Hoofdstuk 24. (Deel III - Thuis)

531 37 5
                                    

Mijn ogen schieten open. Ik verwacht een blauwe een grote, oneindige blauwe lucht zoals ik die de afgelopen twee weken gezien had. Maar het was wit. Overal wit. Het was een beetje angstaanjagend. Plotseling hoorde ik een onbekende stem 'Rue? Rue kun je me horen?' Ik keek opzij naar waar de stem vandaan was gekomen. Er zat een man met blond haar en blauwe ogen. Ergens vaag herinnerde ik me wel dat ik nu veilig was, maar mijn achterhoofd zei dat ik moest rennen. Ik zwaaide mijn benen over de rand van het bed waar ik lag, en ik wilde met mijn hand de bijl grijpen die altijd naast me lag. Maar er was geen bijl. En er was ook geen arm. Tenzij je de prothese die mijn arm moest voorstellen als een arm meetelde. Ik begon te schreeuwen. Niet alleen omdat ik nu niks had om me mee te beschermen, maar ook omdat er nu geen kans meer was dat ik de volgende spelen zou winnen en ooit weer terug naar huis zou kunnen. De man naast me sprong op en duwde me terug op het bed. 'Laat me los!' gilde ik. 'Breng me naar huis!' toen viel er een kwartje. 'Pap?' fluisterde ik. De man haalde opgelucht adem. 'Ik ben er Rue. Je bent thuis. Je bent nu veilig.' Ik begon te huilen. 'Waar zijn mama en Haymitch?' piepte ik. 'Ik ga ze halen.' hij liep de kamer uit. Ik bleef op bed liggen en zat een beetje te prutsen aan de vreemde onbekende prothese. Toen het me te lang duurde, zwiepte ik mijn benen over de rand van het bed. Ik had een blauw met witte pyjama aan. Ik liep de gang op. Toen ik mezelf in de weerspiegeling van een raam zag, schrok ik heel erg. De zwarte prothese bungelde slapjes langs mijn lichaam en ik zat onder de schrammen en blauwe plekken. Ik had een blauw oog en mijn haar was één grote klittenboel en ik was lijkbleek. 'Wie heeft jou gezegd dat je je bed uit mocht?' er verscheen een andere weerspiegeling naast me. 'Haymitch..' fluisterde ik. 'Welkom thuis.' zei hij grijnzend. 'Ik heb gewonnen hè?' vroeg ik om even na te vragen of ik niet allemaal waanideeën had gekregen. Hamitch' gezicht betrok. 'Bijna.' mompelde hij. Ik knikte. Ik wist heel goed waar hij het over had. Toen verschenen er nog twee weerspiegelingen in het glas. Mijn vader liep naar me toe en greep me vast om zeker te weten dat ik niet zou vallen. 'Nu missen we allebei een deel van ons lichaam.' glimlachte hij. Hij tilde zijn broekspijp een stukje op. Ik zag de prothese die hij aan zijn been had. 'Het doet pijn.' fluisterde ik. En het deed ook pijn. 'Dat duurt een week en dan is het over.' kon hij me vertellen. 'Hoe komt het eigenlijk?' vroeg ik terwijl ik een tikje tegen mijn prothese gaf. 'De jongen van District 6 heeft je arm doormidden gespiesd met een speer.' zei een stem. Het was niet die van mijn vader of Haymitch. 'Mam?' vroeg ik. Haar bleke armen sloegen zich om me heen en ze zag er verschrikkelijk slecht uit. 'Het spijt me mam.' fluisterde ik verdrietig terwijl er tranen over mijn wangen stroomden. 'Het spijt me.' herhaalde ik. 'Je bent teruggekomen.' snikte ze.  'Natuurlijk ben ik teruggekomen.' piepte ik. Maar ik besefte me plotseling dat dat niet zo -natuurlijk- was. Zonder Shiny, Caith en Stagger had ik hier niet gezeten. 'Shiny' mompelde ik. 'Waar is haar lichaam?' vroeg ik plotseling. 'Hier in District 12' zei mijn moeder. 'Waarom in District 12?' vroeg ik verbaast. 'Omdat Shiny geen familie heeft en de mensen uit het Capitool dachten dat jij haar misschien zou willen begraven.' zei Haymitch. Ik kreeg een brok in mijn keel. 'Waar is ze?' vroeg ik. 'Een paar kamers verderop.' zei mijn moeder. 'Kan ik naar haar toe?' piepte ik. 'Ik geloof dat dat...' begon Haymitch maar mijn vader onderbrak hem. 'Als jij naar Shiny toe wil dan kan dat.' mijn ouders liepen met me mee naar haar kamer. Bij de deur stopten ze. 'Wij wachten hier.' zei mijn moeder. Ik knikte en duwde de klink van de deur naar beneden. Shiny's kamer zag er precies hetzelfde uit als mijn kamer. Ze lag op haar bed in dezelfde pyjama als die ik aan had. Je kon niets meer zien van de wond die ze had aangericht toen ze zelfmoord pleegde. Ik schoof een krukje bij haar bed en pakte haar hand. Ik had geen idee hoelang ik daar zat en hoelang ik tegen haar aan het praten was dat ik voor haar zou winnen en dat ze mijn jurk mocht hebben als ik haar zou begraven, maar uiteindelijk kwam Haymitch weer binnen. 'Je mag naar huis.' zei hij. 'Je bent oké.' ik knikte. 'Wanneer gaan we haar begraven?' vroeg ik hem. 'Ik denk morgen al. Wil je nog even bij haar blijven?' ik keek naar Shiny. Haar blonde haar lag over haar schouder en haar ogen waren gesloten. Ze zag er vredig uit. "ga naar huis" had ze tegen me gezegd. Ik gaf een kus op haar voorhoofd, legde haar hand op haar bed, en zei haar dat ik morgen terug zou komen. Toen liep ik de kamer uit. 



De 100e HongerspelenWhere stories live. Discover now