15.

272 16 6
                                    

Ik dacht alleen dat ik mezelf ermee kon verdedigen, maar dat verdedigen liep uit de hand.

Erg uit de hand.

~

De dag is aangebroken. Eindelijk mag ik bellen met mijn moeder. Eindelijk hoor ik haar vertrouwde stem weer.

Het is iets wat iedereen mag, maar omdat ik nogal moeilijk ben, volgens Leroy en eigenlijk alle andere begeleiders, mocht ik niet bellen. Ik had een telefoonverbod, zoals zij dat noemden. "Als je je gaat gedragen, mag je pas bellen." Werd er tot mijn ergenis gezegd.

Vanaf het moment dat Raoul van dit verbod te weten kwam, heeft hij ervoor gezorgd dat ik mocht bellen. Hij is hier tenslotte degene naar wie er geluisterd moet worden.

En nu is het dus zover. Met lichte zenuwen loop ik naar de telefoons. Het zijn van die ouderwetse dingen.

Langzaam toets ik het nummer van thuis in. Al heel mijn leven ken ik dat nummer uit mijn hoofd. Als ik bij een vriendje ging spelen, werd er een briefje meegegeven met het nummer van thuis voor als er iets zou gebeuren en mijn ouders nodig zouden zijn. Als ik niet lekker was op school en ik wilde naar huis, werd dit nummer gebeld. Standaard had ik het briefje met het nummer erop mee. Overal naartoe, want stel er zou wat gebeuren. Jarenlang heb ik het uit mijn hoofd geleerd. Voor momenten waar ik het nodig zou hebben. Natuurlijk, dit is niet het ideale moment. Kom op, ik zit in een  gesloten inrichting ofzo, dat is nou niet geweldig. Maar toch vind ik het fijn. Fijn dat ik eindelijk dit nummer kan in toetsen.

Het duurde voor mijn gevoel eeuwen voor er op werd genomen. Zal er iemand thuis zijn? Zullen ze blij zijn dat ik bel? Of juist boos? Willen ze überhaupt wel met me praten? Willen ze me ooit nog wel zien?

~

"Hallo?" De zachte, vragende stem van mijn moeder klonk in mijn oor. De zenuwen gierden door mijn lijf. "Hey mam.." zei ik zacht, alsof ik niet durfde. Misschien omdat ik dan altijd nog snel zou kunnen ophangen als ze boos zou zijn.

"Matthyas..." Het klonk kwetsbaar. Ik weet niet waarom, maar ik begon te lachen. Of misschien was het gewoon zenuwachtig gegiechel.

"Hoe is het?" Vroeg ik. Het voelde als een domme vraag. Ja mijn kind zit in een inrichting, maar verder gaat het goed hoor. Nee tuurlijk zal het niet geweldig met haar gaan. Maar ik kon mijn woorden niet meer terug draaien.

"Het gaat oké. En met jou?" Ze klonk moe, maar wel alsof ze blij was om me te horen. Misschien verbeeldde ik me dat. Misschien omdat ik gewoon wilde dat ze blij was om me te horen. Omdat ik blij was om haar te horen.

"Het gaat beter. Ik mocht eerst niet bellen van de oude psycholoog, maar van de nieuwe wel. Met hem gaat het beter. We hebben een klik en ik doe echt mijn best mam.." Waarom ik dit meteen vertelde? Geen idee. Ik denk dat ik wilde dat ze weet dat ik eraan werk. Dat ze weet dat ik hier graag weg wil. Dat ik misschien toch spijt heb.

"Wat fijn om te horen Matthyas! Wij blijven geloven in je." Toen hoorde ik haar snikken. Het deed pijn. Het doet nog steeds pijn.

----------------------------------------------------------

Sorry dat ik steeds pas laat in de avond schrijf maar he ik schrijf:)

Donker // BankzittersWhere stories live. Discover now