hoofdstuk 17

315 14 10
                                    

We lopen verder over het pad. Harad komt steeds dichterbij. Dan komen we aan bij Harad. Overal staan houten huizen met houten daken. Ze zijn al wat ouder en allemaal zijn ze verlaten. Bijna alle huizen zijn kapot. Planken zittten los, het dak is ingestort en je kan er niet naar binnen. Galdor loopt naar een van de huizen en kijkt naar binnen. 'We moeten doorlopen Pallando. Het is niet veilig om hier te overnachten. Als we doorlopen berijken we Gondor nog voor zonsondergang.' Zegt hij. 'Goed dan. We gaan naar Gondor.' Zegt hij. Tom zucht. We lopen weer verder. We lopen niet over een pad maar gewoon door hoog gras. Ik ga naast Tom lopen. Hij is in gesprek met Galdor. 'Dus jij zit in het leger van de elfen?' Vraagt hij. 'Ja. Koning Thranduil, prins Legolas en Tauriel zijn de baas over ons. We moeten al hun comando's uitvoeren.' 'En Tauriel is?' Vraagt Tom. 'Tauriel is ook een Elf. Ze is inmiddels de vrouw van prins Legolas. Ze waren eerst gewoon vrienden.' Zegt Galdor. Ik ga nu naast Pallando lopen. 'We moeten verder zien te regelen.' Zegt Pallando terwijl hij een van de briefjes pakt. 'Waarom?' Vraag ik. 'Hier staat: Over the Ethir Anduin met een boot. Oftewel we moeten over de rivier.' Zegt Pallando. 'Waar vinden we vervoer?' Vraag ik. 'Waarschijnlijk langs de rivier zelf.' Zegt hij. Dan komen Tom en Galdor ook naast ons lopen. Ik zie in de verte al een grote rivier liggen. 'We zijn er bijna.' Zeg ik. We verhogen onze snelheid en lopen naar de rivier..

P.o.v onbekend.
Ik loop door het bos over the Old Forrest Road. Het is donker. De zon komt bijna op. Ik kijk goed rond met mijn goede, blauwe elfen ogen. Er lopen geen Elfen rond. Ook de spinnen zijn nergens te bekennen. De oude bomen die bedekt zijn met mos hebben zo veel bladeren dat er geen streepje zon door heen komt. Dan hoor ik hard gehinnik. Het komt vanuit de ingang van het bos. Ik begin met rennen. Langs de grote wortels van de oude bomen, over het pad. Na een tijdje kom ik aan bij de ingang van het bos. Ik zie het paard van Galdor. Is er iets met hem gebeurt? Ik loop naar het paard. Ze is best rustig. Ik pak haar teugels vast. 'Fëawen Mani naa lle umien?' (Fëawen wat doe je hier?) Vraag ik. Het paard blijft rustig en hinnikt. Ik neem het paard mee het bos in. Ik loop over the Old Forrest Road richting The Elfen-King's Halls. Na een tijdje kom ik aan bij de ingang van The Elfen-King's Halls. Er is een stenen weg die naar de houten deur lijdt. Om het pad en de deur heen staan pilaren die bij elkaar komen in een grote boog. Een Elf komt naar buiten. Hij knielt neer. 'familiar Legolas.' (Heer Legolas.) Zegt hij. 'Elensar. Sana he Mearharnas.' (Elensar breng haar naar de stal) 'tancavë non familiar.' (Ja mijn heer.) Hij loopt naar me toe en pakt de teugels over. Hij loopt weg richting de stallen. Ik loop richting de deur. Twee elfen openen de deur. Ik loop naar binnen. Ik zie Tauriel op me afkomen. Ze heeft rood/bruin haar en mooie groene ogen. Ze geeft me een kus en drukt haar lippen op die van mij. 'Waar was je?' Vraagt ze. 'In het bos. Galdor ' s paard is terug gekeerd.' Zeg ik. 'En Galdor?' 'Hij niet..' 'Wat doen we nu?' 'Wachten. Misschien keert hij terug. Ik heb de laatste tijd het gevoel dat er iets geweldigs maar ook iets verschrikkelijks aankomt.' Zeg ik. 'We zullen zien..' zegt Tauriel.

Heey een nieuw hoofdstuk. Het is hier super lekker weer. Heerlijk de zon. Ik ben wel zo saai dit ik lekker binnen blijf om te schrijven :P

Like, comment and follow plss :)
Lya :3 ❤ ❤

the story of me... *Legolas, Tauriel* //voltooidDonde viven las historias. Descúbrelo ahora