Hoofdstuk 6 - Kamer 323

160 24 42
                                    

'Dus wat vind je ervan?' vroeg Lucile toen ze na een lange rondleiding op het dakterras stonden. De zwakke lentezon was niet genoeg om de koude wind te verdrijven. Melody voelde hoe de kleine haartjes op haar armen overeind kwamen.

'Is het erg als ik het nog niet weet?' Ze keek naar het grote groene landschap en de silhouetten van flats in de verte. Het Niverium lag midden in de stad, maar het voelde alsof ze mijlenver van de rest van de wereld stonden.

'Dat mag. Had je veel vrienden thuis?' Lucile kwam wat dichterbij haar staan, zodat ze niet hoefde te schreeuwen om de luide wind te overstemmen.

'Niet eens.' Melody zuchtte. 'Ik zou blij moeten zijn dat ik daar weg ben, maar ik mis mijn ouders en alles is zo overweldigend.'

'Dat kan ik me voorstellen.' Lucile glimlachte zwak. 'Toen ik mijn gave onverwachts ontdekte feliciteerde iedereen me. Maar het voelde helemaal niet als iets feestelijks. Je wordt zo abrupt uit je wereld gerukt dat het even duurt voordat je er blij mee bent.'

Melody knikte. 'Ik denk dat het gewoon tijd nodig heeft. Het helpt ook niet dat ik nog amper begrijp wat mijn gave is. Ik zou niet eens weten hoe ik hem opnieuw moet gebruiken.'

'Daarom ben je ook hier, je leert het snel genoeg. En anders help ik je met trainen.'

'Maar je mag je gave toch niet buiten de lessen gebrui-'

'Ssst.' Lucile bracht een vinger naar haar lippen. Haar half dichtgeknepen ogen hadden een ondeugende schitter. 'Ik heb het genoeg anderen zien doen. Zolang we het geheim houden is er niks aan de hand.'

'Oké.' Melody wist niet of het een goed teken was dat ze het op haar eerste dag al over het breken van de regels had, maar ze had hier nog geen reputatie. Op het Niverium was ze nog een niemand en als ze een stoere rebel wilde zijn, dan kon ze dat.

'Maar dat is een zorg voor later, ik denk dat je eerst maar moet uitrusten. Je bent vast uitgeput.'

Melody knikte dankbaar. Dat was ze inderdaad.

'Kom ik laat je je kamer zien.' Lucile kwam in beweging en liep naar de lift.

Melody wierp nog een laatste blik over het landschap voor ze haar volgde.


Kamer 323 bleek aan het eind van een lange gang te zitten. De muren waren versierd met lampen en verschillende schilderijen. Over de vloer liep een donkerblauw tapijt.

'Je hebt geluk,' zei Lucile toen ze haar sleutel in het slot stak. 'Hoekkamers hebben meer ramen.'

Zodra ze de deur opende, wist ze dat het meisje gelijk had. De kamer was enorm en had aan twee muren grote ramen die van de vloer tot het plafond reikten. In het midden stond een groot tweepersoonsbed en in de hoek stond een tv. Aan de andere kant van de ruimte stonden een kledingkast en bureau. Haar weekendtas was door iemand bij de deur geplaatst.

Ze keek Lucile aan. 'Wauw, zien alle kamers er zo uit?'

'Ja, alleen hebben de meesten maar een raam.' Lucile trok de gordijnen wat verder open. 'Voel je vrij om het zo in te richten als je zelf wilt. Heb je nog hulp nodig met uitpakken?'

'Nee ik red me wel.' Ze glimlachte. 'Bedankt voor de rondleiding.'

'Geen probleem.' Lucile liep naar de deur. 'Moet ik je zo roepen voor het avond eten?'

'Graag.'
Zodra Lucile weg was, nam ze een paar seconden om uit de grote ramen te kijken. Haar kamer keek uit over een deel van de fruitbomen en de fontein. In de verte kon ze zelfs een door naaldbomen afgeschermd gebouwtje zien liggen. Het was een indrukwekkend landschap. Melody kon amper geloven dat ze hier elke ochtend naar zou kijken. Dit was nu haar huis. Ze moest er maar snel een thuis van maken.


Melody legde haar kleren in de kast en hing haar apenknuffel aan het metalen frame van het bed. Nadat ze laatste spullen had opgeborgen en het briefje dat haar vader haar die ochtend had gegeven op de spiegel had gepakt, ging ze met haar cadeautje op het bed zitten. Voorzichtig maakte ze het cadeaupapier los. Gelukkig hoefde ze ditmaal niet bang te zijn dat het een rookbom was. Een kleine glimlach verscheen op haar gezicht toen ze zag wat haar ouders voor haar hadden gekocht. Het was een houten doosje met een bijpassende zilverkleurige ketting met een sleuteltje eraan. Voorzichtig stak ze het in het slotje aan het doosje. Toen het open ging werd ze begroet door een paar gezinsfoto's, een pen en een klein notitieboekje. Op de eerste pagina van het boekje had haar vader een kleine tekst geschreven.


Fijne verjaardag Mel,

Dit is zodat je een plek hebt om alle kostbare herinneringen en diepe geheimen te bewaren. Of natuurlijk om je geheime chocolade voorraad tegen je moeder te beschermen. Ik hoop dat je het leuk vindt

Liefs,

Pap

Ze keek er glimlachend naar, voor ze het doosje sloot en de ketting om haar hals hing. Haar ouders hadden geen idee gehad wat er zou gaan gebeuren. Maar dit cadeau was perfect. Zo had ze altijd een stukje thuis bij zich. Ook op de vreemde plek die het Niverium heette.

Schaduw gave | Deel 1Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu