Hoofdstuk 12 - Nicolaas Flamel

774 49 58
                                    

Terug in de trein pak ik een lege wagon aangezien ik geen zin heb om alweer in een doodse stilte te zitten en nu, omdat ik weet wie Nicolaas Flamel is, niets kan doen. Ik denk na over hoe ik Potter en Wemel ga vertellen wie Flamel is, want ik kan natuurlijk niet aankomen en zeggen: 'Hé, dit is Nicolaas Flamel!', want hoe zou ik dat te weten kunnen komen als ik bij mijn Dreuzelouders ben? Ik besluit dat ik maar wacht tot het juiste moment en dan zeg ik dat ik het boek uit de bibliotheek heb gehaald.

Om de tijd te verdrijven koop ik nog wat chocolade kikkers en prop het kaartje samen als ik zie dat ik Perkamentus heb. Hij heeft mijn vader meer dan genoeg gedwarsboomd.

Na wat eeuwen lijkt kom ik eindelijk aan bij Zweinstein. Zo snel mogelijk, om Malfidus te vermijden, loop ik naar de leerlingenkamer waar ik Potter en Wemel tegen kom die bezig zijn met schaken.

'Hallo Harry en Ron, hebben jullie een leuke vakantie gehad?' vraag ik, helemaal weer opgegaan in mijn rol.

'Nou,' antwoordt Wemel, 'bij kerst was er heel veel eten.'

Ik trek een wenkbrauw op. 'En dan?'

'Ik vind dat al een goede reden voor een leuke vakantie!'

Ik rol mijn ogen. 'En jij Harry?'

Hij kijkt mij aan. 'Je wilt niet weten wat ik ben tegen gekomen.' Hij kijkt vlug om zich heen, kijkend of niemand mee luistert. 'Ik was 's nachts aan het zoeken in de verboden sectie en-'

'Wacht eens even, hoe werd je niet ontdekt?'

Hij glimlacht. 'Een onzichtbaarheidsmantel.'

Ik frons mijn wenkbrauwen. Die zijn echt zeldzaam. Misschien kan ik er later nog gebruik van maken... 'Hoe kom je daar aan?'

'Het was een kerstcadeau.'

'Van wie?'

'Dat stond er niet bij,' mengt Wemel zich in het gesprek en verplaatst een pion.

Ik schud even kort mijn hoofd. 'Maar goed, had je daar iets gevonden?'

'Nee, ik moest weg gaan voordat Vilder mij had ontdekt.'

'Je moet echt voorzichtiger zijn, stel dat Vilder je wél had betrapt!'

Kort kijken Wemel en Potter elkaar aan voordat hij weer verdergaat met zijn verhaal. 'Ik rende dus weg en ging snel een deur binnen toen ik opeens een spiegel zag staan. In de spiegel stond mijn hele familie!'

'Hoe-' Maar dan weet ik alweer welke spiegel. De spiegel van Neregeb.

Potter, die niets door blijkt te hebben van mijn realisatie, praat enthousiast door. 'Die spiegel blijkt dus de spiegel van Neregeb te zijn en laat je diepste verlangens zien. Daarom zag ik dus mijn familie,' vervolgt hij zachtjes.

Bijna krijg ik medelijden met hem zoals hij zo verslagen zit, maar dan lach ik hem in mijn gedachten hard uit. Moesten zijn ouders mijn vader maar niet in de weg staan! Om snel naar een ander onderwerp te gaan, zeg ik: 'En, hebben jullie al iets over Nicolaas Flamel gevonden?'

Potters blik klaart enigszins op maar toch blijft hij ontevreden kijken. 'Nee, dat ook niet, ook al ben ik ervan overtuigd dat ik ergens iets over hem gelezen heb.'

'Harry, dat helpt niet,' zegt Ron. 'En het is jouw beurt. Al heel lang.' Hij kijkt mij nog even verwijtend aan alsof mijn conversatie de schuld was daarvan (wat het ook was, maar goed) maar ik kijk met net zo'n venijne blik terug.

Zodra de lessen weer beginnen, heb ik het weer heel druk gekregen met Potter in de gaten houden, leren, en huiswerk maken voor Wemel die te lui (en waarschijnlijk ook te dom) is om het zelf te maken. Om de schijn te houden zoeken we toch nog in de bibliotheek naar sporen, maar toch staat nergens waar ik zoek, ook al weet ik nu wie hij is, nog meer informatie over hem.

Mijn vader VoldemortKde žijí příběhy. Začni objevovat