Hoofdstuk 15

2 0 0
                                    

Als Cameron overeind probeert te komen wordt hij weer op de grond geduwd. "Blijven liggen." Hoort hij Oswalds stem zeggen. Dan gaat er ineens een immense pijn door zijn linker been heen. "Fuck!" Schreeuwt hij uit. "Ik zei toch, blijven liggen." Cameron opent zijn ogen en hij ziet waar hij ligt. Samen met Oswald ligt hij achter een muurtje en zijn been ligt open. Het bloed stroomt er niet uit, maar het ziet er wel vies uit. "Oswald..." Cameron kijkt naar de man die naast zijn been zit. "Het komt goed, blijf liggen alsjeblieft." Oswald komt naast zijn hoofd zitten en hij gaat met zijn hand door Camerons haar. "Fuck, waarom ben je hier dan ook?" Vraagt Oswald bezorgd. "Ik probeer de mensen hier nog hoop te geven voor hun leven, niet zoals jij." Sist Cameron en hij pakt Oswalds hand vast. "Godver waarom doet dit zo veel pijn?" Vraagt hij zich dan hardop af. "Cam, ik probeer ook het beste voor mijn mensen te krijgen." Zegt Oswald wanhopig. "Daar merk je niet zo veel van." Cameron kijkt naar de zwartharige man. "Als je dat echt meent sta je nú op en loop je naar Jim om te vragen waar je kan helpen. Anders ben je nooit meer geloofwaardig." Zegt Cameron. Oswalds grijze ogen glinsteren even en dan maakt hij een beslissing. "Ik help je overeind." Zegt hij en hij slaat Camerons arm over zijn schouders heen. Met zijn vrije hand ondersteunt hij de commissaris en samen lopen ze naar Jim toe. Hij staat onder een van de tenten, alles te coördineren. "Oh mijn god Cameron!" Zegt de kapitein en hij loopt gelijk naar de bruinharige man toe. "Dankjewel Oswald." Zegt hij en hij zet Cameron neer in een van de stoelen. "Godverdomme." Zegt Cameron als hij de pijn in zijn been voelt. Hij sluit zijn ogen en grijpt zich vast aan de stoel. "Lucius! Morfine voor Cameron!" Hoort hij Jims stem. "Jim!" Dat is Oswald. "Kan ik helpen?" Vraagt hij. Cameron opent zijn ogen en hij ziet dat Jim naar Oswald kijkt. "Nadat je me kunt vertellen waarom je dit hebt gedaan." Jim wijst naar het brandende gebouw achter hen. "Jim, je kent me. Ik zou nooit 300 onschuldige levens op het spel zetten." Oswald is zelf ook geraakt door de gebeurtenis. "En áls ik het had gedaan, had ik het niet gewoon toegegeven?" Jim denkt even na. "Daar heb je gelijk. Ga met een paar agenten naar binnen om te kijken of je mensen naar buiten kan halen." Jim knikt naar een clubje agenten dat staat te wachten en met zijn vijven gaan ze naar binnen. Dan hurkt Lucius bij Cameron neer. Hij pakt de arm van de commissaris vast en prikt er een infuus in. In de ader van de man. "Binnen 20 minuten zou je effecten moeten voelen." Zegt Lucius en hij hangt een zak op aan de paal naast de stoel. "Ik laat iemand je zo helpen, maar er zijn een paar mensen met hogere prio." Zegt de dokter. Gelukkig weet Cameron hoe het gaat in de wereld van hulpverleners, dus hij blijft rustig wachten. Nog steeds met heel veel pijn, maar hij blijft wel rustig wachten.

Een paar uur later zijn zo veel mogelijk mensen gered, maar er zijn ook enorm veel mensen omgekomen bij de aanslag. Cameron, Jim en Harvey zitten buiten te eten. Oswald is vertrokken met zijn mannen en Lucius is iedereen aan het aansturen om de laatste mensen de juiste hulp te geven. Ook Cameron is geholpen en hij heeft al eens stuk minder pijn. Het bleek dat een steen op zijn been is gevallen, maar wonderbaarlijk heeft hij niks gebroken. Wel een grote wond, maar die heelt vanzelf wel. Het was wel zonde van de tattoo die nu doorklieft was door een wond en straks een litteken. "Heeft Oswald nou zijn mannen teruggekregen?" Vraagt Harvey voordat hij een hap neemt van de rijst met kip. "Volgens mij wel." Zegt Jim. "Ik heb hem in ieder geval niet meer gezien." Voegt hij er aan toe. Cameron wist allang dat Oswald terug naar huis was gegaan, maar hij vertelde dit niet omdat hij zichzelf niet verdacht wou maken. "Cam, gaat ie een beetje?" Vraagt Harvey dan en Cameron kijkt op. "Ja hoor, gewoon nog veel pijn." Zegt hij. "Ik kan aan Lucius vragen of je nog wat morfine mag." Stelt Jim voor en Cameron schudt zijn hoofd. "Bewaar dat maar voor andere mensen, ik ga zo toch slapen." Zegt Cameron. "Hulp nodig om naar je kamer te komen?" Vraagt Harvey. "Ja, dat zou wel fijn zijn." Zegt de jonge agent dan. Harvey staat op en hij slaat Camerons arm over zijn schouder heen, net zoals Oswald dat deed. Dan lopen de twee samen de GCPD in. "Ik ben best blij dat je weer terug bent, ik denk niet dat ik het alleen had gered met Jim." Zegt Harvey lachend. "Dat had je niet gered ben ik bang voor." Cameron doet zijn best om een beetje normaal te lopen, maar zijn been doet nog steeds pijn. "Alsof jij kon blijven toekijken vanaf de zijlijn. Vroeg of laat was je hierheen gekomen vanuit Metropolis." Als Cameron en Harvey bij de kamer van de jonge detective aankomen pakt Cameron zijn sleutel uit zijn zak en hij opent de deur. Dan helpt Harvey zijn vriend naar binnen en Cameron gaat op zijn bed zitten. "Kan ik nog wat voor je doen?" Vraagt hij. "Doe het raam even open, kunnen we even roken." Zegt Cameron en Harvey doet wat hem gevraagd wordt. Dan pakt Cameron zijn pakje sigaretten en hij biedt er eentje aan Harvey aan. Die neemt hem aan en Cameron steekt het ding voor hem aan. "Maar is Metropolis nou echt zo veel leuker dan Gotham?" Vraagt Harvey dan en Cameron schudt zijn hoofd. "Allemaal een pot nat, maar dan net een ander kleurtje." Zegt hij lachend. "Maar ik heb daar nu mijn plekje opgebouwd, dus ik ga daar niet zomaar weg." Zegt Cameron. "Net zoals jij hier je plek hebt, met Jim en Lucius. Heb ik daar mijn plek met Maggie en Dan. Dat zijn mijn Lucius en Jims." Er verschijnt een klein lachje op het gezicht van de man als hij zijn geliefde collega's noemt. "Klopt, we missen je wel hier. En we gaan je ook missen als je weer terug gaat." Zegt Harvey. "Snap ik, maar ik ga nog wel proberen langs te komen." Zegt Cameron dan. "Ja beter, anders komen we je opzoeken."

Conquered || Oswald CobblepotWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu