2 • ONDERHANDEL ALS EEN ZAKENVROUW

1.6K 121 134
                                    

'Hoe dúrf je? Hoe háál je het in je hoofd om me dit te flikken?'

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

'Hoe dúrf je? Hoe háál je het in je hoofd om me dit te flikken?'

Het is misschien verkeerd om het in een situatie als deze op te merken, maar mijn moeder ziet eruit als een stripfiguur. Ondanks het ongewone tijdstip – iets over enen 's nachts – is haar uiterlijke verschijning piekfijn: grijs mantelpakje, hoge pumps, haar kroeshaar stijl als een waterval. Maar haar ellebogen zijn in een negentiggradenhoek gedraaid en haar vuisten zo stevig gebald dat de knokkels wit zien. Op haar wangen zijn twee symmetrische rode vlekken verschenen en ik zou zweren dat ik haar ogen kan zien opgloeien in het slechts deels verlichte politiestation.

'Gezellig, je bent er,' zeg ik droog. 'Kom even zitten.'

'Waag het niet om ook nog zo'n brutale mond tegen me op te zetten.' Mam overbrugt de laatste meters tussen de deuropening en de stoel waarop ik zit en knijpt haar ogen tot spleetjes. Ze plant haar vuisten in haar zij en blijft zo drie volle seconden voor me staan. 'Nou, leg uit,' zegt ze dan op ijzige toon, 'waarom ik, midden in de nacht gebeld wordt door de lokale politie, met de mededeling dat mijn dóchter' – haar neusvleugels trillen – 'aangehouden is op grond van vandalisme.'

'Hebben ze dát gezegd?' Ik zet grote ogen op. 'Dat klinkt nogal overdreven. Alsof we bushokjes hebben zitten slopen, of zo. Maar eigenlijk was het gewoon een stom ongelukje,' leg ik schouderophalend uit. 'Vuurpijl was blijkbaar niet intact, vloog de verkeerde kant op, en hóppa, dan zit je ineens op het bureau.'

Mam buigt zich voorover. Ze sist: 'Wat, Juliëtte, deed jij midden in de nacht op het dak van een schóól?'

'Eh, nou ja, vuurpijlen afsteken.'

Ze ademt drie keer scherp in. 'Ben je soms geschift?' Haar stem klinkt schril. 'Waarom dóé je zoiets in hemelsnaam? Wáárom? En je had álcohol bij je?'

Uiteindelijk viel alles nog best wel mee, vind ik zelf. De brand was verrassend snel geblust en het schuurtje is zo goed als ongedeerd gebleven, dus er is alleen een deel van de planten – oké, vrij desastreus – aangetast.

'Mam, ik zég toch dat het niet expres was. Je denkt toch niet dat ik serieus van huis vertrok met de gedachte: "O, leuk, laat ik vandaag eens lekker brandstichten en op het politiebureau belanden"?' Ik rol met mijn ogen.

'Dit – dít is dus exact wat ik bedoel. Dít is nou het probleem met jou.'

'Het probléém met mij?'

'Je bent onvoorzichtig, roekeloos en bovenal: je denkt niet na over de gevolgen van je acties – je sleurt iedereen erin mee en het kan je geen zier schelen.'

'En wie is die "iedereen" die ik meesleur dan wel niet? Of waren het soms jouw zelfgekweekte sperziebonen die gecremeerd zijn?'

Haar gezicht lijkt te veranderen in een scherpere, uitgestrekenere versie. 'Och, kom op, jij weet héél goed wat jij mij hier flikt.'

'Wat ik jóú hier flik?' breng ik ongelovig uit.

'Gaat het dan totaal langs je heen in hoeverre je mij voor schut zet met je actie? Je denkt alleen maar aan je eigen naam, en die van mij haal je zonder je erom te bekommeren door het slijk. Misschien verrast dit je, Juliëtte, maar ik heb óók een reputatie. Ik heb een baan die vereist dat ik me ook privé beschaafd gedraag. Dat weet jij – en toch komt het in je om mij, omwille van je eigen lolletjes, voor schut te zetten. En dat maakt je egoïstisch, Juliëtte.'

TegendraadsWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu