Bus

25 1 0
                                    

Ik zit in de bus. Ik voel de luchtstroom mijn neus in vloeien om vervolgens mijn longen in te stromen. De wereld voelt leeg. In vrede.
De bekleding van de stoel voel ik door mijn kleding heen. Zachtjes, als fluweel op mijn huid. De zon straalt warmte af door de grote ramen die zich rondom de bus bevinden. Een geniet-momentje waarin mijn ogen deels verblind worden door de felle uv-stralen. Deels pijn, deels genot.
Via de weerspiegeling in het raam zie ik de buschauffeur achter het stuur zitten. Hij is net gekleed en heeft een glinsterende ring om zijn ringvinger. Opeens zie ik een scenario voor me waarin de bus verongelukt. Een stalen stang die via de voorruit de chauffeur door zijn hart steekt. Het zou zomaar kunnen gebeuren. Weg van de wereld, ontnomen van zijn ademhaling, misschien wel een gezin achterlatende.
Toch weer mijn respect voor chauffeurs een stukje gegroeid. Over gegroeid gesproken, de inhoud van de bus wordt steeds groter. Hoe meer man, hoe luidruchtiger. Gelukkig draag ik een koptelefoon om mijzelf van de drukte af te zonderen.
Er schreeuwt een zanger in mijn oren, maar voor mijn hersenen voelt het alsof ik in volledige stilte zit.
Op het kruispunt waar wij linksaf zouden moeten gaan is een fietser aangereden. We moeten omrijden. Weer een teken van de wereld dat het zomaar over kan zijn. Altijd kom ik in situaties waarin dat maar weer al te duidelijk word. Bijna lijkt het wel een teken, dat mij dat ook te wachten staat.

Stilte in mijn hoofdWhere stories live. Discover now