degenen met wie ze kon praten, die ze vertrouwde. Nu Jirina er niet was – nu ze momenteel mogelijk in levensgevaar verkeerde of dreigde dood te bloeden, of iets in die richting – vielen de gebruikelijke opties qua gesprekspartner weg.

Een diepgrondige haat voor haar ouders had zich in haar hart gevestigd omdat zij de afspraak lieten doorgaan terwijl vier persoonlijke wachters en verzorgers vermist werden – en zij werkten allemaal voor hun oudste vier kinderen. Isadora vond hen behoorlijk egoïstisch en zelfzuchtig; ze waren niet eens in staat zich te verplaatsen in de gevoelens van hun dochters en zoon. Als hun eigen vier persoonlijke wachters en verzorgers verdwenen waren, hadden ze de afspraak mogelijk wél afgezegd of uitgesteld. Maar nu kwamen ze aanzetten met het argument dat deze afspraak draaide om het gehéle volk, niet om slechts vier daarvan. En hoewel daar jammer genoeg wel degelijk iets voor te zeggen viel, in deze tijden, wilde Isadora op dit moment allesbehalve aan die redelijkheid denken. Het volk mocht wat haar betreft even stikken. Haar beste vriendin was ontvoerd en niemand leek er iets aan te doen.

Zowel Valerian, en Frederika als Isadora zat stil in de koets, staarde voor zich uit en wilde niets liever dan omkeren en deze situatie tot nog ónder de bodem uitzoeken.

'Waarom moet dit?' fluisterde Isadora toen na een tijdje, uit pure frustratie. 'Waarom worden we gedwongen met hen mee te gaan? Waarom mogen we niet deze éne keer thuisblijven om de situatie op te lossen? Begrijpen ze het dan niet?'

Valerian haalde zijn hoofd van zijn tot vuist gebalde hand, waarvan hij de elleboog op de rand van het raam had gezet, en keek zijn zusje aan. 'We kunnen toch niets doen. We zijn geen rechercheurs of hoge ambtenaren. We hebben geen ervaring op het gebied van misdaden. Het enige wat wij kunnen...' – hij slaakte een zucht – 'is begroeten, buigingen maken en met mensen met hun beleefdheidsvorm aanspreken...'

Frederika haalde naast hem trillend adem – zo trillend, dat zowel Valerian als Isadora haar aankeek. 'Sorry,' fluisterde ze vanwege het feit dat ze de aandacht op zich gevestigd had. 'Ik hecht gewoon... nogal veel waarde aan Phine. Ze betekent veel voor me en een situatie als dit kan nooit iets goeds betekenen...'

'Er waren blóédsporen op de vloer.' Isadora staarde naar het voorbijtrekkende landschap. 'Er waren bloedsporen en nog steeds lijkt alles rustig te verlopen.'

Ze was zo verblind door woede, frustratie en die stomme machteloosheid, dat ze de gehele situatie niet meer goed kon inzien.

Valerian kon dat nog wel. 'Maar je weet dat we geen tekenen van paniek kunnen vertonen aan de rest van het land,' zei hij. 'Dat zaait onrust, die er toch al zo veel is. Wij als Koninklijke familie en deel van de wereldheersers moeten altijd denken aan het gehele volk en niet aan onszelf. We mogen ons niet door onze persoonlijke gebeurtenissen laten beïnvloeden. En dat is moeilijk en vervelend, maar daar houden vader en moeder zich op dit moment aan vast.'

Ze wílde niet dat haar ouders indirect complimenten kregen om het gedrag dat ze momenteel absoluut níét kon uitstaan. Ze wílde niet dat ze inzag dat Valerian een punt had. Nu begon ze ook nog zichzelf te verachten. Een diepe zucht vond diens weg naar buiten. 'Je hebt wel een punt,' gaf ze uiteindelijk toe, 'maar jij wil ook op zoek naar Alexej? Nietwaar?'

Nu zuchtte haar broer opnieuw en hij staarde weer uit het raam. 'Zeker.'

'Waar zouden ze zijn? Wat zou er zijn gebeurd?' Vragen die bij iedereen langzaamaan opkwamen, sprak Frederika als eerste uit.

Red me van de plekken waar ik thuishoorWhere stories live. Discover now