1

618 26 1
                                    

Sarah pov


Mijn vader zei altijd tegen mij: "de dag dat jij geboren werd, veranderde alles voor ons in de hel." hij had gelijk gehad. Ik ben niks waard. Niemand vind mij aardig, niemand kent mij zoals je mij moet kennen. Iedereen denkt altijd dat ik slecht ben. Een slecht persoon die niet in deze wereld thuis hoort.

'Sarah! Naar beneden komen, NU!' klinkt de stem van mijn 18 jarige broer Jacob. Hij is de verschrikkelijkste persoon in de wereld. Ook al mag iedereen hem... Met tegenzin loop ik naar beneden. Het is prachtig weer buiten. De zon schijnt, het is 30 graden buiten. Ik heb zelfs een korte broek en t-shirt aan, wat ik normaal nooit doe door de littekens op mijn armen, benen... Eigenlijk overal.

'Wat is er?' vraag ik. Ook al weet ik het antwoord al. Iedere ochtend is het hetzelfde liedje.

'Kom eens naast mij op de bank zitten,' zegt Jacob en hij klopt naast zich op de bank. Met tegenzin loop ik naar de bank toe. Ik ga zo ver mogelijk bij hem vandaan zitten. Hij schuift naar mij toe en legt zijn hand op mijn bovenbeen. Zijn hand gaat naar boven en stopt op een plek die hij niet hoort aan te raken. Dit doet hij iedere ochtend voordat we naar school toe gaan. Hij knijpt in een plek die hij, als mijn broer, niet hoort aan te raken. Hij mag die plek niet aanraken. Dat hoort hij niet te doen.

'Ga maar lekker naar school, zusje. En geniet,' zegt Jacob en zo snel mogelijk als ik kan loop ik de deur uit en ren naar school. Ik wil dit niet meer meemaken.

'Sarah?' één van mijn docenten komt naar mij toelopen. Ik verstijf direct. Bang dat ze mij hetzelfde aan zou doen als dat mijn broer altijd bij mij doet.

'Wat is er?' vraag ik trillend. De docente kijkt mij verbaasd aan. Dan herinner ik me haar naam weer. Mevrouw de Jong.

'Kom eens mee. Dan vertel ik je wat er is,' zegt ze en ik loop achter haar aan naar een bankje dat buiten staat.

'Wat is er gebeurd?' vraagt mevrouw de Jong. Ik heb gehuild. Dat ziet ze aan me. Waarom moest ik huilen?

'Niks. Helemaal niks.' mevrouw de Jong kijkt mij verbaasd aan. Ze had verwacht dat ik de waarheid zou zeggen.

'Kom. Ik wil dat je met me mee gaat.' ik kijk haar verbaasd aan en volg haar. We stappen in haar auto en rijden naar het politiebureau van Maastricht.

Wat vinden jullie tot nu toe van dit verhaal? Laat het weten in de reacties.

Groetjes deemsie

TraumaWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu