Klaas Wagenmakers en Lucas Peeters volgden Benjamin geruisloos door de donkere straten van het dorp. Het maanlicht weerkaatste op de natte kasseien terwijl ze zich in de schaduwen verborgen hielden. Benjamin liep zelfverzekerd naar huis, zich van geen gevaar bewust. De mannen wisselden een blik van verstandhouding toen Benjamin zijn voordeur opende en naar binnen ging. Ze wachtten geduldig, verscholen in de schaduwen van een nabijgelegen steeg. Het duurde niet lang voordat de lichten in Benjamin's huis uitgingen en ze wisten dat hij zich naar bed begaf. Ze gaven elkaar een knikje en slopen stilletjes naar de voordeur. Lucas haalde een kleine inbrekerskit tevoorschijn en opende vakkundig de deur. Binnen was het stil, op het zachte gesnurk van Benjamin na. Ze vonden hem snel, diep in slaap, en werkten efficiënt samen om hem te overmeesteren. Klaas hield een doek met chloroform over Benjamin's mond en neus terwijl Lucas zijn polsen vastgreep. Het duurde slechts enkele seconden voordat Benjamin bewusteloos was. Ze knevelden hem met stevige touwen en droegen hem voorzichtig de trap af en naar buiten. In het duistere bos sjouwden ze hem naar de oude Sint-Remigius Kapel, de plek die zo vaak hun schuilplaats was geweest. Eenmaal daar bonden ze hem stevig vast aan een van de oude pilaren en lieten hem achter. Ze wisten dat hij pas zou ontwaken wanneer zij allang hun volgende stappen hadden gezet. De mannen begaven zich toen naar het huis van Elizabeth Smid. Ze klopten zachtjes op haar raam en wachtten tot ze verscheen, een bezorgde blik in haar ogen. "Wat is er aan de hand?" vroeg ze fluisterend toen ze het raam opende. "De Schaduw heeft ons gestuurd," zei Lucas. "We moeten naar de kapel. Er is iets belangrijks aan de hand." Elizabeth knikte, haar zorgen vergetend in het licht van haar loyaliteit aan de bende. Ze trok snel een warme mantel aan en volgde de mannen de nacht in. Toen ze de kapel binnenkwam, keek ze met grote ogen naar de bewusteloze Benjamin, vastgebonden aan de pilaar. "Wat is er gebeurd?" vroeg ze, haar stem trillerig van bezorgdheid. "De Schaduw wil dat je hem uitkleedt," zei Klaas. "We moeten hem voorbereiden op een ritueel." Elizabeth aarzelde, maar ze wist dat ze geen andere keuze had. Met trillende handen begon ze Benjamin's kleding los te maken. De koude lucht in de kapel zorgde ervoor dat haar vingers verstijfden, maar ze bleef doorwerken tot Benjamin volledig naakt op de modderige vloer zat. De andere bokkenrijders keken toe, hun maskers nog steeds op. Toen ze klaar was, verlieten ze één voor één de kapel, hun voetstappen zuigend en ploeterend door de modder. Elizabeth verliet gelijktijdig met de anderen de kapel, Benjamin achterlatend in de koude en verlaten ruimte. Terwijl de groep zich een weg terug baande door het donkere bos, voelde Elizabeth een mix van emoties. De woorden van De Schaduw echoden in haar gedachten: "Onze beste kapitein van de marechaussee zal zich bij ons voegen en hij zal meestrijden voor onze zaak."
JE LEEST
De Schaduw van de Zwarte Kapitein
Historical Fiction**Titel:** *De Schaduw van de Zwarte Kapitein* In het achttiende-eeuwse Limburg worstelt het dorp Vroensbeek met armoede en ziekte, terwijl de geheime bende van de bokkenrijders het gezag tart. Adriana, een getalenteerde kruidenvrouw, treedt in de v...